Bang om de mond open te doen, bang om je hoofd boven het maaiveld te steken waarna het eraf gekapt wordt
Na de dood op George Floyd zijn er terecht overal ter wereld steunbetuigingen ontstaan voor de ‘Black Lives Matter’-beweging. Ook in Nederland. Zaterdag organiseerde de organisatie ‘Black Lives Matter Parkstad’ de eerste demonstratie in mijn huidige woonplaats Heerlen, een stad die ten tijde van de kolenmijnen de rijkste stad van het land was en nu zowat de armste.
Laat mij eerst mijn diepe respect uitspreken voor dit event, want als iemand weet dat het moeilijk is om mensen hier te mobiliseren voor iets, dan ben ik het wel. Dus: organisatie, chapeau!
Samen met mijn dochter en vrienden, ging ik naar het protest van Black Lives Matter Parkstad. Wat meteen opviel? Heel veel politie, maar helemaal GEEN lokale politici. Geen burgemeester, geen wethouder. Terwijl Heerlen zogenaamd juist geregeerd wordt door een progressief bestuur van voornamelijk SP. Dus Emile Roemer, waar was je? Ron Meyer, waar was je? Of wethouder Jordy Clemens van Onderwijs, Jeugd, Cultuur, Erfgoed en Wonen, waar was je?
Vooral Clemens afwezigheid sprak boekdelen want het bevestigt precies wat men zijn partij SP verwijt: ze willen het niet horen en niet zien. Zelf probeerde ik een tijd geleden bij Clemens de Nederlandse taalachterstand van leerlingen (die buiten Nederland opgroeiden) te bespreken, hij wuifde het weg als zijnde “een verantwoordelijkheid van de scholen en niet van de gemeente”. Zucht. In de randstad voeren gemeenten zelf beleid om kinderen met een mogelijke Nederlandse taalachterstand zo vroeg mogelijk op te sporen, zodat ze via extra lessen de taalachterstand inlopen en kwijtraken. Niet in Heerlen, “niet onze taak”.
Juist WEL een taak van de lokale overheid om kinderen hiermee te helpen. Want in mijn ogen is later vooral die taalachterstand de grootste stoorzender om een goede vervolgopleiding en baan te krijgen. Begrijp me goed: wanneer ik hier spreek over taalachterstand, spreek ik slechts over de Nederlandse taalachterstand. Immers deze leerlingen zijn vaak meertalig, zijn vaak goed in Engels, Papiamentu, Spaans, Turks, Surinaams, Marrokaans et cetera. Enfin…
Terug naar de Black Lives Matter demonstratie in Parkstad, Heerlen. Er waren zo’n 500 mensen aanwezig, voor Heerlen een grote opkomst. Ze hadden een goed programma voorbereid met sprekers van verschillende pluimage: van Pastor Tony Giwa tot Jerry Afriyie. Maar wat voor mij de meest spreekmakende sprekers bleken, waren Limburgse ‘ervaringsdeskundigen’, waaronder Kenneth Moesquit (zet zich in ter bestrijding van racisme en discriminatie in Limburg) en Aytmara Hersisia. Zij gaven no nonsense voorbeelden van discriminatie hier in Limburg. Hun verhalen spreken boekdelen…
Aytmara Hersisia vertelde:
"“Ik ben niet wit. En opgegroeid in Zuid Limburg. Geboren en getogen, maar toch word ik niet beschouwd als iemand van hier. Uiteindelijk wel, als ik me bewezen heb. (…) De witte buurman die me wel even uitlegde, waarom ik bruin was. Dat kwam omdat ze me als baby bruin hebben gespoten, terwijl ik op handen en voeten zat. Gelijk een verklaring voor mijn witte handpalmen en voetzolen. Dat moest grappig zijn. De lading die mijn huidskleur kreeg door hoe mijn omgeving met me om ging, is schadelijk voor een kind. En wat doe je als je niet over racisme, discriminatie of je huidskleur mag praten? Je past je aan, je gedraagt je als gast. Je lacht een beetje mee. Je overleeft. Je kweekt een dikke huid. Je zwijgt. Want iedereen hier in Zuid Limburg zwijgt. Als je steeds monddood gemaakt wordt, leer je welke onderwerpen je moet vermijden.”"
"“Ik werkte als docent op het Vista College. Ik was de enige gekleurde docent in een wit docententeam. De studentenpopulatie op het Vista College is zeer divers. Ik heb voor klassen gestaan, waar de witte studenten in de minderheid waren. Rolmodellen zijn belangrijk, gekleurde jongeren herkennen zich niet in witte docenten en ervaren een grote drempel om zichzelf te laten zien. Studenten die ik niet eens kende, spraken mij aan in de gangen om hun verhalen te vertellen. In de lerarenkamer werd met vooroordelen gesproken over de leerlingen. Op het moment dat ik dit in het kader van professionalisering bij mijn manager aankaartte, (ik had de ambitie om meer bewustwording in het team te creëren rondom diversiteit/discriminatie/racisme) in het belang van de jongeren en daarmee mijn eigen huidskleur benoemde, werd hij boos. “Ik zie geen kleur”, zei hij en juist dat is wat het onrecht en institutioneel racisme in standhoudt. Alsof je zegt dat je de persoon niet ziet, de struggle die zij/hij ervaart niet wilt zien. Mijn contract werd niet verlengd.”"
Wauw… heftig! Hersisia heeft in mijn ogen helemaal gelijk wanneer ze zegt dat men hier in Limburg zwijgt. Want men heeft angst. Net zoals op Bonaire waar ik de ‘Cultura di Miedu’ beschreef (angstcultuur), is men hier ook bang. Bang om de mond open te doen, bang om je hoofd boven het maaiveld te steken waarna het eraf gekapt wordt. Het klopt helemaal. Wegkijken.
Waarom zijn Limburgers zo? Diep in mijn hart zeg ik, dat het met name door de onwetendheid komt dat men zo denkt. Dus de oplossing hiervan is: beter onderwijs, betere voorlichting. Zoals ik in mijn vorige column schreef: leer de Nederlandse leerlingen ook over de zwarte bladzijden uit onze geschiedenis. Leer hen over de Tula slavenopstand in Curaçao, over de politionele acties in Indonesië en over de miljoenen slavenhandel. Het is 2020. Tegen mijn leerlingen overal zeg ik “Wij zijn allen kinderen van God” en zo is het ook. Accepteer, omarm je ‘zijn’, wees trots op je roots.
Ik twijfelde of ik iets zou zeggen over de Sinterklaas-discussie, maar allée dan… ik vraag me echt eerlijk af, wanneer dat een ‘traditie’ is geworden, want in mijn jeugd (ik ben geboren in 1969) was er bijna nul aandacht voor Sinterklaas en z’n Pieten. Ergo: wij vierden helemaal geen Pakjesavond, pas op 6 december ’s ochtends mochten wij de door Sint en de Piet gebrachte cadeautjes openen. Ik weet dat ik als kind s’nachts stiekum uit bed ging, om de presentjes alvast te bekijken en weer te gaan slapen.
Niet 5 december Pakjesavond, niet elke dag Sinterklaasjournaal, geen hypes bij supermarkten. Sinterklaas kwam één keer bij de lokale supermarkt, je ging naar Heerlen voor een foto met de Sint en c’est tout. Ik vond als kind de Sint enger dan de Pieten. Niks surprises et cetera. De liedjes vond ik als kind al niet kunnen, bijvoorbeeld “ook al ben ik zwart als roet, meen het wel goed”?
Dus… wat mij betreft is Sinterklaas geen traditie, maar pas eind vorige eeuw ontstaan. Op Bonaire waar ik zes jaren woonde, wordt het ook gevierd. Daar noemt men het Sinterklaas en zijn Pietjes. En daar vindt elke dag nog discriminatie plaats door de Nederlandse overheid: want kinderen daar ontvangen geen kindgebondenbudget toeslag-zorgtoeslag-huurtoeslag-kinderopvangtoeslag- en ouderen daar ontvangen geen AOW, maar n AOV van n paar honderd euro per maand, in plaats van de 1000 euro per maand hier in Nederland.
Terug naar de Black Lives Matter Parkstad demonstratie: graag roep ik de lokale politiek op om ook kleur te bekennen lokaal binnen dit thema. Het is eigenlijk rondweg onbeschoft om niet te komen opdagen, want dan hoef je het niet te horen en dan bestaat het zeker ook niet. Stop die Limburgse wegkijkmentaliteit. Benoem het beestje bij de naam en zet beleid uit. Politici in Limburg zouden zich eens wat meer mogen uitspreken dan tot nu toe in plaats van alles laten omdat ‘het altijd zo was’. Want dingen op z’n beloop laten zoals vroeger en nietsdoen, is stilstand. Ook in Heerlen…