In het afgelopen kwartaal boekte Shell een winst van 18 miljard dollar. Dat is meer dan twee keer zoveel als in de eerste drie maanden van dit jaar. Shell staat niet alleen. Ook andere olie- en gasbedrijven, als Exxon, Chevron en Total, zagen hun winsten in het laatste kwartaal exploderen.
“Grote bedrijven verhogen hun prijzen omdat consumenten zo weinig keuze hebben”, schrijft Robert Reich, de minister van Arbeid onder Bill Clinton, in The Guardian. De bedrijven gebruiken de inflatie als dekmantel om de prijzen nog verder op te voeren.
De enorme winsten die de oliebedrijven binnenharken, gebruiken ze vervolgens niet voor nieuwe investeringen in groene energie, constateert Reich. In plaats daarvan worden er wel miljarden uitgetrokken om aandelen terug te kopen – een kortetermijnmaatregel waarvan alleen aandeelhouders en bestuurders profiteren.
De Britse regering heeft de winstbelasting voor energiebedrijven verhoogd van 40 naar 65 procent, en de linkse regering in Spanje is van plan om een extra belasting te introduceren voor energiebedrijven. De opbrengsten daarvan moeten ten goede komen aan mensen met lage inkomens.
De Franse regering heeft Total onder druk gezet om de prijzen aan de pomp te verlagen. Met succes: het concern biedt Franse consumenten deze zomer korting.
Ook elders in Europa pleiten linkse politici voor het afromen van de woekerwinsten. In Brussel brak Europarlementariër Paul Tang (PvdA) onlangs een lans voor een tijdelijke belasting op de oorlogswinsten van energiebedrijven.
“Energiebedrijven hebben voor deze toevalswinsten niets gedaan, die zijn hen in de schoot geworpen door de oorlog in Oekraïne”, verklaarde hij tegenover het AD. Tang pleit voor een winstbelasting van 29 procent: hetzelfde tarief als de loterijbelasting. “Je zou kunnen zeggen dat de energiebedrijven de lotto hebben gewonnen.”