Hebben boomers onze toekomst vernietigd?

Volgens de gegevens van Ipsos stemmen ook de dertig-minners straks in november voor een rechts-populistische regering.

Babyboomers worden steeds vaker beschouwd als de generatie die alle ellende heeft veroorzaakt waarmee ons land en de wereld heden ten dage te kampen heeft. Klimaat, groeiende ongelijkheid, noem maar op. De toekomst van onze kinderen vernietigd, met al die branden, overstromingen en vluchtelingen. Bovendien hebben ze de diplomademocratie geschapen, die alleen hoogopgeleide bestuurders toelaat.

Na de inderdaad betreurenswaardige overwinning van BBB wilden sommigen dan ook zowel de Eerste Kamer – BBB werd de grootste partij – afschaffen, als aan zestigplussers gefaseerd hun stemrecht ontnemen, mede omdat die vaker op de rechtspopulisten stemden dan jongeren.

Als directe remedie daartegen moesten kinderen voortaan vanaf hun zestiende kunnen stemmen. Pleidooien hiervoor verschenen tot onze schrik ook in wat vroeger kwaliteitsmedia werden genoemd, onder anderen de curling parents Barbara Baarsma en Marcia Luyten. 

Natuurlijk oogstten deze pleidooien negatieve reacties. Sommigen wezen op het puberbrein, juveniele obesitas, drugsgebruik, de invloed van influencers en nepnieuws, anderen op het groeiende conservatisme onder jongeren. Simplificaties van een uiterst ingewikkelde problematiek, waarover ik het misschien later wil hebben.

Liever kijk ik naar de cijfers en de al dan niet demografische kwalificaties.

Een nogal heterogene demografische categorie als babyboomers reduceren tot een homogene en dit in combinatie met negatieve kwalificaties? Hoe heet dat ook alweer?

Want wie roept ‘Weg met alle gelovigen!’ zal terecht worden verweten – ook door atheïsten en agnosten – dat niet alle gelovigen homofobe vrouwenhaters zijn met een voorkeur voor autoritaire leiders. Deze uitroep is dus een voorbeeld van discriminatie. Termen als ‘yuppen’ en ‘expats’ worden eveneens pejoratief gebruikt, maar stedelijke young urban professionals en welvarende buitenlanders lijken een tamelijk homogene, welvarende groep als het gaat om de concurrentie op de woningmarkt.

Generaties vormen dus een heterogene demografische categorie, waardoor het moeilijk valt hun concrete invloed te meten, maar we zouden kunnen kijken naar de politieke gevolgen van hun gedrag. Bijvoorbeeld naar landelijke verkiezingen en de regeringen die daaruit voortkwamen.

Na de babyboomers kregen we Generatie X, die het allemaal veel beter ging doen en daarom krachtdadig de puinhopen van het kabinet-Den Uyl ging opruimen. De eerste kiezers van Generatie X waren, hoe je het ook wendt of keert, al medeplichtig aan het akelige kabinet-Van Agt II en vervolgens aan alle heilloze kabinetten daarna, culminerend in het nu demissionaire Rutte IV.  

Vanaf 1998 – Kok II - werden zij daarbij gesteund door de Millenials, die het allemaal nog beter gingen doen en de puinhopen van de boomers gingen opruimen, nog krachtdadiger, want die waren helaas inmiddels verhoogd door Generatie X. Weinigen denken enthousiast terug aan de kabinetten-Kok en -Balkenende.

Vanaf 2016 voegden zich de Zoomers van Generatie Z bij het electoraat. Die gingen het allemaal nog veel en veel beter doen en nog krachtdadiger de puinhopen aanpakken, inmiddels tot immense proporties verhoogd door Generatie X en de Millenials. Dat leidde tot… Rutte III en IV.

Volgens de gegevens van Ipsos stemmen ook de dertig-minners straks in november voor een rechts-populistische regering van BBB, VVD, al dan niet met CDA, CU, SGP of JA21.

Post-boomers werden de afgelopen 45 jaar dus steeds meer verantwoordelijk voor het nefaste regeringsbeleid. Klimaatproblemen, de grotelijks aantasting van de natuur en de groeiende ongelijkheid in inkomen en vermogen zijn in die bijna halve eeuw in een rap tempo verslechterd en ook nog eens versneld. Dit terwijl het aantal babyboomers door sterfte gestaag afnam.

O ja, de diplomademocratie. Wat in onze halve eeuw van post-boomers ook sterk toenam, was het percentage hoogopgeleide bestuurders.

Het boomer-kabinet Den Uyl telde nog bewindslieden die niet hoog waren opgeleid - Jan Schaefer - net als destijds de Tweede Kamer. Denk aan Boer Koekoek.