De turf bij uitstek van Thierry Baudet.
Minister Liesje Schreinemacher twitterde onlangs dat zij Scheveningen #Vlaggetjesdag inluidde, ‘dé start van het haringseizoen! Een belangrijk en oer Hollands exportproduct. Ook goed om met een aantal NLDse rederijen te spreken over hun internationale activiteiten en uitdagingen in de visserij sector.’
Een belangrijk oer-Hollands exportproduct! Onze minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kent uiteraard Vondels dichtregels:
O wat een gulden neeringh!
En voedsel brenght ons toe de Coninghlijcke Heringh
Waar komt onze haring precies vandaan, die vanaf donderdag 22 juni te koop was en uitstekend smaakt bij een glaasje korenwijn? Als puber woonde ik in Vlaardingen. Daar lagen voor Vlaggetjesdag de vissersboten – met ‘VL’ voor een nummer - gepavoiseerd in de haven. Die tijd is al lang voorbij. Nu vangen Deense en Noorse rederijen onze haring. Nederlandse bedrijven huren zes weken per jaar fabrieken in het Deense Skagen om er ‘Hollandse Nieuwe’ van te maken. Schreinemacher weet dit uiteraard dondersgoed en anders had haar collega Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit haar kunnen bijpraten. Maar haar misleidende kreetjes passen perfect in het valse theater van Rutte IV over landbouw en visserij.
Internationale activiteiten en uitdagingen? Sinds jaar en dag lobbyt de Nederlandse regering zich suf in Brussel voor de visindustrie. De rederijen zagen de bomen de lucht in groeien en kochten steeds grotere trawlers, in dezelfde tijd dat boeren hun stallen bleven uitbreiden.
Ruttes lobby voor de pulsvissers mislukte. Het bleek dat Nederlandse ambtenaren de Europese Commissie keer op keer bewust op het verkeerde been zetten en er zo tientallen pulsvisvergunningen doorheen rommelden.
Tot de huidige dag lobbyt de regering voor de megatrawlers van Nederlandse multinationals als het Katwijker Parlevliet & Van der Plas (geen familie). Die vissen de wereldzeeën leeg met quota die zij ter plekke hebben gekocht. Zodat het na de Brexit niet de kleine Britse vissers waren die als beloofd gingen profiteren, maar de megatrawlers van Nederlandse eigenaars die VK-quota bezaten. Rutte IV blijft ook lobbyen voor het vissen in Natura 2000-gebieden naar garnalen en schelpdieren, ondanks het feit dat de boten daar stikstof uitstoten en de bodem vernietigen. Desondanks heeft een deel van de nationale visindustrie een probleem. Krimp door natuurmaatregelen, windmolens op zee en hoge energiekosten. De vissers met de grote trawlers laten zich uitkopen – de som wordt bepaald door de omvang van de boot - en worden miljonair, net als de boerenpiekbelasters.
Dat brengt mij op het gegeven dat onze visindustrie in handen lijkt van bevindelijk reformatorische dorpen - Katwijk, en Urk (Holland???), maar in de praktijk tot een van de meest crimogene sectoren behoort. Urk: vuurwerk- en avondklokrellen, van virusontkenners en vaccinatieweigeraars, plus geweld tegen demonstranten van Kick Out Zwarte Piet en waarnemers van Amnesty International. Kortom, de turf bij uitstek van Thierry Baudet.
Uit het eind 2020 verschenen De ontdekking van Urk van Matthias M.R. de Clercq weten we dat het voormalige eiland een reformatorisch Sodom en Gomorra is: er bestaat geen tegenstelling tussen het steile geloof enerzijds en anderzijds het exorbitante gebruik van drank en drugs onder jongeren en de grootschalige visfraude. Men blijkt zelfs in zee te gaan met de internationale cocaïne-maffia. ‘Oerhollands’? De Clercqs grote revelatie was het gigantische Urker industrieterrein, een internationale vishub. Urker bedrijven kopen overal - Alaska is populair - ter wereld vis in. Al die ‘wereldvis’ exporteren ze weer, verwerkt en wel, naar de vier windstreken.
Ik verkeerde in de ‘oer-Hollandse’ veronderstelling dat Urker vissers hun oogst naar de visafslag in hun dorp brachten. De praktijk blijkt dat de kotters in IJmuiden, Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven, Delfzijl, het Duitse Cuxhaven, het Deense Thyborøn en het Franse Boulogne-sur-Mer liggen en de vis met vrachtauto’s naar Urk wordt vervoerd. Een deel van de Urker schepen vaart bovendien onder Belgische, Britse of Deense vlag. Zoals ook een groeiend deel van de visfabrieken in buitenlandse handen komt. ‘Oerhollands’.
Blijft de vraag hoe de conservatieve gelovigen die de laatste tijd worden opgepakt voor het opvissen van drugspakketten en in Denemarken worden vervolgd, dat kunnen rijmen met hun steile opvattingen. Gelukkig hebben we daarvoor deskundigen. Volgens sommigen maakt de rest van Nederland zich schuldig aan othering jegens Urk, vanwege het ‘afwijkende’, reformatorische karakter van de bevolking. Historica en journaliste Eva Vriend wijst op de grote criminele verleidingen. De sector verkeert immers in zwaar weer. Ze ziet dat voor sommige vissers plan B lonkt: een pakketje cocaïne uit zee vissen. Dat lijkt op de boeren met financiële problemen die hun schuren via plan B aan drugslabs of weedkwekers verhuren.
Immoreel uiteraard om begrip te hebben voor zulk crimineel gedag, ook volgens de regels van de Bijbel. Daar brengt Vriend tegenin dat sommige Urkers niet zo gezagsgetrouw zijn omdat ze ‘een haat-liefdeverhouding’ hebben met de overheid, politie en justitie. Maar juist de bevindelijke christenen, die vaak lid zijn van de SGP, stellen dat wij de overheid moeten gehoorzamen die God over ons heeft gesteld, inclusief de Duitse tijdens ‘40-45.
Laten we zo snel mogelijk ophouden met die al die ‘oer-Hollandse’ grootschalige praktijken.Geen vishub meer in Urk, ook Schiphol hub af. Tata, Chemelot, Chemours en KLM uitwuiven. Boeren geen voer meer laten verbouwen voor exportvee, maar voor ons brood. Een wereld te winnen.