Als je zelf uit eigen vrije wil een deur naar je privé een stukje openzet, dan geeft dat nog niet anderen het recht om die helemaal open te schoppen
Geachte mw. Reijn,
U is een kat. U hebt gekrabbeld en wie een kras op de arm voelt schrijnen, heeft dat van harte verdiend.
U hebt – zag ik op de televisie – de hele maandag gehuild en U wilde mensen niet beledigen met die column in het Algemeen Dagblad, waarin U kritiek hebt op mensen die ongevraagd Uw privé-ruimte betraden. U gaf ze een proefje van eigen medicijn door iets te doen waar de meeste mensen te voorzichtig voor zijn. U hebt ongevraagd willekeurige mensen, die U niet kent, laten weten wat U van ze denkt: zeekoeien, amoebe. Althans, U hebt om zo te zeggen een schoen klaar gezet en die wordt nu door menigeen aangetrokken. Men is beledigd. Men is verontwaardigd. Men stelt vast dat U groots bent geworden en de roem niet waard. Men constateert op typisch Nederlandse wijze dat U niet moet denken dat U iets bijzonders bent.
U hebt het in Uw column niet over mensen die willen zeggen hoe ontroerd ze waren door Uw laatste voorstelling. Het gaat over ongewassen horken die zich ongevraagd met Uw zaken bemoeien door dingen te willen weten die ze niet aangaan.
In Uw column hebt U iets interessants gezegd: er is een verschil tussen de actrice op het toneel, die ieders blik wil trekken, en de Halina Reijn die in haar vrije tijd gewoon zichzelf wil zijn zonder op hinderlijke wijze staande te worden gehouden door allerlei volk dat brutale vragen stelt. Dat mogen wij, stellen exemplaren, tot dit volk behorende, omdat U in een documentaire iets hebt laten zien over Uw persoonlijke dilemma’s. Dat is flauwekul.
Mensen bepalen zelf waar ze de grens trekken tussen hun persoonlijk leven en de openbaarheid. Als je zelf uit eigen vrije wil een deur naar je privé een stukje openzet, dan geeft dat nog niet anderen het recht om die helemaal open te schoppen.
Ik ben benieuwd hoe hoe het volk dat nu zo verontwaardigt twittert, zelf zou reageren als het in de supermarkt werden aangesproken op de volgende wijze.
“Zo woensdag om elf uur en je loopt alweer met je man te wandelen? Heeft hij nou nog steeds geen baan?
“Long time no see. Je hebt zeker in de gevangenis gezeten”.
“Het wil maar niet lukken met die verkering hè”
“Zo mevrouwtje, jij óók in de Lidl”.
“Je ziet er een stuk sjofeler uit dan drie maanden terug, toen ik je nog achter het loket zag op het gemeentehuis. Schulden?”
Dat zouden ze niet accepteren. Wie wildvreemden op zo’n wijze confronteert met zijn vermoedens, kan ruzie verwachten. Of een muilpeer. En terecht. Het maakt niet uit of je ambtenaar bent bij de gemeente of ster in enige arena. De algemeen aanvaarde omgangsvormen gelden voor iedereen.
U is een kat, geachte mw. Heijn. U hebt gekrabbeld en wie een kras op de arm voelt schrijnen, heeft dat van harte verdiend.
Aanvulling 20.00
Veel lezers die op dit stuk reageren, stellen dat Halina Reijn haar privéleven dan maar niet op straat moet gooien. Wat zij heeft gedaan is het volgende: zij heeft een groot probleem waar veel vrouwen mee worstelen, zichtbaar gemaakt met zichzelf en haar eigen ervaringen als voorbeeld. Daar zijn de meeste mensen te schijterig voor. Zij verschijnen hoogstens met hun gezicht naar de muur voor de camera. Mevrouw Reijn heeft dat niet gedaan en zo aandacht gevraagd voor het reële probleem van de onvervulde kinderwens. Dat is niet zomaar je privéleven aan de grote klok hangen. Dat is open kaart spelen met een maatschappelijk doel. Dat verdient respect en niet schampere aanvallen onder de gordel vooral als de schrijvers daarvan zich achter een nick verbergen.