Haal huisjesmelkers uit het fiscale paradijs

Huisjesmelkers leven in Nederland in een fiscaal paradijs. Het opkopen en tegen torenhoge prijzen (verkamerde) panden verhuren is niet alleen financieel, maar ook fiscaal lucratief. Daaraan moet een einde komen. Met de opbrengsten kan worden geïnvesteerd in betaalbare huizen om de woningnood op te lossen.

De grote steden zwoegen onder de last van huisjesmelkers. Een pand wordt opgekocht. Vervolgens wordt dit opgesplitst in kleine appartementjes, en daar moet dan een astronomische huur voor worden betaald. In Amsterdam zijn huurprijzen van 1.500 euro al gangbaar voor een kleine studio.

Maar niet alleen in Amsterdam, ook in Groningen, Enschede, Den Haag en Amstelveen wordt meer dan 1 op de 10 huizen door beleggers opgekocht. In Maastricht is dit bijna 1 op de 5! Doordat huisjesmelkers alles blind opkopen, kunnen starters geen huis meer kopen. Zo wordt langzaam iedereen gedwongen om die torenhoge huur te betalen. Als belegger in vastgoed ben je momenteel spekkoper. Inkomsten tellen als vermogensopbrengst in Box 3. Het effectieve tarief van de vermogensrendementsheffing bedraagt slechts 0,86-1,62 procent! Zet dat eens af tegen de belasting die je afdraagt als je gaat werken, oplopend tot 52 procent.

De PvdA wil dat huisjesmelkers, net als ieder ander, gewoon inkomstenbelasting betalen. Als je 10 panden verhuurt, ben je ondernemer. En daar hoort dan ook bij, dat je net als de bakker en groenteboer, als ondernemer belasting afdraagt. Voor particulieren geldt dat als zij hun vermogen in box 3 beleggen en huizen verhuren de reële opbrengsten (dus huren) belast moeten worden tegen 30 procent. Dat sluit ook aan bij de pleidooien om het reëel rendement te belasten. Laat het kabinet beginnen met de opbrengsten uit vastgoed. Die staan helder geregistreerd in het kadaster en de opbrengst is eveneens heel duidelijk: de maandelijks overgemaakte huren.

Daarnaast is het onredelijk om voor tweede en verdere huizen het verlaagde tarief van de overdrachtsbelasting van 2 procent toe te passen. Voor iedereen die een huis koopt om erin te wonen is 2 procent redelijk en hoeft er niets te veranderen. Maar vraag voor tweede, derde en verdere huizen gewoon weer 6 procent. Zo wordt het voor kopers die in hun huis willen gaan wonen aantrekkelijker en voor beleggers en huisjesmelkers onaantrekkelijker om onze steden op te kopen en te vermarkten.

En het mooie is, dit mes snijdt aan twee kanten. Want al deze maatregelen zijn niet alleen goed voor de stad, ze leveren ook nog eens geld op. De opbrengsten kunnen worden geïnvesteerd in betaalbaar wonen. Allereerst door de onzalige bezuiniging van 140 miljoen op de huurtoeslag te schrappen. Een totaal onnodige en harteloze bezuiniging op huurders van 250 euro per huurder per jaar.

De andere opbrengsten kunnen worden ingezet om meer sociale huurwoningen te bouwen. Wonen is namelijk een grondrecht. Zeker zijn van een betaalbaar huis, daar moet iedere Nederlander op kunnen rekenen. Met de SP en Groenlinks maakte ik al een wet om te voorkomen dat sociale huurwoningen worden verkocht of gesloopt. Maar er moet ook meer worden gebouwd.

Maak van de verhuurdersheffing een stimulans voor investeringen en zorg dat je als overheid ook zelf weer investeert in betaalbare woningen. Samen kan dit voor meer dan 100.000 extra betaalbare woningen zorgen. Belast huisjesmelkers en laat de stad niet over aan de grillen van de markt. En investeer dat geld in betaalbare woningen zodat iedereen zeker kan zijn van een goed en betaalbaar huis.