De contouren van het conflict bij Volt worden steeds duidelijker. De Telegraaf spoorde een paar klagers over Nilüfer Gündogan op. Ze doet grove uitspraken, drinkt veel, zit in een appgroep met een ranzige naam en heeft tegen collega-Kamerlid Marieke Koekkoek gezegd dat ze vaker moet douchen. NRC sprak ook wat klagers en kwam met het verhaal dat Gündogan een medewerker zou hebben geïntimideerd, ongepaste grappen maakt en op een feestje ongewenste seksuele avances maakte.
De sfeer op de Volt-fractie is al een tijdje slecht. Gündogan had zelf lijsttrekker willen worden, klaagde al tijdens de campagne over Laurens Dassen en al op dag één dachten sommige Volt’ers dat dit niet goed kon blijven gaan. Gündogan werd ondertussen het belangrijkste gezicht. Volop hypocrisie: Gündogan is een uitgesproken persoonlijkheid en Volt zocht haar daarop uit. Haar gedrag is in de Tweede Kamer echt geen uitzondering. Alleen bij Volt gelooft men dat niet. Praat eens met collega’s van andere fracties, zou je denken.
In NRC lezen we dat Dassen zich geen raad weet met de situatie en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. De rechter vindt dat Gündogan terug moet in de fractie en Dassen bood daarop zijn excuses aan, maar tegelijk hangt er een hoger beroep in de lucht. Volt wil wel mediation maar dan moet Gündogan eerst haar aangifte tegen de klagers intrekken. Dat kan formeel helemaal niet. Koekkoek – normaal muisstil – zegt nu tegen journalisten dat Gündogan heel onprettig met mensen omgaat. Dat is natuurlijk geen begin van toenadering.
Een oplossing
Als men zo lang moet nadenken over een oplossing, is de enige conclusie dat men niet meer wil samenwerken. Zijn er meer opties dan een breuk? Is het mogelijk de gelederen weer te sluiten? Hier wreekt zich de onervarenheid van Volt: er is een beproefd recept voor politici die niet met elkaar door een deur kunnen maar toch in één fractie moeten samenwerken. Er zijn ook allerlei voorbeelden van, bijvoorbeeld in het Europees Parlement waar het bij zeker één Nederlandse fractie staande praktijk is.
Juist in de Tweede Kamer zijn er volop mogelijkheden om ‘samen te werken’ met mensen die je liever ontloopt. Dat is hier makkelijker te organiseren dan bij een gemiddelde winkel, school of krantenredactie. Geef ieder Kamerlid eigen medewerkers en een eigen portefeuille waar hij aan kan werken. In het geval van Volt betekent dat grofweg Europa voor Marieke Koekkoek, economie voor Laurens Dassen en de rechtsstaat voor Nilüfer Gündogan. Iedereen kan vervolgens zijn eigen gang gaan.
Er zijn maar een paar dingen nodig. Ten eerste moeten de Kamerleden het met elkaar eens zijn over de politieke lijn van de fractie. Wat wil het geval? Er is bij Volt helemaal geen inhoudelijk verschil van mening over de koers. Zo komen we bij een tweede eis: Kamerleden moeten elkaar met rust laten en dus de portefeuilles van hun collega’s ook echt bij hun collega’s laten. Dat zou prima moeten kunnen, want er zijn zoveel dossiers dat de kleine fractie van Volt ze sowieso niet allemaal kan bijbenen.
Gedroomde oplossing
Tel uit je winst: Gündogan krijgt haar eigen medewerkers en een paar thema’s waar ze zich mee bezig kan houden. De andere Kamerleden doen de rest van de portefeuilles en hebben eveneens hun eigen personeel. Ze moeten misschien hun kantoren nog wat herschikken en dan komen ze elkaar zelfs op de gang nog maar nauwelijks tegen. Eventueel wat extra thuiswerken. Stel een secretaris aan die voor de afstemming zorgt. Zo hoeven de Kamerleden niet eens meer direct met elkaar te communiceren.
Goed nieuws over de Gündogan-zaak: niet iedereen die met haar werkte is ontevreden en voelt zich geïntimideerd. Zo’n secretaris is dus echt wel te vinden en Gündogan zal ook geen problemen hebben met het vinden van haar eigen personeel. Het personeel dat kennelijk bang voor haar is, kan bij Dassen en Koekkoek terecht. Met een beetje flexibiliteit functioneert de fractie binnen de kortste keren beter dan ooit en is de buitenwereld vergeten dat er een conflict was.
Natuurlijk is dit niet hoe Volt zich deze Kamerperiode had voorgesteld, maar conflicten komen overal voor en met concrete werkafspraken is het mogelijk met mensen te werken die je niet mag. De meeste Nederlanders doen dit sowieso dagelijks. Als Dassen en Koekkoek geen verantwoordelijkheid willen dragen voor het personeel van Gündogan, is dat op te lossen. Als men ook geen alcohol meer schenkt, geen app-groepen meer gebruikt en stopt in de media over elkaar te praten, is het allemaal zo opgelost.
Er is maar één ding nodig: politieke wil. Het heeft er alle schijn van dat die ontbreekt.