Gruwelijk shirt man
• 14-11-2011
• leestijd 3 minuten
gelukkig zijn er op de Filipijnen steeds meer fabrieksarbeiders die met
de hulp van mensen als Cecil en haar crew vakbonden vormen en
gezamenlijk vechten voor betere arbeidsvoorwaarden
De camera draait en de pas ontslagen fabrieksarbeiders Romeo en Saye vertellen dat ze vanmorgen een demonstratie organiseerden. Samen met andere fabrieksarbeiders die zijn ontslagen eisen ze hun baan terug. Vanwege hun vakbondswerk zijn ze eruit gegooid en staan ze op een blacklist waardoor ze in geen andere fabriek meer aan de bak komen. Daarbij zijn ze rond de 30 jaar en dus al hartstikke oud. Het management van de fabrieken neemt alleen arbeiders tussen de 18 en 25 aan.
Dit is nou de dagelijkse realiteit op de Filipijnen en veel andere Aziatische landen. Het stikt er van de fabrieken, waar het overgrote deel van wat wordt gemaakt naar het buitenland gaat. We zijn hier in de Cavite Export Processing Zone: een terrein met zo’n 200 fabrieken die voornamelijk kleding en elektronica produceren. Ook het shirt dat je nu aanhebt of de computer waar vanaf je dit leest kan daar tussen zitten. Ja, dit verhaal gaat over wat jij koopt, over wat ik koop.
Romeo, Saye en hun collega’s hebben met de steun van oneMen pionier Cecil een vakbond gevormd om te vechten voor betere arbeidsvoorwaarden in hun fabriek. Ze verdienen vijf euro per dag, terwijl het door de overheid vastgestelde loon in die regio op vijftien euro ligt. Ze werken standaard 12 uren per dag, maar werken regelmatig drie uren over. Er is op gezette tijden 2 minuten voor een toiletbezoek, terwijl het loopje er naartoe al meer tijd kost. En er wordt met gevaarlijke stoffen gewerkt.
De gevolgen hiervan? Velen kunnen hun familie niet onderhouden, raken oververmoeid, krijgen blaasproblemen en andere gezondheidsklachten. Merly die zich niet aan de 2-minuten-toiletregel kon houden, werd geschorst. Romeo en Saye die de vakbond leiden, zijn nu ontslagen. Celito die ook actief was in de vakbond, is vermoord. En aangezien de buitenlandse fabriekseigenaren een bijzondere vriendschap met de overheid onderhouden, wordt deze zaak – zoals zo vaak bij dit soort moorden – waarschijnlijk nooit opgelost.
Het systeem van uitbuiting wordt door de consument (‘ik wil lekker veel en het liefst zo goedkoop mogelijk!’), de corrupte overheid, het merk en het management van de fabrieken eng goed in stand gehouden. En gelukkig zijn er op de Filipijnen steeds meer fabrieksarbeiders die met de hulp van mensen als Cecil en haar crew vakbonden vormen en gezamenlijk vechten voor betere arbeidsvoorwaarden.
Er is beweging zeggen ze. De arbeiders krijgen met demonstraties en stakingen soms hun baan terug, betere arbeidsomstandigheden of hogere salarissen. Het gevecht is zwaar en niet zonder gevaar. De verhalen over de vermoorde vakbondsleiders, de 9 waakhonden om het kantoor en de andere veiligheidsmaatregelen die ze nemen maken dat meteen duidelijk. Maar ze zijn niet te stoppen. ‘Want..’ zo zei haar collega Joe, ‘als ik dan toch nog wordt vermoord is het in ieder geval voor de goede zaak.’
En omdat ook wij als consument een rol spelen, hoeft deze strijd wat mij betreft niet alleen vanuit de arbeiders en mensenrechtenorganisaties te komen. Jij en ik kunnen ook letten op wat we kopen, eens vaker voor een fair shirt gaan. Ok, die is misschien iets duurder, maar… ‘als je dan iets minder kleding kan kopen is het in ieder geval voor de goede zaak.’