Het is daarom niet verwonderlijk dat opiniepeilingen consequent een uitgesproken pro-Westerse houding onder de bevolking laten zien.
Georgië ligt in de Kaukasus, telt vier miljoen inwoners en is bijna twee maal groter de dan Nederland. Het grenst aan Rusland, Turkijke, Armenië en Azerbajian. Tot 1991 maakte het deel uit van de Sovjet Unie. Sinds zijn onafhankelijkheid heeft de bevolking consequent een pro-Westerse houding ingenomen. Vooral Michael Saakashvili had deze instelling tot speerpunt van Georgië's buitenlands beleid gemaakt tijdens zijn presidentschap (2004 en 2013).
Sinds onafhankelijkheid zijn de Georgië's betrekkingen met Rusland uiterst moeizaam geweest. In het begin van de jaren negentig steunde Rusland de Georgische regio Abchazië die zich wilde afscheiden militair. Sindsdien bepaalt Rusland alles in die verarmde regio, die slechts erkend wordt door Nicaragua, Venezuela, Nauru en Syrië. In 2008 viel Rusland Georgië aan over een conflict over de Georgische provincie Zuid-Ossetië. Na een door de EU bemiddelde wapenstilstand bezet Rusland ook dat gebied. Zo staan Russische troepen nog steeds op 40 kilometer van de hoofdstad Tbilisi.
Het is daarom niet verwonderlijk dat opiniepeilingen consequent een uitgesproken pro-Westerse houding onder de bevolking laten zien, zo ook een enquête eind maart. 63 procent van de ondervraagden ziet de Europese Unie als de belangrijkste politieke partner van hun land, 47 procent de Verenigde Staten. Voor 60 procent is de EU de belangrijkste economische partner en voor 43 de VS. 87 procent ziet Rusland als de grootste bedreiging, waarbij 76 procent meent dat Rusland's agressie tegen hun land voortduurt en 17 procent dat die zo weer kan beginnen. 89 procent is voor een EU-lidmaatschap, 80 procent wil aansluiting bij de Navo.
Deze solide pro-Westerse opstelling staat in schril contrast met die van Georgië's regeringen sinds 2013. Daarin zijn duidelijk pro-Russische besluiten te zien. Die hebben er mede toe geleid dat Georgië eind 2022 niet de status van kandidaat EU-lid kreeg, in tegenstelling tot Moldova en Oekraïne.
Als belangrijkste oorzaak voor de kloof tussen bevolking en regering wordt de Georgische miljardair Bedzina Ivanishvili gezien. Die had zijn fortuin opgebouwd in het Rusland van de wilde jaren negentig van de vorige eeuw, een periode waarin bijna niemand daar rijk kon worden zonder crimineel te handelen of onfrisse politieke deals te sluiten. In 2011 keerde Ivanishvili terug naar Georgië en richtte de partij “Georgische Droom” op die sinds 2013 onafgebroken aan de macht is.
Ivanishvili was de eerste voorzitter van de partij en enkele jaren premier premier. In 2021 trok hij zich terug uit de politiek, maar heeft alle politieke touwtjes nog steeds in handen. Het is goed mogelijk dat het Kremlin hem onder druk kan zetten, doordat een groot deel van zijn
vermogen zich in Rusland bevindt. Hij zou niet de eerste oligarch zijn die veel verliest door niet in de pas van het Kremlin te lopen.
De bezorgdheid onder de bevolking is verder toegenomen met de toevloed van 1,3 miljoen Russen naar Georgië door Rusland's oorlog tegen Oekraïne. Die maken nu 32 pocent van de Georgische bevolking uit (alsof Nederland er in één jaar tijd 5,5 miljoen inwoners bij had gekregen). Waren de eerste vluchtelingen in grote meerderheid anti-Poetin, de tweede golf telt nogal wat Russen die gewoon niet wilden vechten in Oekraïne, maar die niet-noodzakelijk tegen Poetin zijn.
Deze Russische 'burger-invasie' heeft tot enorme onrust onder Georgiërs geleid. Hun land is arm, de Russen staan er financieel doorgaans veel beter voor. Hun aanwezigheid heeft de huren en prijzen van woningen de hoogte ingejaagd zodat dat Georgische woningbezitters liever aan Russen verhuren en verkopen. Daarnaast kopen Russen winkels en bedrijven op.
Ook hier spreekt de laatste peiling duidelijke taal: 79 procent van de ondervraagden wil niet dat Russen zonder visum naar hun land kunnen komen, een bedrijf kunnen beginnen of onroerend goed kunnen kopen.
Twee recente ontwikkelingen deden de Georgiërs verder opschrikken. In februari kwam een aan “Georgische Droom” gelieerde partij met een initiatiefwet met beperkende maatregelen voor non-profit organisaties en media. Als zij meer dan een vijfde van hun budget uit het buitenland ontvingen moesten ze jaarlijks gedetailleerde financiële informatie aan de autoriteiten voorleggen en zich officieel “agent van buitenlandse invloed” noemen. Het initiatief was een directe kopie van de “buitenlandse agenten wet” die Poetins Rusland in 2012 invoerde om onafhankelijke meningen de kop in te drukken. Slechts onder druk van massale protesten werd het initiatief opgeschort (niet ingetrokken).
Begin mei besloot President Poetin het vliegverbod tussen Rusland en Georgië op te heffen dat hij in 2019 had ingesteld na felle anti-Russische protesten. Ook mochten Georgiërs weer zonder visum naar Rusland kunnen reizen.
Zelfs Georgië's President Salome Zurabishvili, in 2018 gekozen als kandidaat van “Georgische Droom”, ziet deze Russische maatregelen als onderdeel van een sinister plot om Georgië geleidelijk aan binnen de Russische invloedsfeer te brengen. Tekenend is dat de eerste vlucht uit Moskou een aanzienlijk aantal in Rusland wonende actieve pro-Russische Georgiërs aan boord had.
Zurabishvili sprak van een “provocatie”: “Hervatting van directe vluchten en visa-vrij reizen is onaanvaardbaar zo lang Ruslands agressie tegen Oekraïne voortduurt en ons land bezet!” Georgië zou afdrijven van Europa en internationaal geïsoleerd raken. Zij waarschuwde voor Ruslands neiging om de bescherming van in het buitenland wonende Russen als voorwendsel te gebruiken voor militaire invasies.
Daarmee legt de Georgische President een directe link met Poetins imperiale ambities, het terugbrengen in de Russische invloedsfeer van landen die onder Russische dominantie deel uitmaakten van de Sovjet-Unie. Het afstoppen van zulk gedrag, dat de vloer aanveegt met volkenrechtelijk erkende soevereiniteit en internationale grenzen, is niet alleen in het belang van Georgië maar ook van het Westen. Daarom moeten Europa en Amerika Georgië actief steunen. Daarvoor is nodig dat het Westerse publiek goed geïnformeerd blijft over ontwikkelingen daar. Dat het land niet direct aan de EU grenst is geen reden voor Europeanen zich minder zorgen te maken.