De New York Times heeft schokkende videobeelden online gezet waarop te zien is hoe een groep vluchtelingen, waaronder kleine kinderen, op het eiland Lesbos in een witte bestelbus naar een boot van de kustwacht wordt overgebracht. Eenmaal aan boord worden ze over water getransporteerd en vervolgens midden op zee aan hun lot overgelaten op een opblaasbaar vlot.
De videobeelden zijn gemaakt door de Oostenrijkse hulpverlener Fayad Mulla, tevens voorzitter van de linkse politieke partij Der Wandel, die al tweeënhalfjaar werkzaam is op het eiland. The New York Times heeft voor publicatie nauwkeurig onderzocht of de beelden authentiek zijn. De Griekse autoriteiten weigeren vragen te beantwoorden over de illegale actie. De Europese Unie verklaart desgevraagd 'bezorgd' te zijn over de beelden. Een woordvoerder stelt dat Griekenland "verplicht is zich te houden aan de internationale wetgeving". Die wetgeving verbiedt deze inhumane praktijken.
De New York Times spoorde de slachtoffers op en sprak met hen in een detentiecentrum in de Turkse stad Izmir. Een vrouw die samen met haar kleine kind gevlucht is uit Somalië, vertelt dat de groep op 11 april, een dag nadat ze met een rubberboot op Lesbos waren geland en schuilden in het struikgewas, werd opgepakt en in een bus werd afgevoerd naar een steiger. De mannen in de bus zeiden dat ze werkten voor de hulporganisatie Artsen Zonder Grenzen. Dat bleek een leugen. Ze werden door de mannen beroofd van al hun contant geld en bezittingen, zoals mobiele telefoons. Hun hijabs werden van het hoofd getrokken.
In een speedboot werden ze naar een, door de EU gefinancierd, schip van de kustwacht overgebracht. Het schip van de kustwacht voer richting Turkije en zette de groep vervolgens midden op zee overboord. De vrouw vreesde dat ze een wisse dood tegemoet ging op het stuurloze opblaasbare vlot. De kustwacht verklaarde later dat 12 migranten op zee waren onderschept en teruggestuurd naar Turkije. De videobeelden bewijzen dat dat een leugen is. De Turkse kustwacht redde de groep uit zee.
De vluchtelingen hadden al een lange reis achter de rug. Sommigen waren vanuit Somalië naar Jemen gevlucht maar die opvang in de regio bleek onmogelijk omdat in dat land een oorlog woedt. Na een verblijf van meer dan een jaar in Turkije, het land dat de meeste vluchtelingen ter wereld herbergt, staken ze met behulp van smokkelaars over naar Griekenland. In plaats van het asiel te krijgen waar ze hoogstwaarschijnlijk recht op hebben - 80 procent van de asielaanvragen van Somaliërs en Eritreërs blijkt terecht - werden ze illegaal teruggestuurd.
Zondag worden in Griekenland parlementsverkiezingen gehouden. In de peilingen gaat de conservatieve partij van premier Kyriakos Mitsotakis aan kop met 36 procent, gevolgd door de linkse Syriza met 29 procent. De sociaal-democraten komen op de derde plaats met 10 procent en de rest wordt verdeeld onder nog kleinere partijen. Voor het vormen van een regering is een coalitie noodzakelijk.
Mitsotakis wil een muur optrekken langs de gehele 192 kilometer lange grens met Turkije. Hij wil dat de EU die gaat betalen. Dat doet denken aan het plan van Trump om een muur op te trekken bij de grens met Mexico en die door een ander te laten betalen maar de premier wil van die vergelijking niet weten. "Ik heb geen dik blond haar dus de vergelijking met Trump gaat niet op," zei hij in een reactie die overigens nogal Trumpiaans aandoet.
Alexis Tsipras, voormalig premier en leider van Syriza, ziet niks in de muur, schrijft de Europese politieke nieuwssite Politico en citeert hem: "Het migratie/vluchtelingen probleem is veel ingewikkelder als je het zou kunnen oplossen met een muur dan zou dat gebeuren. Trump zei "de muur gaat ons redden" maar je kunt niet gered worden door muren." De sociaaldemocratische PASOK daarentegen steunt uitbreiding van de muur. De partij was ook de initiatiefnemer voor de bouw van het eerste stuk.
Van Griekenland is al langer bekend dat het land zich schuldig maakt aan illegale pushbacks, waarbij bootjes met vluchtelingen terug de internationale wateren in worden geduwd.