co-auteur: Peter de Goede
Eind 2021 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid het rapport 'Kiezen voor houdbare zorg'. Het rapport maakt duidelijk dat de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in financieel, personeel en maatschappelijk opzicht onder druk staan. De huidige trend dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen, is niet altijd de beste oplossing. Hoe kunnen we het, als we ons baseren op onderzoek en ervaringen, dan beter doen?
Wat goed is, zoals vervoer, voedselkwaliteit, onderwijs of zorg moeten we behouden, zodat het beschikbaar blijft voor alle inwoners van Nederland. Dit geldt ook voor de meest kwetsbare inwoners.
De kwaliteit binnen de zorg is in het algemeen hoog. Het probleem ligt in de toegankelijkheid van de zorg en het systeem van marktwerking dat een goede samenwerking frustreert.
In verpleeghuizen wordt geconstateerd dat ouderen op steeds hogere leeftijd binnenkomen en dat zij minder gezond zijn dan 10 tot 20 jaar geleden het geval was. De gezondheid van thuiswonende ouderen moet versterkt worden.
Door het verdwijnen van verzorgingshuizen ontstond een logistiek probleem binnen de thuiszorg. De geweldige medewerkers van thuiszorgorganisaties zijn veel tijd kwijt met het zich verplaatsen van het ene adres naar het andere. Daar komt bij dat er te weinig personeel is om de zorg te verlenen.
Ouderen die langer thuis wonen, krijgen daardoor niet altijd meer de zorg die nodig is. Zo gaan ouderen vanwege lichamelijke, psychische of sociale oorzaken niet meer naar de tandarts of andere ondersteunende voorzieningen. De kwaliteit komt bovendien onder druk te staan als behandelingen op een keukenstoel moeten worden gedaan. Ook arbo-technisch en uit hygiënisch oogpunt kunnen veel behandelingen nu eenmaal niet in huis plaatsvinden.
Het nieuwe integraal zorgakkoord gaf een opsomming van oplossingen en concludeerde dat we ons meer op preventie moeten richten en dat er meer moet worden samengewerkt.
Preventie is een sleutelwoord, al blijkt het niet altijd eenvoudig iemand te motiveren tot meer bewegen, minder roken en gezonder eten. De meest kwetsbare en ongezond levende mensen moeten er bewust van worden gemaakt dat er goede en gezonde keuzes mogelijk zijn.
Samenwerking betekent dat we de krachten moeten bundelen en niet het probleem simpelweg bij een andere zorgverlener moeten neerleggen. Gekeken moet worden hoe je samen iets voor een ander kunt betekenen. Hierbij moeten de ouderen zelf uiteraard ook betrokken worden.
De Vitaliteitsdagen die in dit kader door KBO-Brabant worden georganiseerd, zijn een positief voorbeeld. Tijdens deze dagen werken huisarts, apotheker, tandarts-geriatrie, fysiotherapeut en diëtist samen. Zij gaan in gesprek met ouderen. Deze ouderen zijn vaak ook nog mantelzorgers die veel werk verrichten en te veel op hun bordje krijgen. Sociale activiteiten zoals boodschappen doen en samen wandelen zijn leuk, maar zodra er meer nodig is, zoals medische handelingen, worden mantelzorgers nogal eens overvraagd en onzeker. Bij medische handelingen spelen de verantwoordelijkheid en gezamenlijk beslissen wat wenselijk is de belangrijkste rol.
Het is duidelijk dat beslisondersteuning nodig is voor ouderen én voor hun mantelzorgers. De essentiële vraag is hoe we rekening kunnen houden met de behoeften van ouderen. Bij ouderen gaat het om een diverse groep. Als het ouderen betreft die lijden aan dementie of Parkinson zijn helpende handen nodig.
Vanuit het Jeroen Boschziekenhuis in Den Bosch (JBZ) is het Doorleefplan Dementie ontwikkeld. Het plan helpt patiënten om zoveel mogelijk door te gaan met leven. Ook vergemakkelijkt het plan de begeleiding voor de naasten en de professionele hulpverleners. Het unieke van het doorleefplan is dat het een invulboek is, wat vooral uitnodigt om met elkaar in gesprek te gaan over 'Hoe nu verder?' Waar sta je nu en wat voor concrete afspraken zijn nodig om nog zoveel mogelijk je eigen leven te blijven leven.
Een voorbeeld uit de praktijk betreft de verzorging van het gebit. Ouderen die niet meer naar de tandarts gaan of kunnen gaan, verdienen onze aandacht. Door samenwerking van zorgverleners en ouderenvereniging lukt het om er zo vroeg mogelijk bij te zijn. Het betreft vroegdiagnostiek van waaruit een plan opgesteld wordt.
Verzekeraars hebben bepaald dat het opstellen van een plan, op verzoek van een collega zorgverlener, vergoed kan worden vanuit de basisverzekering. De creatieve keuze is het loskoppelen van diagnose en behandeling. De tandarts-geriatrie kan de diagnose stellen, maar het streven is de ouderen zoveel mogelijk door hun eigen tandarts te laten behandelen. Deze werkwijze is gebaseerd op samenwerken.
Instanties als Het Trimbosinstituut, VWS, Het Nivel, Significant en Samergo onderzochten deze ontwikkelingen binnen de zorg, waarbij de samenwerking zoals gerealiseerd in Brabant telkens als bright spot of best practice genoemd werd. Door te investeren in gezondheid blijft de zorg houdbaar voor alle betrokken partijen.
Raf Daenen, oud wethouder endocent maatschappelijke ontwikkeling.
Peter de Goede, tandarts-geriatrie en docent sociale tandheelkunde. Werkt samen met de belangenvereniging senioren KBO-Brabant.