Ondanks zorgen over de toename van het aantal gokverslaafden hebben de kabinetten Rutte (lees VVD) gewerkt aan het legaliseren van online gokken en het reclamemaken daarvoor. Met gokken valt namelijk heel veel geld te verdienen. Niet door de gokkers maar door de exploitanten. De NOS heeft achterhaald dat de gokbedrijven ook nauw betrokken werden bij het opstellen van de reclameregels. Naar hulpverleners werd veel minder geluisterd. De regels moesten onder meer voorkomen dat mensen in de problemen komen door te gokken.
De NOS schrijft:
Bij het opengaan van de gokmarkt werd het inzetten van BN'ers in reclames toegestaan, ondanks zorgen van verslavingsdeskundigen. De angst was dat het optreden van BN'ers in reclames tot meer nieuwe spelers zou leiden, maar mede op verzoek van Toto mochten bekendheden toch in reclames figureren. Toen bleek dat er erg veel reclames werden uitgezonden en er veel gegokt werd, moesten de regels onder druk van de Tweede Kamer worden aangepast. Om die aanpassing snel door te kunnen voeren werden de regels niet langs de gebruikelijke weg voorgelegd aan de Kamer. Vlak voor de regels af waren, kregen gokbedrijven de mogelijkheid om suggesties te doen.
Uit de door de NOS opgevraagde overheidsstukken blijkt dat vier gokbedrijven en drie brancheorganisaties tot op het laatste moment intensief betrokken werden bij het vormgeven van het beleid. De gokbedrijven uitten 41 keer bezwaar tegen de overheidsvoorstellen. In bijna de helft van de gevallen werden die bezwaren ingewilligd. Zo werd de reclamebeperking voor mensen met een lage sociaaleconomische status en mochten BN'ers ingezet worden bij openingen en symposia.
Kennisorganisatie voor verslaving en mentale gezondheid Trimbos-instituut kreeg ook kans op inspraak. Van de 5 ingebrachte punten werd er 1 overgenomen. Het kennisinstituut kreeg geen mogelijkheid om te reageren op de aanpassingen die de gokbedrijven lieten doen.
"Er zijn richtlijnen die voorschrijven dat het inwinnen van geluiden tijdens de voorbereiding van wetgeving evenwichtig moet plaatsvinden. Dat lijkt hier onvoldoende gebeurd", zegt Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, tegen de NOS.