Ons massaal ergeren aan de bekrompenheid van de Nashville-supporters is uiteindelijk je ergeren aan ons aller vrijheid
Met stijgende verbazing zag ik de afgelopen dagen een forse reeks Tweets en Facebook-posts waarin prominenten uit de LHBTQ-hoek en andere tolerante zielen duidelijk maakten hoe ze over de ‘middeleeuwse’ principes van Kees van der Staaij en zijn SGP-aanhang dachten. Zieke oude geesten vol homohaat, dat waren ze. En dat zou hen wel even duidelijk gemaakt worden met een online bombardement aan #lovewins homohuwelijksfoto’s, regenboogvlaggen en vernietigende verwijten dat Kees en zijn ‘broeders’ geen liefde kennen. Een LuckyTV is de kers op de taart van dergelijk maatschappelijk verzet en die kwam er ook nog. Met copyrightclaim – de kers op de kerst op de taart. Maar waarom?
Natuurlijk, ik begrijp dat we ons moeten uitspreken tegen intolerante opvattingen, maar wat was het doel van al dat taggen van Kees en de gereformeerde gemeenschap? Wat moest er bereikt worden, afgezien van het etaleren van het eigen ruimdenkende, moderne gelijkheidsdenken? Was er de hoop dat iemand op andere gedachten komt? Dat zo’n orthodoxe gelovige dat las en dacht: oh nee, ik zit helemaal fout als Claudia de Breij het zegt?
Dat het grootste deel van de natie nergens meer in gelooft is bekend, maar dat men ook geen benul meer heeft van wat een religie is wist ik niet. En ook niet dat zo stug gedacht wordt dat ‘ze’ wel met de tijd mee zullen gaan. Terwijl het heilige christelijke boek al eeuwen dezelfde bijbel is. Met dezelfde teksten en opvattingen. En dat is de essentie van deze kwestie: die opvattingen bedenken deze strikte gelovigen niet zelf. Ze zijn voorgeschreven in hun heilige boek waar ze rotsvast van geloven dat het gods woord is. Wat kun je daar nou tegenin brengen?
Misschien heb ik het ‘voordeel’ als kind en jongere bijna 20 jaar in een streng gereformeerde kerk te hebben gezeten, maar toch. Dit is niet zo lastig te begrijpen. De Nashville-verklaring is ondertekend door een aantal protestantse predikers en ook de naam van de SGP-voorman prijkt op de lijst. Kees bevestigde – en lichtte ‘s avonds bij Jinek nog toe – dat zijn naam daar goed staat. En dat is zeer begrijpelijk en logisch voor wie weet waar hij voor staat.
Wie de verklaring leest, kan de vele overeenkomsten zien met de standpunten die de SGP al sedert haar oprichting in 1918 aanhoudt in relatie tot de homoseksuele medemens. En dat standpunt hebben ze dus niet omdat zij homo’s haten, niet omdat ze bang voor ze zijn, niet omdat ze liefdeloos zijn, niet omdat ze denken dat het een ziekte is (wel een onnatuurlijke afwijking), maar om de doodeenvoudige reden dat hun interpretatie van de bijbel ze geen andere keus laat.
Die bijbel is voor hen het letterlijke woord van god zelf. Dus welk standpunt denk je dat dan zwaarder weegt? Dat van hun schepper en almachtige god, of van de moderne, goddeloze, twitterende mens? Precies, al die ophef is voor hen niet meer dan een bevestiging dat ‘de wereld’ verder dan ooit van ‘de waarheid’ is afgedwaald.
Op de website van het kenniscentrum Edudivers staan wat niet mis te verstane bijbelcitaten. Lees en huiver:
Leviticus 18:22: “Met een man mag u geen omgang hebben zoals met een vrouw; dat is een gruwel.”
Leviticus 20:13: “Als een man met een andere man omgang heeft zoals met een vrouw, begaan beiden een afschuwelijke daad. Zij moeten ter dood worden gebracht.”
Korinthiërs 6:9-10: “Wat! Weet gij niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodsdienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor onnatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, nog afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.”
Romeinen 1:26: “Daarom heeft God hen prijsgegeven aan onterende hartstochten. En vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke. Eveneens hebben de mannen de natuurlijke gemeenschap met vrouwen opgegeven en zijn ze in lust voor elkaar ontbrand: mannen plegen ontucht met mannen.”
In de loop der jaren, in de ijdele hoop de leegloop van de kerken te remmen, zijn heel wat genootschappen ‘genuanceerd’ tegen deze bijbelverzen aan gaan kijken. Het moet vooral niet letterlijk genomen worden – de citaten dat Jezus van iedereen houdt passen beter bij deze tijdgeest. Het moest vriendelijker, zachter, liever, gezelliger – de kerk moest een veilige haven voor zielenrust zijn en geen oord waar hel en verdoemenis wordt gepredikt.
Maar er is ook nog altijd een stroming die wel vast blijft houden aan de oude leer. Die stelt dat een geloof er niet is voor de saamhorigheid en de gezellige, vredige gedachte dat gods liefde en hemel er voor iedereen is. Voor hen telt maar een criterium: is het de waarheid volgens de bijbel?
En dat mag, hoe het gevolg hiervan ons ook tegen de borst stuit. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting – ze zijn felbevochten en gelden ook voor meningen die ons niet aanstaan. Zelfs voor opvattingen die schadelijk kunnen zijn voor het welzijn van jongeren in die gemeenschap die hun eigen geaardheid niet mogen accepteren. Droevig maar waar. (Al zou je de kanttekening kunnen plaatsen of onze wettelijk bepaalde vrijheid ook voor gods mening geldt. Zeker als die mening discrimineert, uitsluit en lijnrecht ingaat tegen wat we als weldenkende tolerante mens gepast en juist vinden anno 2019.)
Ons massaal ergeren aan de bekrompenheid van deze Nashville-supporters is je ergeren aan een stroming christenen die de bijbel niet willen afzwakken om erbij te blijven horen. Die niet hun waarheid willen verloochenen om geaccepteerd te worden door de andersdenkende massa. Is je ergeren aan het feit dat zij de vrijheid hebben te vinden dat niet iedereen dezelfde vrijheden heeft. Het is uiteindelijk je ergeren aan ons aller vrijheid.
Wat mij betreft is het tijd om te erkennen dat er nu eenmaal mensen zijn voor wie het woord van hun god zwaarder weegt dan dat van welk mens dan ook met scherpe oneliners. Dus ophouden met doelloos refo-bashen, hopen dat de jongeren in de knoop met zichzelf een weg naar buiten weten te vinden en dagelijks op onze blote knietjes dankbaar zijn dat we het slechts over een handjevol mensen hebben.