GroenLinks-PvdA en D66 willen dat de Nederlanse overheid een onderzoek instelt naar de inmenging van Israël in het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Afgelopen week bleek dat medewerkers van het Strafhof negen jaar lang door de Israëlische autoriteiten zijn bedreigd en geïntimideerd om een onderzoek naar oorlogsmisdaden in Palestina te dwasbomen. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van spionage.
Kamerlid Kati Piri (GL-PvdA) heeft deze week schriftelijke vragen ingediend bij de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken. Daarin schrijft zij dat Nederland “een speciale verantwoordelijkheid heeft om medewerkers van het Hof en mensen die willen getuigen tegen oorlogsmisdaden” te beschermen. Ze eist een onderzoek naar de rol die de Israëlische ambassade in Den Haag heeft gespeeld. Verder noemt ze de intimidatie- en afluisterpraktijken onacceptabel en een overtreding van artikel 70 van het Statuut van Rome, op basis waarvan in 2002 het Internationaal Strafhof is opgericht. In dat artikel staat dat er direct moet worden opgetreden tegen belemmeringen van de rechtsgang.
Extra gevoelig voor de Nederlandse overheid, is dat Dick Schoof nu in beeld is als beoogd premier van het nieuwe ultrarechtse kabinet. Schoof was voorheen hoofd van inlichtingendienst AIVD. Hoofdaanklager van het Strafhof Fatou Bensouda, een van de voornaamse doelwitten Israël, heeft melding gemaakt van de intimidatiepraktijken. Dat zou betekenen dat Schoof, in die tijd nog AIVD’er, hiervan af moet hebben geweten.
In een gesprek met The Guardian wijst Piri erop dat toen in 2018 werd ontdekt dat Rusland spioneerde bij de OPCW, de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens, Nederland direct in actie kwam en de betrokken ambassademedewerkers het land uit zette. Ook reageerde Nederland direct fel toen in 2020 de Amerikaanse regering onder de inmiddels veroordeelde crimineel Donald Trump sancties oplegde aan ICC-medewerkers vanwege het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden door Amerikaanse soldaten in Afghanistan.
Piri zegt te verwachten dat “deze regering – nu het over Israël gaat, normaal gesproken een bondgenoot van Nederland – net zo krachtig opkomt voor het werk van het ICC, de bescherming van het internationaal recht, en ook voor de aanklagers, de werknemers en de getuigen waarvan [The Guardian] zei dat ze zo geïntimideerd zijn dat ze niet langer durven te getuigen tegen de gepleegde oorlogsmisdaden.”
Behalve Piri heeft ook D66-Kamerlid Jan Paternotte Kamervragen gesteld. Volgens hem is de Israëlische intimidatie “een grove aanval op de internationale rechtsorde”.