In Zuid-Holland zijn partijen bagger met asbest en arseen in de Meeslouwerplas, een natuurplas, gestort. Bij de storting van het arseen gebeurde dat op illegale wijze, met medeweten van de toezichthouder. De provincie Zuid-Holland zegt de asbestkwestie te onderzoeken en van de arseenstort niets te weten. Bij een ander project adviseerde een private toezichthouder, ingehuurd door het waterschap en de provincie, een baggeraar om een illegale partij bagger met asbest in een plas in Gameren te storten. ‘Breng maar gewoon weg en doe maar of je neus bloedt’ , werd hem geadviseerd, zo blijkt uit onderzoek van ZEMBLA , onderzoekscollectief SPIT en Follow the Money.
In zeker 60 Nederlandse natuurplassen is de afgelopen tien jaar minstens 100 miljoen kubieke meter vervuilde grond en bagger gestort, met onder meer plastic, sloopmateriaal en accu’s. Regelgeving wordt met voeten getreden, handhaving en controle schieten ernstig tekort.
De Nederlandse wetgeving staat het storten van ‘licht verontreinigde grond’ in voormalige zandwinplassen toe. Het zou goed voor de natuur zijn om plassen minder diep te maken. In de rest van Europa is dit strikt verboden. Een baggeraar in ZEMBLA: “In Nederland hebben we iets bedacht waardoor het wel kan en dat noemen we dan ‘nuttige toepassing’”.
Ecoloog Piet-Jan Westendorp doet in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek naar deze ‘nuttige toepassing’ en zegt in ZEMBLA : Als er gesteld wordt dat het per definitie goed is voor de natuur, dan durven wij nu al te stellen dat dat niet zo is.” Daarom adviseert Westendorp staatssecretaris Stientje van Veldhoven om direct te stoppen met de verondiepingen, totdat de resultaten van zijn onderzoek (in 2021) bekend zijn. ZEMBLA, FTM en SPIT ontdekten dat er inmiddels veel meer verondiepingsprojecten bedacht zijn dan er bagger is. Het is een verdienmodel geworden. Milieuchemicus Joop Harmsen: Er is de mogelijkheid gekomen om vervuild materiaal kwijt te kunnen. Vervuild materiaal heeft een negatieve waarde. Dus ik denk dat er bedrijven zijn die denken: hier kunnen we geld mee verdienen.”
Het storten van licht verontreinigde grond en bagger in voormalige zandwinplassen was oorspronkelijk bedoeld als oplossing voor het overschot aan bagger, ontstaan door het project Ruimte voor de Rivier. Daarbij werden de grote rivieren verbreed en uitgediept om overstromingen te voorkomen. Harmsen was destijds één van de adviseurs van de overheid: “Ik denk dat ik in die tijd wat te naïef ben geweest. Wat we nu doen is: we verdiepen plassen en halen daar schoon zand uit. En we gaan dan dat schone zand vervangen door vervuild materiaal. Dat rijmt niet.”