De druk op Boris Johnson om af te treden zal toenemen nu de Britse Conservatieven bij twee tussentijdse verkiezingen een gevoelige nederlaag hebben geleden. Labour won de verkiezingen in het district Wakefield, terwijl de Liberal Democrats de zetel in Tiverton and Honiton pakten.
De twee districten worden beschouwd als een goede graadmeter voor de stemming in het land. Tiverton was een eeuw in handen van de Conservatieven. Wakefield daarentegen is van oudsher een Labour-district. Het was een van de oude industriegebieden waar Boris Johnson in 2019 een verrassende overwinning boekte.
Inmiddels hebben de kiezers van Wakefield het wel weer gehad met Johnson. De premier ligt al maanden onder vuur vanwege ‘partygate’. Terwijl Johnson de rest van het land opdroeg om vanwege corona geen andere mensen te zien, werd in de ambtswoning van de premier het ene na het andere feestje gevierd. De bewoners van Wakefield hebben daarnaast te lijden onder de torenhoge inflatie en groeiende armoede.
Voor de Conservatieve partijvoorzitter Oliver Dowden waren de dramatische uitslagen bij de twee tussentijdse verkiezingen aanleiding om donderdagavond op te stappen. In een brief aan Johnson schrijft hij: “Onze aanhangers zijn teleurgesteld over de recente ontwikkelingen en ik deel die gevoelens. We kunnen niet op deze manier doorgaan. Iemand moet de verantwoordelijkheid nemen, en ik ben tot de conclusie gekomen dat het onder deze omstandigheden niet verstandig zou zijn om aan te blijven.”
De tussentijdse verkiezingen in Tiverton en Wakefield waren nodig omdat de twee Conservatieve Lagerhuisleden die de zetels bezetten, in opspraak waren gekomen. De ene Tory moest vertrekken omdat hij in het Lagerhuis porno had zitten kijken op zijn telefoon. De andere moest zijn biezen pakken omdat hij werd veroordeeld wegens aanranding van een minderjarige.