Het op het sportveld kunnen knielen vanwege Black Lives Matter of het dragen van een transgenderbandje laat een verandering in de wereld zien die fundamenteel verder reikt dan de sport
Sporters krijgen van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de ruimte om hun politieke of sociale opvattingen tijdens de spelen in Tokio te uiten. Niet op het speelveld en de podia maar tijdens hun verblijf en in de media. Dit betekent een verruiming van de regel dat elke vorm van politieke, religieuze of raciale propaganda verboden is.
We kunnen dit zien als het resultaat van een voorbeeldige samenwerking tussen protesterende burgers die zich niet willen neerleggen bij racisme en discriminatie en topsporters die niet langer willen zwijgen over het onrecht in de wereld.
Nu zijn de Olympische Spelen altijd al een voorwerp van politiek geweest. In 1936 gebruikte Hitler de spelen in Berlijn als propaganda voor zijn nationaalsocialistische ideologie. Duitse Joden werden op een enkele uitzondering na uitgesloten. Nederland nam deel aan deze spelen maar kende ook enkele weigerende sporters.
In 1976, in Canada, werd Zuid-Afrika geschrapt van de deelnemerslijst vanwege het apartheidsregime. Persoonlijk maakte ik in 2007 de propagandaslag in Beijing mee met het oog op de spelen van 2008 aldaar. Elke straathoek, elk gebouw gaf aan dat door China een geweldige mondiale prestatie zou worden verricht. De berichten over verplichte lessen Engels voor taxichauffeurs en een algemeen spuugverbod haalden bijna alle media. Wat de Chinezen zelf niet konden lezen waren de buitenlandse berichten over slechte werkomstandigheden in Chinese fabrieken die producten voor het Olympisch festijn maakte.
De verkregen demonstratievrijheid tijdens de Olympische Spelen in Tokio is niet een incident in het geopolitiek landschap anno 2021. Het op het sportveld kunnen knielen vanwege Black Lives Matter of het dragen van een transgenderbandje laat een verandering in de wereld zien die fundamenteel verder reikt dan de sport. De afgelopen jaren trokken wereldwijd al duizenden jongeren de straat op om te pleiten voor een veilig klimaat en voor mensenrechten. Laten we de namen van de voorvechters van deze jongeren niet vergeten: Greta Thunberg (Zweden, klimaatontwrichting), Malala Yousafzai (Pakistan, onderwijs voor meisjes), Olga Mislik (Rusland, demonstratievrijheid), Joshua Wong (Hongkong, politieke vrijheden), Emma González (VS, veilige scholen).
Leiden deze veranderingen van onderaf ook tot een herziening van onze politiek tussen landen, kortheidshalve aangeduid als geopolitiek? Hier luidt het antwoord negatief. De Nederlandse geopolitieke experts en denktanks houden zich voornamelijk bezig met abstracte analyses over de veranderende machtsverhoudingen tussen China, Rusland, de VS en Europa. In hun analyses spelen de burgers van deze landsdelen nauwelijks een rol. De analyses betreffen vooral economische invloedsferen en hoe (economische) invloed aan te wenden is in het geopolitieke machtenspel: China is een opkomende macht, de VS verliezen terrein, Rusland stookt aan de grenzen van zijn gebied terwijl Europa op zoek is naar zijn eigen rol in deze geopolitieke wereld.
Door de tegenstelling ‘China en het Westen’ duikt steeds meer het begrip Nieuwe Koude Oorlog op. Ik heb eerder aangegeven dat het denken in deze termen een gevaarlijke verstoring van de wereldorde kan betekenen. Nee hoor, reageert expert Rob de Wijk aan het einde van zijn nieuwe boek De slag om Europa (2021): ‘Geen ontketening van een nieuwe Koude Oorlog. Absoluut niet’. Daarvoor heeft hij wel 355 pagina’s nodig gehad om te wijzen op de grote gevaren van de grote ‘ontregelaars’ China en Rusland. En zijn ruime verzameling wetenswaardigheden over deze ontregelaars vertellen ons niet hoe gewone burgers – in navolging van de sporters en demonstranten – kunnen bijdragen aan een betere en veilige wereld. Blijft feitelijk over: een nieuwe Koude Oorlog.
Het is ook geen gemakkelijke opgave om als gewone burger de wereld om je heen te snappen en in actie te komen. Tijdens de verkiezingen en de nu nog steeds lopende formatie wordt geen beroep gedaan op de denkkracht in de samenleving en blijven de frames bepaald door het belang van de eigen politieke partij. Het is exemplarisch dat extreem nationalistisch rechts (PVV, FvD) de felste aanvallen richt op politica Sigrid Kaag die in het Midden-Oosten internationaal betekenisvol werk heeft verricht.
Voor een alternatieve geopolitieke strategie van onderaf is bijvoorbeeld een actief lidmaatschap van internationale ngo’s (Greenpeace, Amnesty International, Extinction Rebellion, e.a.) mogelijk. Om vandaar uit te ageren tegen de nieuwe Koude Oorlogsretoriek en actief mee te denken aan dialogen in VN-verband. Wat ook helpt is om collectief consumentenboycots te organiseren, bijvoorbeeld als China bij de Olympische Winterspelen in februari 2022 de mensenrechten betreffende de Oeigoeren blijft schenden. Het is te verwachten dat betrokken burgers binnen en buiten deze Spelen deze zullen aangrijpen om het respecteren van mensenrechten af te dwingen. Geopolitiek-van-onderaf zogezegd.
Is er bij zo’n grassroots-strategie geen rol weggelegd voor de nationale overheden? Zeker wel. Omdat internationale vraagstukken nagenoeg ontbreken in de politieke debat zal in de eerste plaats de politieke agenda opgeschud moeten worden. Het gaat daarbij om het verbinden van lokale strategieën met centrale programma’s betreffende buitenlandse politiek. Dit betekent een afdwingen van een proactieve EU-opstelling betreffende klimaat en mensenrechten en het concentreren op conflictgebieden die de wereldvrede (kunnen) verstoren (Afghanistan, Midden-Oosten, delen van Afrika). Op z’n minst dienen de politieke leiders niet weg te kijken als het gaat om deze vraagstukken.
Het hier bepleite, nieuwe geopolitieke speelveld kent ook spelers die nog niet genoemd zijn maar die ons als burger inspireren met hun poëzie, muziek, dans en beelden, vaak grensoverstijgend maar altijd betrokken bij de wereld om ons heen. Zoals de sporters in Tokio. Hun Amor Mundi (liefde voor de wereld) is afwezig in de gevestigde analyses maar draagt wel bij aan het bij voorbaat failliet verklaren van welke nieuwe Koude Oorlog ook.
Neem bijvoorbeeld het vraag-en-antwoordspel in het lied van Nobelprijswinnaar Bob Dylan:
Yes, and how many years must a mountain exist Before it is washed to the sea? And how many years can some people exist Before they’re allowed to be free? Yes, and how many times can a man turn his head And pretend that he just doesn’t see?
The answer, my friend, is blowin’ in the wind The answer is blowin’ in the wind
Naschrift: Nederland kent een onafhankelijke Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) die de regering en het parlement voorziet van adviezen ( www.adviesraadinternationale vraagstukken.nl). Binnen de raad bestaan er enkele vacatures. Ik heb gesolliciteerd en een publiek sollicitatiedocument opgesteld (te raadplegen via http://www.asom.org/Documenten/PublieksollicitatiedocGiepHagoort-AIV.pdf ). Ik maak dit via onder andere joop.nl bekend om het geopolitieke ‘old boys & ladies network’ open te breken. Ik kies voor transparantie en vind het noodzakelijk dat de sollicitatiesprocedure kenbaar moet zijn, inclusief de lijst met kandidaten.