Het lekken en lozen van giftige stoffen door Chemours lijkt inmiddels een patroon geworden
Chemours stelt de omgeving, mens en dier, natuur en milieu, keer op keer bloot aan gevaar. Het RIVM heeft de gemeenten Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht vorige week laten weten dat in slootwater en opgevangen regenwater sterk verhoogde concentraties van de kankerverwekkende stoffen PFOA en GenX bevatten. Niet voor de eerste keer; met regelmaat blijken deze stoffen in de omgeving terecht te komen. Wat moet er gebeuren voordat de vergunning van dit chemiebedrijf wordt ingetrokken?
Je kunt zeggen wat je wilt over Chemours, maar saai is het nooit rond het Dordtse bedrijf. Er is altijd weer een nieuw lek of illegale lozing van giftige stoffen zoals GenX. Zelfs het gifgas PFIB, dat op de lijst van chemische wapens van de Verenigde Naties staat, is dit jaar drie maanden op rij vrijgekomen. Geen enkel ander bedrijf in Nederland is het afgelopen jaar zo vaak negatief in het nieuws gekomen. Het lekken en lozen van giftige stoffen door Chemours lijkt inmiddels een patroon geworden.
Vorige maand bepaalde de rechter dat Chemours de uitstoot van GenX niet verder hoeft in te perken. Niet omdat er niets mis is met deze stof, maar omdat de wachtlijst om op de officiële lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) te komen zo lang is. Plaatsing op die lijst is een voorwaarde om stoffen uit de omgeving te kunnen weren. Voor GenX, een relatief nieuwe stof, duurt het nog tot 2019 voor het zover is. Toch is allang duidelijk dat GenX kankerverwekkend is en leverschade veroorzaakt, maar omdat nog niet is uitgerekend hoe gevaarlijk de stof tot drie cijfers achter de komma is, kan GenX nog niet op de lijst van schadelijke stoffen worden geplaatst. En zolang dat niet gebeurd is, mag Chemours het gif blijven verspreiden.
En dat doet het bedrijf. Inmiddels komt GenX op meerdere plekken in het milieu terecht: in ons drinkwater, in onze moestuinen en in de lucht. Niet alleen in de directe omgeving van Dordrecht, waar Chemours de stof produceert. Het gif is ook aangetroffen in Aarle-Rixtel, Eindhoven en Moerdijk, waar afvalverwerkers van Chemours zitten. Vorige maand bleken zowel Chemours als deze afvalverwerkers maling te hebben aan de aanwezigheid van GenX in afval. Chemours neemt niet de moeite om de aanwezigheid ervan te melden, afvalverwerkers nemen niet de moeite om er naar te vragen. En omdat ook niemand het afval structureel controleert op de aanwezigheid van schadelijke stoffen vinden we het gif op steeds meer plekken terug in ons milieu en het oppervlaktewater. GenX verspreidt zich als een olievlek over Nederland en wordt zo steeds meer een nationaal probleem. Een nationaal probleem verdient een nationale aanpak; een aanpak dus waar de Rijksoverheid een coördinerende rol speelt.
Nu is dat niet het geval. Niet de regering, maar de provincies, gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening, controle en de handhaving van de GenX-problematiek. De vraag is of deze lagere overheden wel zijn toegerust op deze complexe taken en of de besturen wel de kennis en kunde in huis hebben om de volksgezondheid en de omgeving te beschermen tegen GenX. Het feit dat het RIVM dit voorjaar adviseerde om groenten uit moestuintjes uit de omgeving van Chemours niet of slechts beperkt te eten, geeft de machteloosheid goed weer. De overheid wėėt dat GenX ongezond is, maar kan voorlopig niet veel meer doen dan omwonenden waarschuwen. De overheid als tandeloze beschermer van de volksgezondheid.
Het is eigenlijk heel simpel. GenX hoort niet thuis in het milieu, niet in het oppervlaktewater, niet in de natuur, niet in de lucht en niet in moestuinen. Dat betekent dat de vergunning van Chemours flink moet worden aangescherpt en dat het lozen van GenX moet worden wordt verboden. En de controle op en handhaving van dat verbod moet terug onder de Rijksoverheid vallen. De bestrijding van GenX is te belangrijk en te complex om versnipperd aan te pakken.