Een groot deel van de oppositie heeft geen vertrouwen meer in Mark Rutte. Dat bleek woensdag tijdens het debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen.
Jesse Klaver verklaarde aan het begin van de tweede termijn van de Tweede Kamer dat hij geschrokken is door de gebrekkige reflectie van de premier. De GroenLinks-leider diende een motie van wantrouwen in. Die wordt gesteund door een groot deel van de oppositie. Het vertrouwen in Rutte is weg.
SP-Kamerlid Sandra Beckerman vindt het bizar dat de premier niet zelf de conclusie heeft getrokken dat het tijd is om zijn biezen te pakken. “Als dit onder jouw verantwoordelijkheid is gebeurd, een hele provincie opgeofferd, dan zou je je dood moeten schamen dat er een motie van wantrouwen nodig is.”
De coalitiepartijen blijven Rutte steunen. “Op welke wijze bent u gerustgesteld”, vroeg Klaver aan D66-Kamerlid Faissal Boulakjar. “Waarom blijft u het vertrouwen houden? Dit gaat over het functioneren van de premier in de afgelopen dertien jaar. U heeft geen enkele kritische premier gesteld.”
Hoewel de motie van wantrouwen geen meerderheid krijgt, is zij toch een flinke tegenvaller voor Rutte en de coalitiepartijen, schrijft NRC. “Als de huidige coalitie een meerderheid wil hebben in de nieuwe Eerste Kamer om wetsvoorstellen aan te kunnen nemen, zal het samen moeten werken met het linkse blok van PvdA en GroenLinks, of met de BoerBurgerBeweging. Alle drie deze partijen steunen de motie van wantrouwen.”