Als we in ons groentenschap in de supermarkt groenten zouden leggen zoals die tweehonderd jaar geleden bestonden, de oergroenten die je nu nog wel in hardcore bio-winkeltjes kunt vinden, zou de omzet decimeren
Gisteren nam het Europese hof een belangrijke beslissing over gentech, de techniek die door het ingrijpen in DNA-structuren eigenschappen van planten, dieren of mensen kan veranderen. Het ging om mutagenese een milde vorm van het echte heavy werk waarvoor een 17 jaar oude wet bestaat die experimenteren met DNA zeer bemoeilijkt. En die wet is nog eens het resultaat van 8 jaar onderhandelen. De uitgangspunten zijn dus 25 jaar oud. Het Europese hof hanteert het voorzorgprincipe, wat je zou kunnen vertalen als: “Ik weet er eigenlijk te weinig van en daarom doen we het maar niet.”
Genetische modificatie, een onderwerp waar je beter als columnist je handen niet aan kan branden. Want hoe vat je miljoenen jaren ontwikkeling in de landbouw en decennia complex wetenschappelijk onderzoek samen in een paar honderd woorden. Maar we kunnen deze uitspraak het niet links laten leggen want wat er de afgelopen dagen is gebeurd in Brussel rond de wetgeving over gentech is te belangrijk om te negeren.
Simpel gezegd: de kampen hebben zich verdeeld.
Gerommel Enerzijds zijn er de mensen die de traditionele landbouw aanhangen, die vinden dat er niet gerommeld moet worden met het DNA van planten, die waarschuwen voor het gevaar van gemuteerde planten, die vinden dat de landbouw juist een stap terug moet doen naar haar oorspong. Anderszijds zijn er de wetenschappers die weten dat onderzoek kan leiden tot verbetering van plantsoorten. Dat je gewassen kunt ontwikkelen die meer groenten opleveren, minder water nodig hebben, zonder pesticiden kunnen leven, vitaminen of andere bouwstoffen bevatten. Dan heb je nog de ondernemers. Die verdelen zich weer innovatieve bedrijven die bedenken hoe – door pesticiden en kunstmest uitgeputte grond – toch nog gezonde biologische groenten kan ontwikkelen en grotere bedrijven die de gen-modificatie alleen voor het gewin gebruiken en niet erg geïnteresseerd zijn wat dat sociaal en voor onze gezondheid betekent.
Tenslotte de politici in Brussel. Die hebben het kennelijk te druk – met ik weet niet wat – om oude wetten te herzien in een tijd waar er elke maand wel nieuwe ontwikkelingen zijn te melden. En de Europese rechters die de mutagenese dan maar tegenhouden omdat het niet hun taak is om de wet te herschrijven.
Oergroenten Als we in ons groentenschap in de supermarkt groenten zouden leggen zoals die tweehonderd jaar geleden bestonden, de oergroenten die je nu nog wel in hardcore bio-winkeltjes kunt vinden, zou de omzet decimeren. Want wat we de afgelopen honderd jaar hebben bereikt in het modificeren van groenten is ongekend. De mooie glanzende paprika’s in drie kleuren, de minikomkommers, de paarse broccoli of de roze bloemkool zijn nog van de laatste decennia.
De natuur is veel grilliger dan wat we in een laboratorium kunnen bedenken, alleen doet het over mutaties veel langer. En wij hebben haast met een uitgeputte aarde waar we steeds meer mensen uit moeten voeden. Het meest schrikbarend is dat grote multinationals lachen om de wetsregels. Die zijn wereldwijd al zo ver met hun genontwikkelingen dat die niet meer door een Europees hof zijn te stoppen.
Er is een doorbaak nodig. Waarbij de kampen elkaar proberen te vinden. Het is te makkelijk om genetisch gemanipuleerde planten maar meteen af te schilderen als Frankenstein-voedsel. Om de traditionele biologische landbouw als enige te verheerlijken terwijl er nog te weinig ruimte en menskracht is om daarmee de wereldbevolking te bedienen (795 miljoen mensen krijgen dagelijks onvoldoende, gezond voedsel naar binnen).
Wetenschappers die ongelukkig zijn met de uitspraak zouden moeten lobbyen in Brussel voor nieuwe wetgeving of die desnoods schrijven voor de politici en rechters die denken: “Het zal mijn tijd wel duren.” En grote multinationals zouden een geweten moeten krijgen en de discussie niet ontsnappen door elders hun eigen gang te gaan zonder aan de maatschappij verantwoording af te leggen.