Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Gemeentes, verlos je van de parkeernorm

  •  
03-09-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
751 keer bekeken
  •  
parkeerplaatsen

© cc-foto: Harut Movsisyan

Waarom zou je een parkeerterrein maken van het paradijs?
De Nederlandse autoverslaving staat niet alleen in de weg van klimaatbeleid, maar gaat ook ten koste van betaalbare woningbouw. Als we anno 2021 de wooncrisis serieus willen nemen, moeten we durven om achterhaalde parkeernormen los te laten.
“They paved paradise, and put up a parking lot” zong Joni Mitchell in 1970. Waarom zou je een parkeerterrein maken van het paradijs? Misschien wel omdat het wettelijk is verplicht. Helaas is doen we dat in Nederland bij ieder nieuw gebouw—wat het ook is of waar het ook staat, er moeten parkeerplaatsen bij.
Wat zou je doen als je autogebruik zo veel mogelijk wil stimuleren? Misschien alle woningen ver weg van werk plaatsen, zodat mensen ver moeten reizen. Bezuinigen op openbaar vervoer. Of misschien verplicht maken dat er bij ieder nieuw gebouw parkeerplaatsen komen, zodat mensen gratis kunnen parkeren.
Iedereen die iets nieuw wil bouwen, mag niet zelf beslissen hoe veel parkeerplaatsen die maakt. Ook al wil je twintig appartementen gaan verhuren aan dertigers met alleen maar bakfietsen; je zal al gauw voor veertien parkeerplaatsen moeten zorgen. Verstoring van de vrije markt, dus. Dat komt door de parkeernorm.
Het minimale aantal parkeerplaatsen bij een gebouw wordt met deze norm geregeld. Die stelt een minimum aantal te bouwen parkeerplaatsen per woning, per 100 vierkante meter kantoor, of per aantal kamers in een hotel. Om een voorbeeld te noemen uit de gemeente waar ik woon, Den Haag: per ééngezingswoning van 120 vierkante meter, moeten er 1,6 parkeerplaatsen worden gebouwd. Een vierkante meter woning ‘kost’ dus ongeveer een halve vierkante meter parkeerplaats. De aantallen variëren per gemeente, locatie en het type gebouw.
Door minima op te leggen, is het aantal parkeerplaatsen dat er wordt gebouwd kunstmatig hoog. Het stimuleert zo autogebruik en zorgt ervoor dat we een hoop ruimte niet kunnen gebruiken voor andere doelen.
Als de parkeernorm niet zou bestaan, zou een ontwikkelaar al die parkeerplaatsen misschien niet bouwen. Logisch, want een vierkante meter woning kan je duurder verkopen dan een vierkante meter parkeerplaats. Maar zonder het minimumaantal parkeerplaatsen krijg je geen vergunning om te bouwen, dus ze komen er toch. De kosten om de parkeerplaatsen te bouwen worden uitgesmeerd over het project en resulteren in hogere prijzen voor het geheel.
Het minimale aantal parkeerplaatsen heeft ook invloed op wat en hoe er gebouwd wordt. Bepaalde functies hebben meer parkeerplaatsen nodig dan andere volgens de norm—een café bijvoorbeeld meer dan een restaurant. Dit beperkt keuzes, die anders volgens een bestemmingsplan wel mogelijk waren geweest. Voor een parkeernorm is het vaak gunstiger om minder, maar grotere woningen te bouwen. Als er beperkte ruimte is voor het parkeren, kan dat de doorslag geven om grotere, dus duurdere woningen te maken.
Auto’s staan ongeveer 95% van de tijd stil. Een parkeerplaats is daarom vooral een manier om een ruime ton staal en rubber op te slaan. Die ruimte zou ook voor iets anders gebruikt kunnen worden: niet alleen voor woningen, maar ook bibliotheken, of misschien wel speelplaatsen of bomen.
De oplossing is marktwerking. Als we de parkeernorm opheffen zouden we vrij zijn om te bouwen met het aantal parkeerplaatsen waarvoor kopers of huurders bereid zijn te betalen. Het geeft mogelijkheden om meer woningen te bouwen, vooral in binnensteden waar ruimte al schaars is.
Er mogen in dat geval precies zo veel parkeerplaatsen gebouwd worden als een ontwikkelaar of eigenaar zou willen: honderd per woning is mogelijk. Maar we zitten niet meer vast aan een minimum. Dat zal op sommige plekken—met veel ruimte en minder goed openbaar vervoer—niet veel schelen, maar op veel plekken zullen het er iets minder of veel minder zijn. Het opent mogelijkheden voor gebouwen die afgestemd zijn op hun omgeving en doelgroep.
Er lijkt langzaamaan een kentering te zijn in het denken over parkeren. Gemeente Den Haag heeft de norm al losgelaten voor “ontwikkelingen in de nabijheid van openbaar vervoersknooppunten”. Wat dat precies betekent is enigszins vaag—duidelijker zou zijn om de norm overal los te laten. Het geeft wel aan dat we mobiliteit, bereikbaarheid en leefbaarheid in het oog moeten houden bij het vergunnen van bouwprojecten. Waar het politiek onmogelijk of vanwege leefbaarheid onwenselijk blijkt om parkeernormen geheel af te schaffen, kan er ook worden gekozen voor een hybride oplossing, door bijvoorbeeld ontwikkelaars een aantal parkeerplaatsen te laten inwisselen voor deelauto’s of elektrische bakfietsen.
Uiteindelijk zal minder stimulering voor autogebruik ook leiden tot minder autobezit en daarmee minder (parkeer)overlast in de openbare ruimte.
Steden in het buitenland laten ons zien dat het mogelijk is: Berlijn en Londen , Mexico-Stad , steden in Nieuw-Zeeland en zelfs in de autolievende Verenigde Staten hebben Buffalo , Pittsburgh en Minneapolis parkeernormen afgeschaft.
Het is tijd voor Nederlandse gemeentes om het goede voorbeeld te volgen: verlos je van de parkeernormen en gebruik de ruimte niet voor auto’s, maar voor mensen!
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.