Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Gemeente Emmen vernietigde 'Pompeii van het Noorden' voor bouw distributiecentrum

  •  
16-04-2024
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
14442 keer bekeken
  •  
emmen

De gemeente Emmen heeft, tegen alle regels in, de bouw van een groot distributiecentrum goedgekeurd op een stuk grond dat een unieke archeologische vindplaats is die te vergelijken is met Pompeii. Doordat de bouw inmiddels in volle gang is, zijn alle bodemschatten voorgoed verloren gegaan. Dat blijkt uit onderzoek van Zembla. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) reageert onthutst en stelt in de Zembla-podcast ‘De verloren schatten van Emmen’ dat de Drentse gemeente haar wettelijke verantwoordelijkheid niet heeft genomen om het archeologische erfgoed te beschermen. De gemeente Emmen erkent dat in een reactie en geeft toe daarin toe dat het niet volgen van de wet ‘onjuist’ is geweest.

Unieke vindplaats
Archeologisch onderzoeksbureau Earth Integrated Archeology deed in de periode mei-juni 2023 in opdracht van een betrokken aannemer een booronderzoek op het terrein en ontdekte een vindplaats uit de steentijd, waar onder meer door mensen bewerkte vuursteenresten zijn te vinden. Vanwege de omvang van het terrein en de goede conservering van de archeologische resten gaat het volgens de Daan Raemaekers, hoogleraar Archeologie van de Universiteit Groningen, om een unieke vindplaats: “Ik ken er niet een in Nederland die hiermee vergelijkbaar is.”

Bedrijventerrein in Oranjedorp
De unieke vindplaats ligt op een groot terrein op het Bedrijvenpark A37 in Oranjedorp. Omwonenden dienden eerder bezwaren in tegen de komst van het distributiecentrum op deze locatie vanwege de omvang van het complex. Het gebouw gaat 16.000 vierkante meter groot en 15 meter hoog worden en ligt op slechts 80 meter afstand van hun huizen. De buurtbewoners hadden al die tijd geen idee van de archeologische waarde van het terrein. De gemeente Emmen verkocht het stuk grond, ondanks de protesten, in 2022 aan vastgoedontwikkelaar Solidiam.

E-mails tussen gemeente en vastgoedontwikkelaar
Uit emailcorrespondentie tussen die vastgoedontwikkelaar en de gemeente, naar voren gekomen na beroep door de buurtbewoners op de Wet Open Overheid, blijkt dat beide partijen onderling regelden dat er geen rekening hoeft te worden gehouden met de unieke vondst. De ontwikkelaar vraagt de gemeente in oktober 2022 om bevestiging dat de grond ‘bouwrijp’ wordt opgeleverd en dat door Emmen ‘is voorzien in archeologische vrijgave’. Een ambtenaar van de gemeente bevestigt dit. Dit terwijl het archeologische onderzoeksbureau Earth Integrated Archeology door middel van proefboringen nog moest vaststellen of de verwachting dat er zich op het terrein archeologische resten zouden bevinden ook reëel was.

Deze ‘middelhoge tot hoge’ archeologische verwachting staat beschreven in het bestemmingsplan van het gebied en is aangegeven op de archeologische beleidskaart van de gemeente Emmen.

Volgen het hoofd Uitvoering van het archeologische onderzoeksbureau, Timo Vanderhoeven, is het “onbegrijpelijk” dat de gemeente hiermee is ingegaan tegen haar eigen bestemmingsplan: “Dit hadden ze gewoon nooit mogen doen.”

Verdrag van Malta
Uit onderzoek van Zembla blijkt verder dat het college van B&W van Emmen een omgevingsvergunning heeft verleend voor de bouw van het distributiecentrum zonder daarin voorwaarden mee te nemen die het archeologische erfgoed beschermen. Volgens deskundigen gaat dat in tegen het Verdrag van Malta waarin Nederland zich internationaal heeft verplicht om dit type erfgoed te beschermen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering daarvan ligt sinds 2007 bij de gemeenten.

Timo Vanderhoeven van Earth Integrated Archeology vertelt in de Zembla-podcast dat de gemeente het vervolgonderzoek van zijn bureau zelfs heeft stopgezet omdat die vergunning al was afgegeven. “Het feit dat er bewust voor werd gekozen om een bijzondere vindplaats volledig te negeren hebben wij nooit zien aankomen”, aldus Vanderhoeven. In haar reactie ontkent de gemeente Emmen het vervolgonderzoek te hebben stopgezet, omdat de aannemer de opdrachtgever van dat onderzoek was en niet de gemeente. Wel erkent de gemeente naar Earth Integrated Archeology te hebben gecommuniceerd dat de verleende omgevingsvergunning onherroepelijk was, waardoor de bouw van het distributiecentrum kon beginnen. 

Rijkdienst Cultureel voor het Erfgoed voelt zich “genaaid”
Het archeologisch onderzoeksbureau Earth meldde de zaak daarop bij het hoogste orgaan, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Om te voorkomen dat de vindplaats verloren zou gaan, wilde de RCE, na overleg met het ministerie van OCW waar de Rijksdienst onder valt, de locatie aanwijzen als beschermd rijksmonument. Maar voordat dit zware middel zou worden ingezet, wilde de dienst in een ontmoeting met de gemeente en de vastgoedontwikkelaar eerst bespreken of er nog andere mogelijkheden waren om, in ieder geval deels, de archeologische vindplaats te behouden. Echter vlak voordat het gesprek plaatsvond, kwam Jos Bazelmans, hoofd Archeologie van de RCE, erachter dat de grond al bouwrijp was gemaakt. Daardoor was de vindplaats definitief vernietigd. Bazelmans voelde zich “genaaid” toen hij daar achter kwam, vertelt hij in de podcast. Volgens hem zijn gemeenten het begin- en het eindpunt van de archeologische monumentenzorg. “Als zij het niet goed doen, dan heb je een probleem.”

“Archeologie vogelvrij”
De gemeenteraad van Emmen blijkt door het college van B&W nooit te zijn geïnformeerd over de unieke archeologische vindplaats, en dat die voorgoed verloren is gegaan. Ook is de Raad niet geïnformeerd over de afspraak tussen de gemeente en vastgoedontwikkelaar Solidiam over de ‘archeologische vrijgave’ van het terrein. Hoogleraar Archeologie Daan Raemaekers noemt dat een “politieke doodzonde”. Als de besluitvorming over het bouwterrein, en het verlies van de archeologische vindplaats, zonder politieke instemming van de gemeenteraad heeft plaatsgevonden, betekent dat volgens hem “dat de archeologie vogelvrij is.”

Motie van wantrouwen en bouwstop
Fractievoorzitter Robart de Jong van Hart van Emmen, de partij die eerder bezwaar maakte tegen de komst van het distributiecentrum, zegt in een reactie op het onderzoek van Zembla een motie van wantrouwen in te dienen tegen de verantwoordelijke wethouder, René van der Weide (Wakker Emmen). Hij verwijt de wethouder de gemeenteraad niet te hebben geïnformeerd over de besluitvorming van het College van B&W over de archeologische vindplaats en de consequenties daarvan voor de bouw van het distributiecentrum. Ook eist hij dat er per direct een bouwstop van het distributiecentrum wordt ingesteld.

Geen interview
Wethouder René van der Weide wilde geen interview geven aan Zembla. Zowel vastgoedontwikkelaar Solidiam als de betrokken aannemer Goldbeck willen niet reageren en verwijzen naar de gemeente Emmen. In een schriftelijke reactie laat de gemeente weten uit te zijn gegaan van ‘de aanname’ dat het gebied ‘vanaf de jaren ’80 al vergraven was ten behoeve van veenwinning.’ Ook stelt de gemeente de veranderde wetgeving van 2007, waarmee gemeenten verantwoordelijk werden voor de bescherming van archeologisch erfgoed, niet te hebben toegepast. ‘Met de kennis van nu is deze aanname en het niet toepassen van deze gewijzigde wetgeving onjuist geweest,’ zo erkent de gemeente Emmen in haar reactie.

beeld: Google Maps bron: Zembla

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.