Volgens mij is er een grote groep blanke (of witte) Nederlanders die ooit tot het redelijke midden behoorde, maar door de teneur van het debat richting het fascistische kamp wordt gedreven
Het valt nog niet mee om het goed te doen. Wie zich roert in het publieke debat, oftewel het open riool dat Twitter heet, wordt gegarandeerd afgefakkeld als je afwijkt van de – volgens die dag geldende – norm. Dat fascistisch rechts onverdraagzaam is weten we sinds 1933 al. Kort daarop bleek ook het communisme weinig met dissidenten te hebben. Soit.
Maar inmiddels is het maatschappelijke debat dermate gepolariseerd, dat wie zich vol goede bedoelingen in het redelijke midden probeert te verschuilen, zich continu moeten afvragen of zijn of haar ( daar ga je al, is dat wel inclusief genoeg? ) denkbeelden niet volstrekt abject zijn.
Is er institutioneel racisme in Nederland? Zonder meer. Genoeg bewijzen om die discussie te kunnen beslechten, van de ongelijkheid op de arbeidsmarkt tot de schrijnende, consequent te laag gegeven schooladviezen.
Maar is het nodig om het hele land, de godganse dag om de oren te slaan dat het racistisch is? Wordt daar iemand minder racistisch van? In tegendeel. Op straat ben ik recent twee keer fysiek bedreigd door een agressieve, witte (of blanke, dat kan me geen sojaboon schelen) man van middelbare leeftijd. Is dat toeval? Of is er iets aan de teneur van het debat waarop mensen zich zo in een hoekje voelen gezet, dat ze het geoorloofd vinden om op straat hun xenofobe praatjes te etaleren en zelfs geweld niet te schuwen?
Het zette mij aan het denken. Is er iets wat je tegen zo’n schreeuwlelijk kunt zeggen wat ook maar iets zou veranderen aan hoe hij over mij denkt? En heeft het publiekelijk afserveren van Johan Derksen ook maar iets veranderd aan hoe massa’s mensen denken (die zijn onverdraagzame mening delen, omdat verandering langzaam gaat en denkbeelden hardnekkig zijn)?
Volgens mij is er juist een grote groep blanke (of witte) Nederlanders die ooit tot het redelijke midden behoorde, maar door de teneur van het debat richting het fascistische kamp wordt gedreven. Precies het tegenovergestelde van het doel van de BLM-beweging en andere activisten.
Je zou kunnen stellen dat het sluimerende racisme er nu uit wordt geperst, zoals je soms een mee-eter een handje helpt. Dat kun je, hoe bevredigend het ook is, vaak beter niet doen, want je veroorzaakt onvoorziene ellende, die misschien voorkomen was als je de boel lekker had laten rusten.
Decennialang was het doodnormaal om Hanky Panky Shanghai te zingen, of je te verkleden als zwarte piet. Inmiddels weten we hoe kwetsend en stigmatiserend die zaken zijn. Maar het maakt je nog geen gore racist als het even duurt voor dat kwartje valt. Sterker nog, het racisme in Nederland is er zo ingesleten, dat je moeilijk kunt verwachten dat het over een nacht ijs verdwenen is.
Toch hebben we de situatie gecreëerd waarin goed of fout als moreel oordeel boven bepaalde denkbeelden hangt. Als je niet Woke bent, of anderzijds gevoelig voor de slachtofferrol van minderheden, kun je eigenlijk net zo goed je PVV-lidmaatschap aanvragen.
Onlangs heb ik aan den lijve ondervonden hoe het is om dissident te zijn. Ik voelde namelijk weinig voor social distancing (behalve op straat), ging onverstoorbaar bij mijn oma van 93 langs en toog vijf dagen in de week naar kantoor. Ik vond (en vind) dat ik slim genoeg was om zelf in te schatten welke risico’s ik nam en accepteerde de mogelijke gevolgen. De kans is groot dat je daar iets van vindt.
Ik durf het ook pas hardop te zeggen sinds ik gisteren een artikel las waarin twee wetenschappers zelf blijven nadenken in crisistijd toejuichen. Toen ik onlangs een broodnodig bezoek aan de psycholoog bracht, was een van de reden voor mijn mentale ongemak dat ik de hardnekkige overtuiging had opgelopen een slecht mens te zijn. Want waarom kon ik me niet, net als de rest van Nederland, gewoon braaf aan de regels houden? Was ik misschien dood van binnen? Had ik geen geweten?
En dat is nu precies de crux. Als we als maatschappij een nogal beperkt kader stellen van wat goed en slecht is en mensen daar op elk moment van de dag mee in hun gezicht swaffelen , slaat bij velen een nogal ontwrichtende, existentiële twijfel toe. Mijn impuls was dit met een therapeut te bespreken en een avond stevig te bingen. Iedereen heeft zijn eigen copingmechanisme.
Net als in 1933 hebben we echter massa’s mensen voor wie het leven niet bepaald een feestje is. De flexibilisering van de arbeidsmarkt, de toenemende sociale en economische ongelijkheid en de huizencrisis zorgen voor onzekerheid en permanente stress. Niet iedereen heeft de mentale veerkracht voor zelfreflectie, of relativering. Is het dan vreemd dat zo’n Gerard Cox-adept me staat uit te schelden op straat? Hij heeft mij nodig om zijn ellende op te kunnen botvieren. Het is een menselijk mechanisme, dat er helaas niet uit te protesteren valt. Ik praat zijn gedrag niet goed, maar hij zit ook maar gevangen in zijn eigen beperkte denkbeelden, waarin hij, als we zo doorgaan, alleen maar sterker verankerd raakt.
Institutioneel racisme los je op door goed onderwijs en een constructief debat. Niet door digitale heksenjachten op te tuigen, beelden te bekladden, anachronistische oordelen over zeehelden te vellen of een semantische discussie over wit versus blank te voeren. Accepteer dat verandering gestaag moet zijn, wil het een voedingsbodem voor succes hebben. Mensen massaal het gevoel te geven slecht te zijn, heeft enkel als gevolg dat ze zich zo gaan gedragen. Want gelukkige mensen zijn geen racisten.