Ik wil zorgeloos door het leven gaan, doe mij ook wat antidepressiva
Aan de lucht is duidelijk te zien dat een mooie nazomerdag niet meer terugkomt. Zoiets weet je als Nederlander zijnde, of denk je te weten. Het definitieve einde van het optimistische geluid dat aan jaargetijden gekoppeld wordt.
Heerlijk, het legitieme somberen kan beginnen. De saamhorigheid kan gevonden worden. Niet dat vervelende harde geklaag maar het huilen zonder tranen.
Rechtvaardiging van mijn neerslachtigheid. Doe mee en bekijk het van de zelfkant. Mijn buurman gebruikt al jaar en dag antidepressiva en we betalen allebei dezelfde zorgpremie. Dat is oneerlijk verdeeld. Toch eens vragen wat hij gebruikt. Ik wil de smart delen van het lijdend voorwerp zijn. Ik wil ook zo willoos tegen het leven aankijken en er achteloos over zijn. Want ik gebruik antidepressiva.
Als een ander die verantwoordelijkheid niet hoeft te nemen dan zou ik niet weten waarom ik wel. Ik zie het als een ‘zien eten, doet eten’. Het maakt me niet uit of ik er dikker van word.
Ik kijk uit naar het lange slapen. Mijn buurman heeft uitschieters tot half drie ’s middags. Dat hij dan pas zijn bed uit gaat. Ik kan me niet heugen wanneer ik langer dan acht uur in mijn bed gelegen heb. Lekker de klok rond, terug naar mijn kinderjaren, door de dekens gekoesterd worden, willoos door de medicatie, ik word wakker en draai me om en slaap zo een paar uur verder. Mijn buurman zegt dat dit moeiteloos gaat.
Niet meer dat denken aan verantwoordelijkheden die mij mijn bed uit drijven. Laat gaan. Ja, ik wil ook lid zijn van het leger antidepressiva-gebruikers. De wereld stort toch in elkaar.
Amerika gaat zijn kredietplafond weer verhogen. We blijven meer geld uitgeven dan er binnenkomt. Laat een ander het denkwerk doen. Ik wil zorgeloos door het leven gaan en niet de McDonalds voorbij lopen, maar zoals vroeger lekker mezelf trakteren en blijven doen. Dat is dan mijn bijdrage aan de economie.
En als ik eens een ‘slechte’ dag heb, meld ik me gewoon ziek, dan weten ze op mijn werk dat de depressie weer is toegeslagen. Ik probeer er niet meer doorheen te werken. Mijn buurman zegt dat hij dan iedereen op de werkvloer in de weg loopt. Daar wordt niemand beter van. En zo is het ook.
Zo’n aandeelhouder van farmacie-aandelen is toch een soort god voor mij. Het hoogste ideaal. Hiërarchie moet er zijn. Ik zou niet willen dat zo iemand, zoals ik, in een rijtjes huis woont. Een bestuurder van een farmaciebedrijf wil ik in een kapitale villa zien en in een dure auto zien rijden. Net als een profvoetballer. Dat hoort zo. Dat is de magie ervan en die moet in stand gehouden worden.
Zo ben je ook verstoken van sociale ontwikkeling. Dan kan ik me lekker volledig op internet storten. Die vervelende menselijke contacten die ik nu heb, zullen geen rol van betekenis meer spelen. Ik trek me dan lekker terug en kruip in mijn schulp. Ik en mijn internet is eigenlijk de enige en echt perfecte wereld. Communicatieve procesvorming in mij werkt toch al niet. Ik word niet beter van omgang met andere mensen.
Niet meer die vraag wat ik zou kunnen en/of moeten denken. Bij wie de verantwoordelijkheid ligt, bij de ander of bij mij. Met internet ben ik altijd mezelf. Ja, ik ga mijn proces stoppen en zo participeren in de algehele acceptatie van het leven.