Er is een groep vrouwen voor wie Amsterdam-Oost het paradijs is waar ze vanuit hun hel uitzicht op hebben
Beste Bert,
Kom je weleens in Amsterdam-Oost? Leuke buurt toch? De Javastraat met z’n multiculturele winkeltjes, restaurantjes en cafetjes is sinds jaar en dag een begrip. Artis ligt om de hoek voor de kinderen van de VPRO-ouders uit Watergraafsmeer. Het Oosterpark is een aanlegplek voor Poolse alcoholisten en verliefde stelletjes. Theo van Gogh werd op de Linnaeusstraat omgelegd maar je zal niet zo snel iemand vinden op die straat die er nog een herinnering aan heeft.
Er is echter een groep mensen voor wie Amsterdam-Oost een andere werkelijkheid inhoudt. Voor hen is deze wijk het paradijs waar ze vanuit hun hel uitzicht op hebben. Ze kijken naar dat paradijs, dromen om dat paradijs te betreden – de markt bezoeken, bijvoorbeeld – maar zitten opgesloten in een hel van nog geen paar vierkante meters. Dit zijn overwegend Marokkaanse vrouwen die door hun mannen en familie tegen hun wil binnen worden gehouden. Sommige van deze vrouwen zijn naar Nederland gekomen zonder de vereiste papieren in orde te maken en betalen daar tot op de dag van vandaag de prijs voor. In hun familie zijn ze niet meer dan een slaaf, een horige die nergens recht op heeft. Angst heerst in deze families want doordat de vrouw geen rechtsstatus heeft in Nederland vreest men dat wanneer dat uitkomt ze het land worden uitgezet. Daarnaast is er gewoon de willekeur van de echtgenoot die soms getrouwd is met een vrouw die over de Nederlandse nationaliteit beschikt maar er nog eentje bij heeft, met wie hij getrouwd is voor de islamitische wet – dat dan weer wel.
Het is die tweede vrouw die moet lijden. Omdat deze vrouwen geen toegang hebben tot onderwijs, tot de straat, buurthuizen en instanties kunnen ze ook geen contact maken met de buitenwereld. Afijn, je ziet de vicieuze cirkel. Als er al kinderen zijn die machteloos toekijken dan weerhoudt schaamte en schande ze ervan om actie te ondernemen. Zij die het wel doen zijn moedig en verdienen onze steun. Ik zou dit allemaal niet zo op kunnen schrijven als ik niet bij m’n bezoeken in Amsterdam-Oost verhalen hoor uit de eerste hand over deze vrouwen.
Denk niet dat het alleen maar eerste-generatie-Marokkaanse vrouwen zijn. Er komt een nieuwe generatie aan. Jonge Marokkaanse meisjes die naar Nederland zijn gekomen als kinderen uit het tweede, derde huwelijk en die nadat de verblijfsvergunning is verlopen, niet meer terug kunnen naar Marokko en niet meer vooruit kunnen in Nederland. Uit pure wanhoop nemen ze elke huwelijksaanzoek aan dat voorbij komt. De angst om aangifte te doen zit te diep. Men is onwetend van de kansen en mogelijkheden die de Nederlandse wet biedt om er tegen in actie te komen.
Zulke verhalen hoor ik van tijd tot tijd. Het bloed bevriest in de aderen. Snap je nu waarom ik het niet erg vindt een zwart schaap te zijn? Liever dat dan een wit schaapje waar de hele gemeenschap naar believen z’n mes in mag steken.