"Het profiteren van het lijden van de allerzwaksten, zonder dat daar enige noodzaak voor is, dag in, dag uit, is het laatste wat van men van een progressieveling zou verwachten"
Een progressieve politieke oriëntatie gaat vaak samen met het verdedigen van de belangen van achtergestelde groepen. De motieven daarvoor zijn divers maar het zal er bij veel progressievelingen op neerkomen dat mensen die bij zo’n achtergestelde groep horen individuen zijn met een eigen gevoelsleven, die lijden wanneer ze in een uitermate penibele situatie zijn terechtgekomen.
De combinatie van lijden en onrecht is wat ons het idee geeft dat we moeten strijden voor de belangen van een ander. Die strijd wordt concreter wanneer er een makkelijk definieerbare en onsympathieke vijand is om tegen te ageren: een politicus die de rechten van vluchtelingen wil inperken of een autoritaire machthebber die vrouwen, homoseksuelen en etnische minderheden als minderwaardig ziet. Maar binnen de westerse samenlevingen (en eigenlijk binnen vrijwel elke samenleving) is er een groep individuen die ontegenzeggelijk lijdt, daar zelf totaal niet debet aan is en die toch op weinig sympathie kan rekenen: onze industriedieren.
En dat is zeer opmerkelijk. Van alle gemarginaliseerde groepen behoren industriedieren niet alleen tot de groep die geen eigen stem heeft, maar ook tot een enorm grote groep. Elke dag worden er in Nederland meer dan een miljoen gedood. Dat betekent ook dat per dag meer dan een miljoen dieren worden geboren, allemaal vanuit een gedwongen zwangerschap. In de zeer korte periode die een industriedier leeft, kan ze op geen enkel wijze haar natuurlijke gedrag vertonen. Dit geldt voor een dier in de biologische industrie net zozeer als voor een dier binnen de gangbare industrie. Aan het einde van haar leven eindigt ze spartelend aan een vleeshaak, waarna een getraumatiseerde slachter haar keel doorsnijdt. Elk industriedier kent een vergelijkbaar einde. Of het nu gaat om het eendagskuiken uit de ei-industrie dat vergast wordt, of het kalfje uit de melkindustrie dat meteen bij haar moeder wordt weggehaald, vervolgens een paar maanden lang in een krappe kooi wordt vastgehouden, om uiteindelijk alsnog te worden gedood; alle industriedieren lijden en leven kort.
Immorele industrie
Deze dieren verdienen een moreel agentschap en zouden dat moeten vinden bij het progressief georiënteerde smaldeel van onze samenleving. Maar in plaats voor dieren op te komen, profiteren veel mensen met een progressieve politieke oriëntatie juist van de producten uit de industrie. Of het nu gaat om een stuk (biologisch) vlees bij een barbecue of om een welzijns-eitje van de plaatselijke supermarkt, er is altijd leed aan de totstandkoming van dit product voorafgegaan.
Vingerwijzen naar een ander is misplaatst. De vijand openbaart zich in dit geval in een spiegel of in een ander reflecterend oppervlak. Iedereen die dierlijke producten koopt, financiert en stimuleert een immorele industrie. Het is onbegrijpelijk dat mensen die (terecht) zeer kritisch zijn over de slechte en onrechtvaardige omstandigheden waarin andere mensen leven, zonder scrupules profiteren van het uitzichtloze lijden van dieren. Het lijkt erop alsof het lijden van een individu alleen interessant is wanneer dat leed door iemand anders veroorzaakt wordt. Industriedieren zijn verschoppelingen die onnodig en uitzichtloos lijden, en daarmee zijn een progressieve ideologie en niet-vegan onverenigbaar. Practice what you preach.
Over de mate waarin industriedieren lijden is er discussie. De wereldberoemde bioloog Richard Dawkins gaf een draai aan dit debat door te stellen het zeer goed mogelijk is dat zoogdieren, en waarschijnlijk ook andere dieren, erger lijden dan mensen, omdat dit een belangrijk evolutionair voordeel zou bieden. Wanneer Dawkins’ inschatting waar blijkt te zijn, heeft dit ongekende morele implicaties voor onze omgang met dieren. Het zou zo maar zo kunnen zijn dat een dier, vastgeketend in een stal, erger lijdt dan een mens, vastgeketend in dezelfde stal. Uiteraard is het vastketenen van mensen ondenkbaar, maar waarom accepteren we het vastketenen van niet-menselijke dieren dan wel?
Dieren zijn individuen
Het is een onbegrijpelijke morele blinde vlek. Het gebruik van dieren kan op geen enkele wijze gerechtvaardigd worden. Iedereen die dierlijke producten koopt, maakt zich schuldig aan speciesisme: discriminatie op basis van soort. Waarom zouden de belangen van bepaalde wezens er niet toe doen, enkel omdat ze tot een andere soort behoren? Uiteraard hebben industriedieren geen belang bij stemrecht of het recht op vrijheid van meningsuiting, maar een basaal recht om door ons met rust gelaten te worden, om verstoken te blijven van een kort en ellendig leven, is niets te veel gevraagd.
De menselijke dieren moeten leren de niet-menselijke industriedieren als individuen te zien, met een eigen gevoelsleven en verlangens, net zoals veel huisdiereigenaren naar hun huisdieren kijken. Er bestaan inmiddels talloze plantaardige alternatieven. Iedereen met een computer en een internetkabel kan daar razendsnel meer over te weten komen. Het profiteren van het lijden van de allerzwaksten, zonder dat daar enige noodzaak voor is, dag in, dag uit, is het laatste wat van men van een progressieveling zou verwachten.
Het is niet te laat om te stoppen met het kopen van dierlijke producten. Iedereen kan daar vandaag nog mee beginnen.