Deskundigen noemen het wetteloos gedrag, omdat alle strafbare gedragingen rondom de jaarwisseling toegestaan lijken te zijn.
Nederlanders hebben het afgelopen jaar voor ruim 105 miljoen euro aan vuurwerk ingekocht en afgestoken om traditiegetrouw de jaarwisseling te vieren. Inmiddels is de noodkreet van de politie, brandweer en ziekenhuizen om een landelijk vuurwerkverbod in te voeren, alsmede de kille stilte na de tweede week van januari, ook onderdeel van de traditie geworden.
De ervaring leert inmiddels dat een lokaal vuurwerkverbod een waterbedeffect creëert, dus is de landelijke politiek aan zet. Zij lijken zich echter te fixeren op een verantwoordelijkheidsreces door wel de lijn van de handhavers te steunen, maar deze vervolgens niet uit te voeren. In mijn optiek blijven er nog maar twee onlosmakelijke oplossingen over die het minst in de smaak vallen in Den Haag: serieuze aandacht voor het handhavingstekort én een landelijk vuurwerkverbod.
Sla de discussie niet steeds plat
De afgelopen twee jaarwisselingen doken er verschillende filmpjes op de sociale media op van jongeren die politieagenten, brandweerlieden en hulpverleners bekogelden met vuurwerk. Daarbij raakten minimaal 187 agenten en hulpverleners gewond en/of liepen zij gehoorschade op. Deskundigen noemen het wetteloos gedrag, omdat alle strafbare gedragingen rondom de jaarwisseling toegestaan lijken te zijn. Daarbij ondermijnt dit het gezag van onze ordebewaarders. Om deze reden wordt er door gezagsdragers al jaren gepleit voor een landelijk vuurwerkverbod.
In mijn optiek is dat een oplossing van bittere noodzaak. Het jarenlang uitstellen van de discussie op landelijk niveau en ineffectieve deeloplossingen verzinnen, heeft ertoe geleid dat het respect jegens onze ordebewaarders is vervaagd. Hoewel velen van ons dachten dat de nieuwe verkiezingen zouden leiden tot nieuwe politiek, blijken de potentiële coalitiepartijen (BBB, NSC, VVD en PVV) daar niets voor te voelen. Het ligt immers aan het gedrag en het dragen van bivakmutsen. Daarmee wordt de noodkreet vanuit de politie, brandweer en ziekenhuizen wederom tekortgedaan, terwijl deze fracties pretenderen de lijn van deze gezagsdragers te willen volgen.
Bovendien wordt de discussie rondom het landelijk vuurwerkverbod té snel afgedaan met klassieke denkbeelden hieromtrent. Voor het ‘out-of-the-box’ denken hoeft de politiek echter niet ver te zoeken. Zo heb ik als raadslid in de gemeente Katwijk mogen ervaren hoe een groot centraal feest de overlast in de wijken aantoonbaar kan verminderen. De grote voordelen hiervan zijn dat dit de druk op de politiecapaciteit aanzienlijk vermindert, en de jaarwisseling zonder al te veel ordeverstoringen kan geschieden. In combinatie met een landelijk vuurwerkverbod kunnen dit soort gecentraliseerde feestjes georganiseerd worden met gemeentelijke vuurwerk- en lasershows. Een onderliggend pluspunt hiervan is dat het de traditie in stand houdt, zonder dat er gewonden vallen. In een geïndividualiseerde samenleving die op zoek is naar zingeving, lijkt dit een poging waard te kunnen zijn.
Ruimte voor capaciteit
Een bijkomend probleem, dat breder geworteld is dan slechts de jaarwisseling, is het schrijnend tekort aan politiepersoneel door het landelijk jojobeleid en de toenemende bureaucratie van de afgelopen jaren. De gevolgen hiervan worden niet alleen gevoeld binnen de politieorganisatie, maar ook door gemeenten zelf die steeds scherpere keuzes moeten maken in het veiligheidsbeleid dat zij hanteren. Dit probleem blijft - net als de discussie over een landelijk vuurwerkverbod - al een lange tijd op de plank liggen zonder enig vooruitzicht op hoop. Zo zal er in 2027 nog steeds een schrijnend tekort van 1.500 politieagenten zijn.
Dit gegeven heeft problematische gevolgen, zoals de instandhouding van wetteloos gedrag en het normaliseren hiervan. Daarbij laat het schrijnend tekort aan politieagenten duidelijk zien dat de discussie ten onrechte wordt platgeslagen bij het onderscheid rondom sier- en knalvuurwerk. Op het moment dat agenten ermee bekogeld worden, is het nog lastig te herleiden onder welke categorie het valt. Om deze reden zou het de minister van JenV sieren om - naast het tonen van waardering via X - ook werk te maken van een probleem waar zij al jaren op wordt aangesproken. In het verlengde hiervan zou de politieke discussie niet steeds als sneeuw van de zon verdwijnen iedere tweede week van januari. We hebben allemaal immers baat bij een duidelijke normstelling, die niet afhankelijk is van het seizoen van het jaar, waarbij de ME weer fungeert als laatste middel bij de verstoring van de openbare orde.
Het is duidelijk dat de potentiële coalitiepartijen hetzelfde gedrag vertonen als dat zij de vorige coalitie hebben verweten: afschuiven op de decentrale overheidslaag. Ik ben dan ook zeer benieuwd of het verbod op bivakmutsen, het aanpakken van gedragsproblemen en het strenger behandelen van illegaal vuurwerk de maatschappelijke norm in ere zal herstellen. Een traditie is immers standvastig, ook al beperkt het de ander in zijn recht op veiligheid en vrijheid.