Ik geloof niet dat G500 daadwerkelijk het probleem oplost dat zij aankaart
Terwijl de gevestigde politieke orde zich na het ineenstorten van verstandshuwelijk Rutte-I opmaakt voor de verkiezingsstrijd, is er tevens een nieuw fenomeen op het politieke toneel verschenen. Hiermee doel ik natuurlijk op onlangs opgerichte beweging (geen partij!) G500. Een beweging die, waarschijnlijk bij de gratie van het feit dat zij fris, nieuw en hip is, zich heeft mogen koesteren in de niet aflatende aandacht van de nationale media. Dientengevolge kunnen wij niet achterblijven.
Aanmatigende Arrogantie De voornaamste reden dat ik dit stuk schrijf, is de aanmatigende manier waarop G500 er aanspraak op maakt mij te vertegenwoordigen. Als vijfentwintigjarige val ik binnen de generatie waarvan G500 zich als representant heeft opgeworpen. Hun website heeft het dan ook herhaaldelijk over ‘onze’ generatie, ‘wij jongeren’ et cetera. G500 gaat hiermee gemakshalve voorbij aan mensen die zich geenszins aangesproken voelen door een generationeel programma. Bovendien is het ook een bijzondere sneer naar de vele jongeren die zich al veel langer verdienstelijk maken in de politiek. Maar neen, G500 doet het voorkomen alsof ‘wij’ jongeren een groep hulpeloze en willoze onderdrukten zijn die enkel door de interventie van G500 uit politieke knechting verlost kunnen worden.
Generieke Generaties Dit brengt mij tot mijn tweede probleem met G500: de zelf-identificatie als ‘generationele’ beweging, waarover ik eerder ook al heb geschreven. G500 lijkt simpelweg aan te nemen dat gedeelde geboortejaren een politieke band scheppen, die vervolgens in het fameuze tienpuntenplan van G500 tot uitdrukking kan worden gebracht. Hoe G500 de enorme politieke verschillen binnen deze generatie, die zij nota bene zelf constateert , denkt te overbruggen blijft onduidelijk. Men gaat er simpelweg van uit dat een veertienjarige VMBO-er uit Harlingen gebaat is bij eenzelfde programma als de dertigjarige junior consultant uit Amsterdam.
Centrumradicalisme Maar het is het programma zelf dat mij het bij mij de meeste aversie oproept. G500 ziet zich, samen met partijen als D66, GroenLinks en schijnbaar zelfs het CDA, als een exponent van wat ik het nieuwe centrumradicalisme noem. Een nieuwe ‘ideologie’ die proclameert dat politieke verschillen passé zijn en dat men politiek dient te vervangen door een zogenaamd apolitiek en administratief pragmatisme dat zich in het ‘radicale midden’ zou moeten ophouden. Het is vanuit deze insteek dat G500 er ook geen enkel probleem in ziet een convergentie tussen de PvdA, VVD en het CDA na te streven. Vanuit de post-politieke optiek van G500 zijn sociaaldemocratie, liberalisme en christen-democratie achterhaalde concepten die men zonder enige moeite kan negeren. Dat deze partijen zelf wel degelijk in hun ideologische grondslag geloven doet voor G500 dan ook niet ter zake.
Zoals ik eerder al betoogde beschouw ik het centrumradicalisme als een gevaar voor de democratie omdat het politieke verschillen, en daarmee uiteindelijk ook de politiek zelf, marginaliseert, terwijl het haar eigen programma presenteert als ‘apolitiek’ en ‘objectief noodzakelijk’. Het creëert de illusie dat met het overstijgen van politieke tegenstellingen de politiek zelf, en daarmee de noodzaak voor democratie, overstegen kan worden. Ook bij G500 zien wij de retoriek van het ‘over de schaduw heenspringen’, ‘verantwoordelijkheid nemen’ en ‘noodzakelijke hervormingen’ terug. Waarbij, niet geheel onverwacht, deze apolitieke doch noodzakelijke hervormingen precies het programma van G500, en incidenteel ook van D66 , zijn.
Politieke Hypocrisie Tenslotte is er nog een vierde fundamenteel probleem met G500, te weten haar politieke hypocrisie. G500 is een beweging die politieke macht wil, zonder politieke verantwoordelijkheid te nemen. Sterker nog, het is een politieke beweging, met een uitgesproken politiek programma, die desondanks ontkent politiek van aard te zijn. Men heeft G500 hierom wel vergeleken met een politieke parasiet , maar de beweging is eerder een virus.
In de strategie van G500 zijn de VVD, PvdA en het CDA niets meer dan gastlichamen waarin de standpunten van G500 geïnjecteerd moeten worden, waarna deze zichzelf verder moeten vermenigvuldigen en verspreiden. Er is geen blijvende toewijding, geen politieke betrokkenheid bij het uitvoeren van het bewierookte programma, kortom, geen enkele vorm van politiek engagement. Ondanks dat de propaganda is dat G500 jongeren wil betrekken bij politiek, is er geen enkele sprake van betrokkenheid die verder reikt dan het ‘uploaden’ van het tienpuntenprogramma. Ironisch genoeg laat G500 het dan uiteindelijk toch aan de zo verguisde en verouderde gevestigde orde om haar belangen te behartigen, en verwacht zij schijnbaar dat het gewenste beleid na het opheffen van de beweging zichzelf alsnog magisch zal realiseren. En dat is zonde, want zo verslaat de partij haar eigen doelstellingen en mist men een kans om daadwerkelijk meer jongeren politiek te interesseren en engageren.