Inwoners van Frankrijk die jonger zijn dan 55 en al een eerste prik met AstraZeneca hebben ontvangen, krijgen bij de tweede injectie een ander middel, Pfizer of Moderna, toegediend. Dat heeft de medische autoriteit Haute autorité de santé (HAS) besloten. Het gaat om circa 500.000 mensen. Tussen de eerste en tweede prik moeten twaalf weken passeren. Tegelijkertijd wordt onderzocht wat de effecten zijn van de vaccinwissel.
Op 19 maart besloot Frankrijk injecties met AstraZeneca te hervatten maar vanwege het gevaar van schadelijke bijwerkingen niet bij mensen onder de 55. Tegen die tijd hadden een half miljoen mensen, veelal zorgmedewerkers, al een eerste prik ontvangen. Onder hen ook de minister van Volksgezondheid Olivier Véran (40) die zich demonstratief live voor de camera had laten vaccineren. De minister heeft verklaard dat de regering het advies van de autoriteit overneemt: “Het is volkomen logisch.”
Jean-Daniel Lelièvre, hoofd infectieziekten van het Henri Mondor ziekenhuis in Créteil ten zuidoosten van Parijs, verklaarde tegenover France Info dat het vaker is voorgekomen dat van vaccin gewisseld wordt: “Vooral bij de bestrijding van HIV en Ebola. We weten dat het goed werkt. En het veroorzaakt een immuniteit die hoger is dan als je hetzelfde vaccin twee keer toedient.”
Door de wisseling kan de vaccinatiecampagne doorgaan als gepland zonder dat er nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Frankrijk heeft de keuze uit vier verschillende vaccins: Pfizer, Moderna, AstraZeneca en Johnson & Johnson. Voor dat laatste vaccin volstaat een enkele injectie.
Nederland gaat wel door met het toedienen van de tweede dosis AstraZeneca aan wie al een eerste prik heeft gehad, aldus een verklaring van de overheid :
"De Gezondheidsraad adviseert ook dat wie al een eerste keer geprikt is met AstraZeneca zoals gepland de tweede prik kan halen. Wereldwijd is geen enkel geval gemeld van ernstige bijwerkingen na een tweede prik met AstraZeneca. De gemelde zeer zeldzame bijwerkingen doen zich binnen twee weken na de eerste prik al voor. Minister De Jonge: “Het is een afweging tussen aan de ene kant gezondheidswinst van een vaccin en daarmee bescherming tegen corona, en aan de andere kant gezondheidsrisico’s bij met name jongere vrouwen als gevolg van een zeer zeldzame bijwerking. Belangrijk is dat we met dit besluit wél schuiven met vaccins maar níet met onze strategie en prioritering. We houden onze vaccinatievolgorde aan en de meest kwetsbare mensen worden het eerst geprikt. We moeten hen als eerste beschermen omdat zij het meeste risico lopen.”"