Een basisinkomen leidt tot een betere geestelijke gezondheid, meer tevredenheid over het leven en meer vertrouwen. Dat blijkt uit een grootschalig Fins onderzoek naar het basisinkomen. De deelnemers aan de test hadden minder vaak last van depressies, verdriet en eenzaamheid dan de mensen in de controlegroep die geen basisinkomen ontvingen.
Finland gaf in 2017 en 2018 een groep van tweeduizend werklozen een vast basisinkomen van 560 euro. De werklozen waren niet langer verplicht om op zoek te gaan naar een baan. Als ze een baan vonden, raakten ze hun basisinkomen niet kwijt.
Een basisinkomen zorgt voor meer autonomie, constateren de onderzoekers. Sommige Finnen namen vanwege hun basisinkomen slecht betaald werk aan, omdat ze niet langer bang hoefden te zijn dat ze hun uitkering zouden kwijtraken. Anderen besloten vanwege het basisinkomen juist om slecht betaalde en onzekere banen af te slaan. Ook stelde het basisinkomen mensen in staat om voor hun buren of familieleden te zorgen.
Al met al beïnvloedt een basisinkomen de kans dat mensen een baan vinden nauwelijks. Voor zover er al een effect is, dan lijkt dit licht positief te zijn: mensen met een basisinkomen gingen iets vaker weer aan het werk dan mensen in de controlegroep.
Door de coronacrisis neemt de belangstelling voor het basisinkomen wereldwijd weer toe. Veel mensen raken werkloos en hebben door de coronamaatregelen minder mogelijkheden om aan het werk te gaan. Een maand geleden kondigde de Spaanse regering de introductie van een basisinkomen aan. Ook de Schotse premier Nicola Sturgeon verklaarde deze week dat het tijd is voor een basisinkomen.