Europees Parlement vertegenwoordigt de stem van Europeanen in de onderhandelingen over het EU-VS vrijhandelsverdrag
Marietje Schaake reageert op het betoog van Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema die beweren dat de EU in het diepste geheim een vergaand verdrag sluit met de VS. Schaake is een van de parlementsleden die de onderhandelingen controleren. De feiten zijn anders dan Baudet en Rijpkema weergeven, stelt ze.
In het ‘Vrijhandelsverdrag tussen EU en VS minacht democratie’ kaarten Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema belangrijke punten aan over de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, maar tegelijk gaan zij voorbij aan een aantal essentiële feiten.
Sinds het Verdrag van Lissabon is de stem van het Europees Parlement doorslaggevend in het afsluiten van internationale verdragen. De Europese Commissie onderhandelt namens de EU als geheel, zodat we ons gezamenlijk economisch en politiek gewicht internationaal laten tellen.
Is daarmee elk handelsverdrag zoals de Commissie het voorstelt ideaal? Nee! Als volksvertegenwoordigers sturen leden van het Europees Parlement effectief bij. Het Parlement gaf met grote meerderheid groen licht om de onderhandelingen te starten, maar onder duidelijke voorwaarden en met een helder mandaat.
Markten We kunnen opkomende economieën als China, India en Brazilië niet negeren. De vraag hoe we zorgen voor handel op basis van spelregels, en zonder het overboord gooien van bescherming van mens en milieu, leidde tot de gedeelde politieke beslissing van regeringen van de lidstaten om te streven naar een handels- en investeringsverdrag tussen de twee grootste markten ter wereld.
Een vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten zorgt voor economische groei zonder overheidsinvesteringen. Geen overbodige luxe in tijden van crisis. Hoewel specifieke belangen tussen de verschillende Europese landen soms verschillen, kunnen we het ook over veel eens worden. Financiële diensten, openbare aanbestedingen, maar ook het wegnemen van bureaucratische rompslomp of het zetten van gezamenlijke standaarden voor nieuwe producten, zijn gedeeld Europees belang. Een open export economie als Nederland heeft groot voordeel bij het makkelijker maken van handel en investeringen die toch al in grote hoeveelheid de oceaan over gaan.
Prullenbak Op het gebied van transparantie bestaan terechte zorgen, hoewel geen onderhandelaar of voetbalcoach tevoren een strategie openbaar zal maken waardoor ook de tegenpartij alle details kent, maar de feiten liggen anders dan Baudet en Rijpkema schetsen. Zij negeren dat de Commissie onderhandelt op basis van een mandaat van de lidstaten dat de prioriteiten en reikwijdte van de onderhandelingen heeft vastgelegd. Dit mandaat is online te vinden. De kaders die het Parlement mee gaf, zijn ook openbaar. Bovendien moeten het Parlement en de lidstaten het verdrag goedkeuren vóórdat het in werking treedt.
Het is dus niet zo dat de Commissie vrij spel heeft. Nadat ACTA in 2012 naar de prullenbak werd verwezen zal de Commissie niet snel vergeten dat het Europees Parlement betrokken moet worden. En anders herinneren we hen daar aan als dat nodig is.
De Commissie voor Internationale Handel in het Europees Parlement heeft inzage in vertrouwelijke documenten. Tot nu toe is overigens vrijwel elk document gelekt. Er is een speciale monitoring group opgericht die vóór en ná elke onderhandelingsronde wordt gebrieft door het onderhandelingsteam. Ik ben een van de Europarlementariërs die zitting heeft in die groep.
Barrières
Vanwege de complexiteit van het verdrag is het vooral belangrijk maatschappelijke organisaties, het MKB en andere belanghebbenden te betrekken. Daar moet de Commissie actiever in optreden. Veel grote bedrijven, die internationaal opereren, hebben al aangegeven in hoeverre het wegnemen van barrières en het streven naar gelijkere standaarden hen kosten, tijd en energie zal sparen. Om zelf bij te dragen aan transparantie en inzicht houd ik op mijn website overzichten bij van alle relevante ontwikkelingen en studies.
Op inhoudelijk vlak zijn de zorgen van Baudet en Rijpkema niet nieuw. Vanuit het Parlement gaan wij de discussie aan met de onderhandelaars over milieustandaarden en voedselproductie, over het wel of niet opnemen van een mechanisme voor bescherming van investeringen in het verdrag en over vele andere onderwerpen.
In antwoord op onze vragen over investeringsbescherming heeft de Commissie aangegeven dat wordt gezocht naar een nieuwe, meer transparante en afgebakende vorm van het mechanisme. De kous is daarmee nog lang niet af en we moeten ons afvragen of investeringsbescherming in dit verdrag nodig is, maar het geeft aan dat het Parlement de Commissie scherp houdt en bijstuurt door zorgen van mensen aan te kaarten.
Feiten Om onze controlerende rol goed te kunnen vervullen, hebben Europarlementariërs zo veel mogelijk input van mensen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld nodig. Wij kunnen niet altijd alle kansen en bedreigingen voor elke sector overzien. Er ligt dus een verantwoordelijkheid bij de onderhandelaars voor informatievoorziening, maar ook bij belanghebbenden om hun mening duidelijk te laten horen. Dat moet de basis zijn van een maatschappij brede dialoog, gebaseerd op feiten, over hoe dit verdrag er wel of niet uit zou moeten zien. Dan kunnen we ervoor zorgen dat de baten van dit verdrag ook daadwerkelijk terecht komen bij mensen en niet alleen bij de aandeelhouder. En als de Commissie niet tot een onderhandelingsresultaat komt dat het belang van Europeanen voldoende dient dan zal het Parlement geen goedkeuring verlenen.