DENK-voorman Farid Azarkan prees donderdagavond het kabinet dat een dag eerder was weggelopen nadat Thierry Baudet in een krankzinnig complotbetoog suggereerde dat Sigrid Kaag een spion van een buitenlandse mogendheid was. Het was goed dat het kabinet een streep had getrokken, zei hij. Maar waarom gebeurt dat niet als Kamerleden bevolkingsgroepen discrimineren, vroeg hij.
Hij wees op een motie die PVV-leider Geert Wilders kort daarvoor had ingediend. “Hij zegt daarin dat mijn religie en de religie van een aantal collega’s hier in de Kamer en van een miljoen mensen geen religie is maar een ideologie van haat en terreur. Hij diende die motie in, en niemand knipperde met de ogen. Niemand in vak K zei: kan dat zomaar? Er was geen Kamerlid die iets deed. Dat raakte mij.”
Azarkan wees er vervolgens op dat Wilders een dag eerder in de Kamer sprak over een stel dat in de problemen zit: Alfredo en Janine. Zij kunnen soms maar een banaan per dag eten. Azarkan: “Maar Alfredo en Janine worden geholpen. En weet u door wie? Door een islamitische buurvrouw. Ze heeft zich over hen ontfermd.” De buurvrouw is, zei Azarkan, een van “de mensen waarop Wilders afgeeft, waar hij haat tegen zaait.”
Het kabinet en het grootste deel van de Kamer waren diep onder de indruk van het gloedvolle betoog van Azarkan. Zij beloonden hem met een luid geroffel op de bankjes. Wilders kon niet anders dan schaapachtig lachen.