Ja=ja. De antwoorden op al je vragen rondom de aanscherping van de Zedenwet in Zweden
In Zweden is het vanaf 1 juli 2018 verboden om seks te hebben zonder toestemming. Maar dat was toch altijd al zo? ‘Seks zonder toestemming ís toch verkrachting?’ hoor ik u denken. Nee. Seks zonder toestemming is in Zweden pas officieel verkrachting na een verbale of non-verbale nee. In Nederland is de wet nog strikter. Hier moet er niet alleen sprake zijn van ‘nee’ zeggen, maar ook van geweld, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid. Die andere feitelijkheid is natuurlijk wat vaag. Want wat is dat dan? Dat kan bijvoorbeeld op een machtsverhouding duiden, zoals tussen een docent en een leerling, of als de dader dreigt naaktfoto’s van je te publiceren als je niet meewerkt. Wat niet onder andere feitelijkheid valt, is tonic immobility.
Bij extreme angst, zoals bij aanranding of verkrachting, zijn er drie reacties: vechten, vluchten of bevriezen. De bevriesreactie heet tonic immobility en komt voor bij bijna 50% van de mensen ( bij vrouwen zelfs 70% ). Het verlamt of vertraagt je en maakt vaak dat je geen nee meer kunt zeggen. In dat geval is de seks, die je niet wil en als zo bedreigend ervaart dat je ervan bevriest, juridisch gezien toch geen verkrachting. Een klap in het gezicht van slachtoffers die zich bij de zedenpolitie melden en weer weggestuurd worden. Zij worden door de Nederlandse wet dus niet tegen verkrachting beschermd.
‘Maar dat is toch heel raar?’ Nou, niet zo. In de tijd dat die wet gemaakt werd, hadden we deze kennis nog niet. Nu wel, dus moet de wet aangepast worden. Zweden gaat dat doen, en Nederland volgt hopelijk snel. Dat moet ook wel, want in het Europese Verdrag van Istanbul , dat Nederland ondertekende en vanaf maart 2016 nageleefd zou worden, staat het ook.
Als we weten dat veel mensen geen duidelijke nee kunnen geven, laat staan van zich afslaan doordat ze een bevriezingsreactie vertonen, dan is dat expliciet toestemming geven voor seks dus helemaal niet zo’n gek idee.
Maar, roepen critici, ‘hoe is dat te handhaven dan? Hoe controleer je of iemand géén ja gezegd heeft?’ Nou, op dezelfde manier als waarop je controleert of iemand wel nee heeft gezegd. Dat is vreselijk moeilijk, omdat veel seksueel geweld plaatsvindt zonder getuigen erbij. Maar het één is niet moeilijker dan het ander en ook niet fraudegevoeliger. De bewijslast ligt ook nog steeds bij degene die de aangifte doet en niet bij degene die als dader aangewezen wordt. Angst voor een hausse aan valse aangiftes en onterechte veroordelingen is dan ook niet nodig.
‘Is het dan niet een beetje symboolpolitiek?’, vraag je je af. Deels wel, maar daar is niets mis mee. Een wetswijziging kan namelijk niet alleen leiden tot meer veroordelingen, maar ook tot een algemenere gedragsverandering. Kijk bijvoorbeeld naar het verbod op roken in de horeca of rijden onder invloed. Sinds het bij wet verboden is, is onze blik erop veranderd en ook ons gedrag. Bij roken is het zelfs zo dat nu roken in de horeca niet meer mag ook bij mensen thuis anders omgegaan wordt met roken. Het is niet langer vanzelfsprekend om te roken waar niet-rokers bij zijn.
‘Maar roken in de horeca kun je controleren. Dat is bij verkrachting lastiger.’ Klopt. Net als bij het slaan van kinderen. Sinds 2007 is het officieel verboden om je kind een klap te geven. Is dat altijd controleerbaar? Nee, want het gebeurt meestal achter de voordeur en vaak zonder getuigen. Toch heeft die wet bijgedragen aan de inmiddels breed gedragen opvatting dat slaan geen onderdeel van een opvoeding moet zijn. En zo hebben ook lastig te handhaven wetten alsnog een positief effect op de samenleving.
De wet die verplichte toestemming bij seks regelt zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat iets wat heel normaal zou moeten zijn, communiceren tijdens seks, ook daadwerkelijk normaal kan worden. Als we leren, door opvoeding, onderwijs en dus nu de wet, dat dit is hoe het moet, dan zullen we dat ook meer en meer vanzelf gaan doen.
‘Maar de sfeer dan? Het is toch super onsexy om bij je partner(s) te informeren of wat jij aan het doen bent of van plan bent te gaan doen wel is wat zij ook willen.’ Als je daar iets langer over nadenkt is dat een ontzettend rare gedachte. In elke andere situatie doen we dat namelijk wel. Komt er iemand bij je eten? Dan vraag je ook: ‘Hou je van pasta?’ ‘Heb je al trek?’ ‘Wil je nog iets?’ Niemand die dan begint te roepen dat de sfeer tijdens het etentje nu echt wel doodgeslagen is en je op die manier geen eten meer hoeft. En wat doe je als iemand zijn bord niet leegeet? Toch door zijn strot duwen? Natuurlijk niet. Ook tijdens het eten kan iemand bedenken dat-ie genoeg heeft gehad, geen toetje meer wil of afziet van thee. Net als bij seks.
‘Dan moeten we zeker op formulieren vast gaan leggen dat iemand toestemming gegeven heeft?’ Nee hoor. Net zoals je niet vast hoeft te leggen dat iemand geen nee zei of dat je je kinderen niet slaat. We gaan er vanuit dat iedereen zelf kan begrijpen dat voor seks toestemming van iedereen die meedoet nodig is. Begrijp je dat niet en doe je iets tegen iemands zin? Dan is het verkrachting en kan diegene daar aangifte van doen.
‘Oké, seks zonder expliciete toestemming gaat dus vaak mis, maar moeten we dat nou helemaal bij wet gaan regelen?’ Vind je dat niet een beetje extreem? Het is toch gewoon iets tussen twee (of meer) mensen? Idealiter hoeft dat niet via de wet, nee. Maar… één op de acht vrouwen en één op de vijfentwintig mannen is (minstens eenmaal) slachtoffer van verkrachting. Dat is dus meer dan een miljoen vrouwen in Nederland en bijna 340.000 mannen (ongeveer evenveel als er in de stad Utrecht wonen). Bij elkaar ruim 1,4 miljoen slachtoffers van verkrachting. Het is pas echt extreem om niet al het mogelijke te doen om dat cijfer naar beneden te krijgen.