Facebook huurde in 2017 een pr-bedrijf in dat nepnieuws verspreidde over critici en concurrenten van Facebook, maar ook over de Joodse filantroop George Soros. Dat meldt de New York Times. Nadat Facebook in 2016 het onderwerp werd van een aantal schandalen, onder meer over de rol van het bedrijf bij de Russische beïnvloeding van de Amerikaanse verkiezingen, huurde het bedrijf in 2017 een pr-bedrijf in. Definers Public Affairs, dat als Republikeins bekend staat, gebruikte ‘politieke campagnetactieken’ en deed ‘oppositieonderzoek’ naar tegenstanders waarbij gezocht werd naar zaken waarmee bedrijven en personen konden worden zwartgemaakt. Definers Public Affairs publiceerde onder meer stukken op een conservatieve website – die een kantoor deelt met het pr-bedrijf – waarin de rol van Facebook in het Rusland-schandaal werd gebagatelliseerd en concurrenten werden zwartgemaakt. Artikelen van de website werden vervolgens opgepikt door (ultra)conservatieve websites als Breitbart.
Het pr-bedrijf zou daarnaast geprobeerd hebben om de Hongaarse miljardair en filantroop George Soros af te schilderen als de stille kracht achter een anti-Facebookbeweging. Critici van Facebook werden aan Soros gelinkt, terwijl journalisten werden aangemoedigd om vragen te stellen over Soros en zijn ‘tactieken’. De Joodse Soros speelt in een hoofdrol in rechtse complottheorieën, die grote overeenkomsten vertonen met de antisemitische complottheoriën uit het begin van de 20e eeuw over een netwerk van kwaadaardige Joden die achter de schermen aan de touwtjes van media en politiek zouden trekken. Soros was eind oktober nog een van de slachtoffers bij wie – vlak voor de Amerikaanse midterm-verkiezingen – een bombrief werd bezorgd.