De Spaanse extreemrechtse partij Vox heeft een banklening geaccepteerd uit Hongarije. Het is niet voor het eerst dat Europese extreemrechtse partijen financiële steun zoeken in het Oost-Europese land. Hoewel de bank gelieerd is aan despoot Viktor Orbán, ontkent die laatste ook maar iets te maken te hebben met de lening. Dat meldt Politico.
Vox ontving een lening van 9,2 miljoen euro van de MBH bank. Grootaandeelhouder Lőrinc Mészáros, de rijkste man van Hongarije, is een jeugdvriend van Orbán en geldt als een van zijn trouwste aanhangers. De Hongaarse overheid is daarnaast voor 30 procent eigenaar van de bank. Parlementariër Ágnes Vadai, van oppositiepartij Demokratikus Koalíció, wilde van Orbán weten in hoeverre hij betrokken was bij de lening. Orbán zelf gaf geen antwoord, maar liet het woord aan zijn staatssecretaris János Fónagy die beweert dat de overheid niet betrokken was bij de lening, maar dat het om een zakelijke beslissing van de bank zelf ging.
Eerder al was het de voorloper van MBH, de MKB Bank, die het extreemrechtse Rassemblement National van Marine Le Pen een lening bood van 10,6 miljoen euro. Dat gebeurde nadat Le Pen in Frankrijk geen lening kon krijgen en ook andere Europese banken niet stonden te springen om haar te hulp te schieten.
Dit jaar startte de Hongaarse premier Viktor Orbán zijn eigen fractie in het Europees Parlement, een verzameling van extreemrechtse Europese partijen waaronder de PVV, de Oostenrijkse FPÖ, het Italiaanse Lega, Rassemblement National en het Vlaams Belang. Na de door Hongarije verschafte lening trad ook Vox toe tot de fractie.