In Spanje is een racistische hetze ontstaan nadat een 11-jarig jongetje werd doodgestoken, waarna op sociale media werd beweerd dat de dader van Noord-Afrikaanse afkomst was. De stroom nepnieuws doet denken aan die in Groot-Brittannië na de moord op drie jonge kinderen in Southport. Een van de grote aanjagers van de hetze in Spanje is de extreemrechtse Eurorparlementariër Alvise Pérez.
De aanval vond zondagochtend plaats, toen de 11-jarige Mateo samen met een aantal andere kinderen aan het voetballen was in een sportcentrum in het plaatsje Mocéjon, in Centraal-Spanje. Een man, met een capuchon over zijn hoofd getrokken en sjaal om zijn gezicht, rende met een scherp voorwerp het veld op en wist uiteindelijk Mateo meer dan tien keer te steken voor hij vluchtte. Na een klopjacht van ruim dertig uur werd de dader gearresteerd in het huis van zijn vader.
Hoewel de familie van het slachtoffer liet weten dat de aanval volstrekt willekeurig was geweest, verschenen op sociale media direct berichten dat de verdachte van Noord-Afrikaanse afkomst was en asiel had gezocht in Spanje. Ook werd beweerd dat de dader afkomstig was uit een hotel in de omgeving dat dienstdoet als asielzoekerscentrum waar “50 Afrikanen” worden gehuisvest. Een van de voornaamste verspreiders van deze berichten is de 34-jarige extreemrechtse agitator Alvise Pérez die dit jaar namens zijn partij Se Acabó La Fiesta een zetel bemachtigde in het Europees Parlement.
Behalve de familie van het slachtoffer, maakte ook de politie al snel bekend dat er op geen enkele wijze sprake was van islamistisch geïnspireerd geweld. Ook werd duidelijk gemaakt dat de aanvaller via een kapotte achterdeur het sportcomplex was binnengegaan, wat erop wees dat het om iemand ging die bekend was met de omgeving.
Een woordvoerder van de familie die het nepnieuws probeerde te ontkrachten, werd vervolgens zelf doelwit van de xenofobe haatcampagne omdat hij op zijn sociale media foto’s had van reizen naar Afrika.
Eerder deze week werden in de Spaanse media beelden gedeeld van de arrestatie van de verdachte, een 20-jarige witte man. Een vertegenwoordiger van de Spaanse regering in de regio Castilla-La Mancha benadrukte daarbij dat desinformatie “de emoties van mensen had uitgebuit” in een zaak die Spanje in zijn greep hield. De verspreiders van het nepnieuws omschreef ze als “haatzaaiers die misbruik maakten van menselijk leed om hun haat op sociale media te spuien”. Ook noemde ze sociale media “een stortplaats van smerigheid” omdat een groep veelal anonieme gebruikers het gebruikt om mensen vanwege hun huidskleur of afkomst verdacht te maken.
Europarlementariër Alvise Pérez was te laf om te reageren op vragen vanuit de media over zijn rol in het verspreiden van het racistische nepnieuws.