Het is een terugkerend fenomeen de afgelopen weken in de Verenigde Staten: automobilisten die inrijden op antiracismedemonstraties. Volgens Nitish Pahwa van Slate zijn er sinds eind mei zeker vijftien aanslagen geweest van automobilisten.
Afgelopen weekend overleed Robert Forbes, een 55-jarige zwarte man die opzettelijk was aangereden door een witte man. Op zondag reed een leider van de Ku Klux Klan in op demonstranten in Richmond, Virginia.
De racisten die hun auto als wapen inzetten hebben het kunstje afgekeken van moslimfundamentalisten die al jaren voertuigen gebruiken om in te rijden op gebouwen of menigtes, met name in het Midden-Oosten en Europa.
Vanaf 2015 begint de inzet van auto’s voor aanslagen op vreedzame demonstranten ook aan populariteit te winnen bij extreemrechts in de Verenigde Staten, stelt Ari Weil die aan de University of Chicago onderzoek doet naar propaganda binnen extremistische groepen.
In 2017 reed de 20-jarige James Alex Fields in op een anti-nazi-demonstratie Charlottesville, Virginia. Daarbij kwam Heather Heyer om het leven, en raakten 28 mensen gewond. Voor Fields zijn aanslag pleegde, had hij tweemaal een meme verspreid die het omverrijden van demonstranten verheerlijkte.
Vreedzame demonstranten maken de laatste jaren vaker gebruik van wegblokkades. Pahwa beschouwt de aanvallen met auto’s dan ook als een poging om de straten op bloederige wijze te heroveren.
De agressieve automobilisten krijgen daarbij steun van de Republikeinen die in verschillende Amerikaanse staten wetsvoorstellen hebben ingediend om automobilisten vrijuit te laten gaan als zij ‘onbedoeld’ demonstranten raken.
Pahwa wijst erop dat ook politiediensten deze redenering overnemen. Zo oordeelde de politie in Colorado Springs dat een automobilist die inreed op demonstranten en daarbij een vrouw raakte, het slachtoffer was, terwijl de gewonde vrouw haar verwondingen aan zichzelf had te danken.