Nooit heb ik mijn mening zo snel en radicaal moeten bijstellen als op zondag 22 september 2024, even na acht uur ’s avonds. Ik schets u de context, en vervolgens de situatie waarin het gebeurde.
Een groot deel van de week woon ik bij mijn vriendin, zij heeft een tienjarige zoon die, zoals zijn meeste leeftijdsgenoten, graag tv kijkt. Hij mag blij zijn dat hij niet mijn eigen tienjarige zoon is – ik heb zelf geen kinderen -, als ik zijn vader was, mocht hij tot zijn achttiende nooit achter een beeldscherm, ik ben daar een extremist in.
Wanneer het onderwerp ‘tv kijken’ tussen ons ter sprake komt, laat ik geen mogelijkheid onbenut om mijn bonuskind duidelijk te maken hoe schadelijk voor de geest domme YouTube-filmpjes zijn, en hoe bizar ik het vind dat kinderen ze kijken in een land waar de publieke omroep prachtige, verantwoorde kindertelevisie maakt.
Ondanks, maar waarschijnlijk dankzij mijn gepreek, keek de tienjarige die zondagavond tegen bedtijd naar YouTube, van zijn moeder mag hij eens per week iets anders consumeren dan verantwoorde kinderprogramma’s, naast hem op de bank zaten mijn vriendin en ik, het was een bodemloos debiele video waarnaar we gedrieën staarden.
“Raymond, als je je niet in kunt houden, ga je maar boven zitten”, zei mijn vriendin toen ik voor de tweede keer minachtend proestte. “Sorry, dit gebeurt nu eenmaal wanneer ik naar de animatie van een rode auto kijk die door iemand buiten beeld door een gat in een muur genavigeerd moet worden, waarbij diegene allerlei oerkreten slaakt”, zeurde ik.
Daarop vertelde mijn vriendin over een hoogbegaafde kennis die graag zulke video’s kijkt om zijn denken even stop te kunnen zetten. “Ja, zo kun je alles richting hoogbegaafdheid lullen”, sputterde ik nog tegen, maar ergens in mij viel op dat moment het kwartje. Ik zal niet beweren dat ik hoogbegaafd ben, wel is het zo dat mijn gedachten alleen stilstaan als ik slaap.
Van een dom, virtueel object, dat door een in mijn ogen debiel iemand door een stompzinnig gat in een al even virtuele muur gestuurd moest worden, veranderde de rode auto plotseling in een reddingsboei. Zolang ik naar hem keek, stonden mijn gedachten stil, nam ik me voor, de daaropvolgende twintig minuten ervoer ik een ongekende geestelijke rust.
Toen de tv van mijn vriendin uit moest, protesteerden het kind en ik allebei hevig.