Is de EU soms een (beetje meer) een natie aan het worden, een nieuw soort vaderland, het object van een nieuw soort progressief patriottisme?
Is de tijdgeest aan het kantelen? Are the times a’changing ? Je zou het wel denken als president-elect Emmanuel Macron bij zijn opkomst op het binnenplein van het Louvre wordt begeleid door de fanfare van het Europese in plaats van die van het Franse volkslied (na zijn speech zong hij trouwens met zijn hand op het hart de Marseillaise mee). De bijeenkomsten van zijn beweging En Marche! werden vanaf het begin behalve door de Franse tricolore opgesierd door de blauwe Europese sterrenvlag. Marine le Pen beloofde daarentegen dat, mocht ze tot presidente worden gekozen, de Europese vlag meteen van alle openbare gebouwen zou laten verwijderen. Voor nationalisten is zwaaien met twee vlaggen een teken van een dubbele, dus gebrekkige identiteit en loyaliteit: bijna net zo erg als het hebben van een dubbel paspoort.
De eerste regeringsdaad van haar nationaal-populistische geestverwanten in Polen was dan ook om de Europese vlag van alle regeringsgebouwen te halen. Van de weeromstuit werd er enthousiast gezwaaid met de unievlag bij alle protestdemonstraties tegen de dreigende afschaffing van de rechtsstaat, de liberaal-democratische checks and balances en de vrijheid van meningsuiting. Het Europese sterrenblauw was ook alomtegenwoordig bij de massale protesten in Roemenië tegen de verzachting van de corruptiewet, waarbij demonstranten zelfs een enorme vlag projecteerden met de lichtjes van hun mobiele telefoons. Ook tijdens de week van anti-regeringsprotesten in Boedapest naar aanleiding van de mogelijke sluiting van de Central European University zwaaide men uitbundig met de sterrenvlag (‘Europa, help ons!’), net als bij de demonstraties in Belgrado tegen de nieuw gekozen autoritaire Servische president.
In den beginne was de Maidan. In februari was ik op dat ijskoude, rommelige maar charismatische plein, en was ik onder de indruk van de kleinere en grotere herdenkingstekens voor de ‘Hemelse Honderd’: want zoveel slachtoffers maakten de scherpschutters van president Janoekovitsj drie jaar eerder, in februari 2014. Voor het eerst in de geschiedenis werden mensen gedood die zwaaiden met de Europese vlag, omdat zij bij de Europese waardengemeenschap wilden horen.
Maar de unievlag is lang niet alleen in Oost-Europa het symbool en de focus geworden van politieke hoop, liefde, afkeer en haat. We herinneren ons nog goed hoe Geert Wilders enkele jaren geleden opzien baarde door voor de deur van het Europese Parlement met gevoel voor theater de ‘Nederlandse’ ster uit de Europese vlag te knippen. In Groot-Brittannië worden alle anti-Brexitdemonstraties en bijeenkomsten van de LibDems en de Greens begeleid door Europees vlagvertoon. In Frankfurt, Berlijn en andere Duitse steden ontstond enkele maanden geleden de beweging Pulse of Europe , die elke zondagmiddag duizenden burgers samenbrengt om te luisteren naar pro-Europese verhalen, de Europese hymne te zingen en te zwaaien met de Europese vlag. Inmiddels heeft die beweging van Europositivo’s zich uitgebreid naar bijna alle grote steden van Europa. Behalve in Amsterdam worden inmiddels wekelijkse meetings gehouden in Groningen, Eindhoven en Maastricht.
Op één ervan stelde ik voor om de achterhaalde Duitse tekst van het Europese ‘volkslied’ te vervangen door een modernere Engelse tekst die de kern van de Europese beschavingsmissie beter weergeeft: nooit meer oorlog, de wil om een betere maatschappij te scheppen, Europa als ons nieuwe thuisland. ‘Alle Menschen werden Brüder’ is daarvoor een te kleffe uitdrukking, niet alleen vanwege het ontbrekende zusterschap, maar ook omdat we eerst eens moeten leren om elkaar te verdragen en wat beter naar elkaar te luisteren – dat is al moeilijk genoeg. Die nieuwe ‘Ode to Europe’ wordt nu elke zondagmiddag op het Museumplein gezongen:
Citizens of Europe Let us take each other by the hand We are Europeans We will never ever fight again Let us sing about our freedom We will never let it go We shall build a better future In the land we call our home.
Is de EU soms een (beetje meer) een natie aan het worden, een nieuw soort vaderland, het object van een nieuw soort progressief patriottisme? Laat het de Trumps, Le Pens en Erdoğans (‘Eén staat, één natie, één vlag en één religie’) maar niet horen. Of Hollandse nationalisten zoals Wilders en Baudet, die deze uitingen van Europatriottisme zullen zien als een nieuwe ‘aanval op de natiestaat’ door een doorgedraaide kosmopolitische elite. Zij spelen graag leentjebuur bij Pim Fortuyn, die in Zielloos Europa (1998) betoogde dat Europa alleen bestond op het abstracte niveau van geleerden, ondernemers en politici, en niet of nauwelijks leefde onder gewone mensen. Die voelden zich daarentegen veilig en saamhorig binnen de natiestaat, met zijn unieke taal, cultuur en mentaliteit. Alle nationaal-populisten (zowel die van rechts als van links) herhalen hetzelfde mantra: omdat er geen Europese cultuur of identiteit bestaat, en er dus geen sprake is van een Europees volk, kan Europa nooit een volwassen democratie ontwikkelen of een beschermend thuis bieden aan zijn burgers.
Zelfs een onvervalste wereldburger als Ian Buruma constateert (in de binnenkort te verschijnen bundel The End of Postwar ) dat de culturele argumenten voor Europese eenheid en een gedeeld Europees ideaal, zoals gesymboliseerd door het Europese volkslied, de vlag en de euro, tot nu toe geen echte Europese demos hebben kunnen scheppen. Maar is er niet iets aan het kantelen? Realiseren niet veel meer Europese burgers zich na het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump dat Europa ‘best wel belangrijk’ is, nee: dat ze eigenlijk ‘best wel’ van Europa houden? Zo vond en vindt een grote meerderheid van de Fransen dat hun land in de EU en de euro moet blijven. Marine le Pen maakte dus nooit kans op het presidentschap (net zo min als Geert Wilders op het Nederlandse premierschap); en daarom moest zij aan het slot van haar campagne ook inbinden met een moeilijk uit te leggen standpunt over een dubbel muntsysteem.
"Wanneer Europa dezer dagen wordt aangevallen en er van alle kanten op haar wordt ingebeukt, reageer ik als een minnaar die alle tekortkomingen van het object van zijn liefde aan één kant van de weegschaal legt en aan de andere kant de vraag ‘Kan ik leven zonder haar?’ En niet één van haar tekortkomingen, of zelfs alle tekorten bij elkaar opgeteld wegen zwaarder dan het antwoord op die vraag. Ik zou niet weten hoe ik verder zou moeten leven zonder haar."
Het is onverwacht bemoedigend dat die nieuwe vaderlandsliefde overal in Europa wordt uitgedrukt met behulp van oude symbolen van de nationale emotie zoals de vlag en het volkslied (maar zonder de monarchie, want die is in de republiek Europa definitief achterhaald). En dat zonder de ‘natuurlijke’ liefde voor het geboorteland te verdringen: zo wappert bij ons de blauwe unievlag vrolijk en fier naast het rood-wit-blauw en het oranje van het Nederlandse feestnationalisme.