Europa, laat de burgers van Rojava niet in de steek

Volgens Amnesty International hebben Turkse strijdkrachten en een coalitie van door Turkije gesteunde Syrische gewapende paramilitairen tijdens het offensief in het noordoosten van Syrië oorlogsmisdaden gepleegd, waaronder het doden en verwonden van burgers. Het Internationale Comité voor het Rode Kruis geeft aan dat er 200 Syrische burgers zijn gedood en dat er door tegenaanvallen 20 Turkse burgers om het leven kwamen. Volgens (onbevestigde) beelden op sociale media hebben de Turkse soldaten gifgas gebruikt tegen de mensen uit Noord-Syrië.

We maken ons ook zorgen om de ongeveer 200.000 mensen die op de vlucht zijn in het noordoosten van Syrië. Turkije en de Russische Federatie spraken onlangs af dat de Russische militaire politie en Syrische grensbewakers de grens tussen Turkije en Syrië gaan bewaken. De YPG heeft 150 uur om de grensregio tot 30 kilometer zuidelijk van de landsgrens te verlaten, terwijl veel steden zich juist in de buurt van die grens bevinden.

Wij maken ons grote zorgen om het welzijn van de burgers. Vooral omdat in de verklaring van Poetin en Erdogan wordt aangegeven dat “separatistische agenda’s in Syrisch gebied ontwricht zullen worden”. Wij hopen dat de Russische en Syrische autoriteiten respect hebben voor alle burgers in Rojava en dat zij hen in eerste plaats zullen blijven zien als medemensen.

Daarnaast maken wij ons zorgen om de bestuursvorm van Rojava die met deze verklaring beëindigd lijkt te worden. In Rojava is getracht te komen tot een bottom-up democratie, met onder andere aandacht voor gelijke rechten voor vrouwen en het in harmonie samenleven van verschillende etnische en religieuze groepen. Ook is er een verbod op doodstraf en marteling. Een kanttekening is dat er in 2014 een rapport is verschenen van Human Rights Watch getiteld ‘Under Kurdish Rule’ dat sprak over willekeurige arrestaties, oneerlijke processen en de inzet van kindsoldaten.

In de overeenkomst is afgesproken dat Turkije voorlopig controle houdt over het stukje Noord-Syrië waar de afgelopen twee weken het Turkse leger binnentrok. De grensstad Sri Kane (of Ras al-Ayn) is onlangs overgenomen door Turkse militairen. Er is behoefte aan een humanitaire corridor omdat de gewonden niet geëvacueerd kunnen worden. Wij roepen de internationale gemeenschap dan ook op om zo’n humanitaire corridor te realiseren.

Wij willen graag onze regering en politici ook oproepen tot een aantal andere zaken. Nederland dient er samen met andere Europese landen bij Rusland, Turkije en Syrië en in de Verenigde Naties op aan te dringen dat alle inwoners van Noord-Syrië beschermd worden. Daartoe zou Syrië internationale waarnemers in Noord-Syrië moeten toelaten. Ook zou een VN-commissie in alle vrijheid de schendingen van mensenrechten in Noord-Syrië moeten onderzoeken.

Ten tweede dient Nederland erop aan te dringen dat lokale en internationale humanitaire organisaties onbelemmerd toegang hebben tot het gebied, zodat zij ontheemden kunnen helpen. Hulporganisaties zouden ook bij vredesonderhandelingen betrokken moeten worden zodat in de gaten gehouden kan worden dat mensen die het hardst hulp nodig hebben dat ook krijgen.

Ten derde zijn wij van mening dat wapenleveranties aan Turkije en andere partijen die het bij conflict in Syrië zijn betrokken gestopt moeten worden, inclusief die aan de Koerdische troepen. Nederland heeft onlangs besloten tot zo’n wapenembargo voor Turkije zolang ze bezig zijn met een militaire operatie in Noord-Syrië. Er dient echter niet alleen een verbod te zijn op de levering van wapens, maar ook op wapenonderdelen zoals munitie.

Tot slot willen wij benadrukken dat we voor vrede uit het hart zijn. Vrede door middel van dialoog met alle betrokken partijen. We geloven in de kracht van de meeste mensen, die graag vrede willen. Iedereen ziet immers graag: Een Wereld Waarin Alle Kinderen Kunnen Spelen.

Celal Altuntas, schrijver May-May Meijer, voorzitter van Peace SOS