Eurobrand vraagt om meer blusvermogen en sterkere fundamenten
• 21-10-2011
• leestijd 3 minuten
Een steviger financieel en economisch bestuur is noodzakelijk om het primaat van de politieke besluitvorming te herstellen
De komende eurotop is cruciaal voor het voortbestaan van de eurozone. De Europese regeringsleiders zullen zondag knopen moeten doorhakken om de crisis in te dammen. Ik houd mijn hart vast voor een mislukking van de euro en de daaropvolgende verbrokkeling van de interne markt. Dat zou een economische crisis zonder weerga veroorzaken die miljoenen inwoners van de eurozone van hun baan berooft en allen fors armer maakt.
Niemand heeft er baat bij Griekenland tot de bedelstaf te veroordelen. Behalve een herstructurering van de Griekse schulden is daarom ook een Marshallplan gewenst dat de Grieken in staat stelt te investeren in een modernere economie. Tegelijk is een verveelvoudiging van de bluskracht van het euronoodfonds nodig en versterking van de kapitaalbuffers van banken. Als de eurolanden dan ook nog gezamenlijk garant gaan staan voor schulden doormiddel van euro-obligaties, dan vergroten zij zo maximaal het vertrouwen dat zij de brand samen meester willen worden.
In alle gevallen zal de steun aan eurolanden gepaard moeten gaan met strikte eisen: meer begrotingsdiscipline, meer hervormingen die de concurrentiekracht versterken, sanering van probleembanken, bestrijding van corruptie en belastingontduiking. Dat is een stap naar een sterker economisch bestuur. Het voorstel van de Nederlandse regering voor een eurocommissaris van Financiën met doorzettingsmacht is een verdienstelijke aanzet. Zo’n supercommissaris legt verantwoording af aan het Europarlement. De democratische controle wordt daarmee hersteld. Nu is die ver te zoeken in de chaotische aaneenschakeling van besloten toppen en bilateraaltjes en Merkozytjes.
De supercommissaris en zijn collega’s mogen zich niet beperken tot het afdwingen van begrotingsdiscipline. Er is meer nodig om de euro stevig te grondvesten. De Europese Commissie moet kunnen voorkomen dat de economieën van de eurozone te ver uiteengroeien. Zo is het onwenselijk dat landen met een exportoverschot en een draagbare schuldenlast, zoals Duitsland en Nederland, nog forser gaan bezuinigen. Zij dienen hun verantwoordelijkheid te nemen voor het draaiende houden van de Europese economie.
Ook op financiële markten moet de EU stevig toezicht kunnen houden, met meer beslismacht dan zij nu heeft. Laten we niet vergeten dat de eurocrisis begon als een bankencrisis. Na twee ronden van stresstests ontbreekt het de Europese toezichthouder nog altijd aan voldoende inzicht in de risico’s waaraan Europese banken zich hebben blootgesteld. Het is hoog tijd om meer transparantie af te dwingen.
De EU moet met meer voortvarendheid aan belastingcoördinatie werken, van een heffing op financiële transacties tot een minimumtarief voor de winstbelasting. In tijden van gapende begrotingstekorten is het onverdedigbaar dat landen met elkaar blijven wedijveren om het laagste tarief op bedrijfswinsten.
De Europese regeringsleiders moeten perspectief bieden op een leven na de crisis. Een steviger financieel en economisch bestuur is noodzakelijk om het primaat van de politieke besluitvorming te herstellen. Zolang de internationalisering van markten niet gevolgd wordt door een internationalisering van de politiek, blijven politici de gijzelaars van anonieme marktkrachten. De eurocrisis laat zien welke gevolgen dat hebben kan.
Dit opiniestuk verscheen eerder in Trouw op vrijdag 21 oktober