Europa moet zich schrap zetten voor een tweede coronagolf. Dat zegt de directeur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), dokter Andrea Ammon. Volgens haar is het niet de vraag of er een nieuwe besmettingsgolf komt, maar wanneer en hoe zwaar.
Terwijl overal in Europa de al dan niet intelligente lockdowns worden versoepeld en de bevolking weer opgelucht ademhalend de buitenlucht in trekt, waarschuwt Ammon niet al te veel te ontspannen. De oud-adviseur van de Duitse regering windt er geen doekjes om in The Guardian in haar eerste interview over het coronavirus:
"Wanneer we kijken naar de eigenschappen van dit virus, en wat we in verschillende landen zien qua immuniteitscijfers, dan is dat niet bepaald spectaculair. Het varieert van 2 procent tot 14 procent, wat nog altijd 85 tot 90 procent van de bevolking vatbaar maakt. Het virus is overal om ons heen, veel meer nog dan in januari en februari. Ik wil geen doemsdag-scenario schetsen, maar we moeten realistisch zijn. Nu is niet de tijd om te ontspannen."
Voor Ammon adviseur van de regering-Merkel werd, was ze werkzaam als arts in ziekenhuizen. In 2017 werd ze directeur van het ECDC, het agentschap van de Europese Unie verantwoordelijk voor de bestrijding van infectieziekten en andere ernstige bedreigingen van de volksgezondheid. Ammon gelooft niet dat de tweede coronagolf, die volgens haar dus onvermijdelijk is, ook per se desastreus hoeft te zijn. De ernst van die tweede golf kan beperkt blijven, als mensen zich strikt aan de voorschriften houden. Maar ze ziet ook, dat in heel Europa, mensen dat nu juist niet doen. Ammon merkt op dat burgers in toenemende mate de teugels laten vieren.
Ook kijkt Ammon terug op de Europese aanpak van het coronavirus en constateert dat veel regeringen steken hebben laten vallen. Nadat begin dit jaar duidelijk werd hoe besmettelijk dit coronavirus is, adviseerde het ECDC nationale overheden hun zorgcapaciteit te vergroten zodat ziekenhuizen voorbereid zouden zijn op een plotselinge sterke toename van patiënten. Iets wat korte tijd later in de Italiaanse streek Lombardije gebeurde. Dat behalve in Italië ook in veel andere Europese landen zorgstelsels niet berekend waren op de vele coronapatiënten, komt volgens Ammon omdat nationale overheden massaal de ernst van het virus hebben onderschat.
“Ik weet nog dat nadat China heel Wuhan in een lockdown plaatste, mensen me verzekerden dat zoiets nooit kon gebeuren in Europa.” Dat die mentaliteit ook overheerste bij Europese regeringen, zorgde ervoor dat het virus in februari en maart zijn verwoestende gang kon gaan in de drukbevolkte skigebieden. Het ECDC heeft inmiddels voldoende aanwijzingen te geloven dat de grootste verspreiders van het virus uit die gebieden afkomstig zijn.
Ammon zegt niet te denken dat Europa snel van het virus verlost zal zijn. “Ik denk niet dat we er voor altijd aan vastzitten, maar voorlopig gaat het nergens naartoe. Het lijkt zich erg goed aan te passen aan de mens.” Ammon heeft ook weinig goeds te zeggen over het wijdverspreide idee dat het voldoende is om de ouderen af te schermen, zodat jongeren het dagelijkse leven weer kunnen hervatten: “Ook kerngezonde mensen worden ernstig ziek en gaan dood. Laten we zeggen dat 10 procent van de Europese bevolking tot nu toe het virus heeft opgelopen, dan wil ik niet eens denken aan wat er gebeurt als de overige 90 procent ook ziek wordt.”
Bij het verschijnen van dit bericht zijn in Europa 158.134 mensen overleden aan de gevolgen van COVID-19. De meeste daarvan in het Verenigd Koninkrijk (35.341), gevolgd door Italië (32.169) en Frankrijk (28.022). In Nederland zijn volgens de officiële telling van het RIVM 5.748 mensen aan het coronavirus gestorven.