Een groep internationale juristen heeft bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag een aanklacht ingediend tegen de Europese Unie wegens “de meest dodelijke georganiseerde aanval tegen burgerbevolking in gebieden waar de jurisdictie van het strafhof geldt, sinds de oprichting van het ICC”. De advocaten doelen op de beleidswijziging die na 2014 werd doorgevoerd om te voorkomen dat migranten vanuit Libië over zee het Europese continent kunnen bereiken. Volgens de aanklacht had het afschrikkingsbeleid tot doel “de levens van migranten die op zee in nood verkeerden te offeren met als doel anderen die in een soortgelijke omstandigheden verkeerden te ontmoedigen om een veilig onderkomen in Europa te zoeken”.
"In 2014 zette de Italiaanse overheid haar zoek- en reddingsoperatie Mare Nostrum in de Middellandse Zee stop. Die werd opgevolgd door de EU-operatie Triton, maar die had slechts tot doel de Europese buitengrenzen te helpen bewaken. Migranten die uit het water werden gehaald, moesten allemaal naar Italië worden gebracht. Terwijl onder Mare Nostrum 150.810 migranten werden gered in een periode van 364 dagen, lieten de voorbije vijf jaar duizenden migranten het leven in de Middellandse Zee, onderstrepen advocaten Branco en Shatz. Bovendien waren de Europese politici zich er volgens hen terdege van bewust dat de migranten die naar Libië werden teruggestuurd, riskeerden “in detentiecentra terecht te komen die aan concentratiekampen doen denken en waar vreselijke misdrijven worden begaan”."
De aanklacht is het werk van Juan Branco een Spaans-Franse jurist die eerder voor het strafhof werkte en onder meer misdaden in Centraal Afrika onderzocht en van de Israëlische advocaat Omer Shatz die verbonden is aan de universiteit Sciences Po in Parijs.