Shell en ExxonMobil waren gewoon een maatje te groot voor de Nederlandse Staat.
Een belangrijke conclusie die in het rapport “Groningers boven gas” van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen wordt genoemd, is de morele verplichting van het inlossen van een ereschuld aan alle gedupeerde Groningers. Een mooi gebaar naar alle Groningers maar vermoedelijk ook een gebaar met weinig inhoud. Immers, een morele plicht is juridisch niet afdwingbaar en zal vrijwillig door de overheid en de oliemaatschappijen moeten worden nagekomen.
Je moet als gedupeerde Groninger wel heel optimistisch zijn om te verwachten dat door de uitkomsten van deze enquête voornoemde ereschuld vrijwillig zal worden nagekomen. Premier Rutte was immers niet voor niets zeer ontstemd toen hij nog niet zo lang geleden vernam dat het hoofdkantoor van Shell formeel naar Londen zou verhuizen en Shell daarmede ook juridisch moeilijker zou zijn aan te spreken op nakoming van gemaakte afspraken inzake vergoeding van schade-uitkeringen in het Groninger gasdossier. Schade-uitkeringen die door de overheid eerst volledig worden voorgefinancierd na een gemaakte afspraak hierover met Shell.
Het risico voor de overheid dat ze voorgeschoten schade-uitkeringen die ten laste van Shell moeten komen niet zal kunnen innen, is door de verhuizing van het hoofdkantoor naar Londen dan ook fors toegenomen. Dat zal dus al genoeg hoofdbrekens kosten.
Het rapport maakt glashelder dat de gaswinning van meet af aan als gezamenlijk project van de Staat, Shell en ExxonMobil als een zeer lucratief business-en verdienmodel voor alle partijen is opgezet en is geëxploiteerd. Waarbij de twee oliemaatschappijen, Shell en ExxonMobil, de joint venture Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) als formele gesprekspartner voor overheid en later de gedupeerden Groningers slim naar voren hebben geschoven. Met de juristen van Legal Services van Shell als geslepen regiehouder op de achtergrond van dit lucratieve project.
Het is dan ook treurig dat de gedupeerde Groningers en de overheid zolang aanvankelijk de NAM als belangrijkste partij in de afwikkeling van de bevingsschade hebben beschouwd. Die werden door Legal Services van Shell aangestuurd op basis van een schademinimaliseringsmodel. Dat moest voorkomen dat het door gedupeerden te claimen schadebedrag te groot zou worden. Slimmer was het om het juridische instrumentarium van het kapot procederen van gedupeerden en het bewust vertragen in te zetten om via die weg de te betalen werkelijke schade te kunnen beperken en te houden binnen de vooraf intern gemaakte bedrijfsdoelstellingen van maximaal te betalen schadebedragen.
Premier Rutte kan veel worden kwalijk genomen in dit dossier. Maar niet zijn naïviteit in de mores van het grote bedrijfsleven. Een sector waar hij zo graag mee koketteert als voormalig werknemer van een bedrijfsonderdeel van Unilever. Machtsspelletjes in het (internationale) bedrijfsleven zijn nu eenmaal niet hetzelfde als machtsspelletjes in de Nederlandse politiek.
De belangrijkste conclusie die ik als Groninger trek uit het Groninger gasdossier staat helaas niet vermeld in het rapport. Shell en ExxonMobil waren gewoon een maatje te groot voor de Nederlandse Staat.