Het zijn geen fijne dagen voor de vrijheid van meningsuiting.
Ebru Umar heeft het niet gemakkelijk. Terwijl zij wacht tot de trage machine van de Turkse wetshandhaving eindelijk op gang komt, wordt haar rechtse achterban in Nederland ontregeld. Dat komt door Hilbrand Nawijn die volgens het Haagse Gerechtshof niet voor racist mag worden uitgescholden. De voormalige staatssecretaris van de LPF deed aangifte toen hij door het SP-raadslid Feijen in zijn woonplaats Zoetermeer als zodanig werd aangeduid. Dinsdagavond zat hij daar tevreden over te lachen bij Pauw. Hij zei bovendien te hopen dat er bij hem in de stad nooit een islamitische school zou komen. In de raad had Nawijn uitgelegd waarom: hij vond dat zulke scholen niet thuishoren in een van christendom doordesemde maatschappij. Op grond daarvan mag je – aldus het Haagse gerechtshof – Nawijn niet zomaar racist noemen. Dat is een belediging.
De waardigheid van de persoon wordt aangetast, met name door het gebruik van het woord ‘racist’. Dat woord heeft immers, mede door de massale volkerenmoord op Joden, Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog, een bijzonder negatieve lading. Deze aantasting wordt versterkt door het feit dat een ieder die gebruik maakt van sociale media kennis heeft kunnen nemen van de beledigende uitlating van de verdachte. De tweet van verdachte is niet sarcastisch of ironisch bedoeld. Het gaat om een uiterst serieuze uitlating, gericht tegen de persoon [aangever].
"De waardigheid van de persoon wordt aangetast, met name door het gebruik van het woord ‘racist’. Dat woord heeft immers, mede door de massale volkerenmoord op Joden, Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog, een bijzonder negatieve lading. Deze aantasting wordt versterkt door het feit dat een ieder die gebruik maakt van sociale media kennis heeft kunnen nemen van de beledigende uitlating van de verdachte. De tweet van verdachte is niet sarcastisch of ironisch bedoeld. Het gaat om een uiterst serieuze uitlating, gericht tegen de persoon [aangever]."
Waar de rechters die conclusie op stoelen, is onduidelijk. Racisme wordt toch net zo goed in verband gebracht met het blanke regime in Zuid-Afrika en allerlei toestanden in de Verenigde Staten. Is het nu niet langer toegestaan om voorstanders en verdedigers van bijvoorbeeld de apartheid, zoals het kamerlid Bosma, als ‘racist’ aan te duiden?
Goede kans voor Erdogan Erdogan maakt hij bij de Haagse rechters een goede kans. Als Nawijn racist noemen tot een veroordeling leidt, dan geldt dat voor ‘fuck Erdogan’ zeker. Of is dat géén belediging?
In de rechtse regionen van twitter en het reaguurdersdom wordt de zege van Nawijn op zijn linkse tegenstander algemeen gewaardeerd. Hij wordt om zijn aangifte niet of nauwelijks aangemerkt als iemand die de vrijheid van meningsuiting in Nederland wurgt. Integendeel. Waar eerst de belediging van de Turkse president werd aangemoedigd, wordt nu de Nederlandse rechtsstaat geprezen. Van haar vrienden moet Ebru Umar het maar hebben want dit versterkt de positie van Erdogans vele aanhangers hier te lande die het maar wat netjes vinden dat zij eindelijk eens wordt aangepakt. Zij kunnen nu constateren dat het in Nederland precies zo gaat en dat de lui die verleden week nog beweerden dat Erdogan zoveel mogelijk moet worden beledigd, er ineens het zwijgen toe doen.
Rijdende Rechter Ondertussen vragen de echte democraten zich af wat er in hemelsnaam in de rechters gevaren is. Dinsdagavond nog kreeg bij de Rijdende Rechter een enge schoolconciërge gelijk die leerlingen bestrafte als zij geen gebruik wensten te maken van de fietsenstalling op het schoolterrein maar hun rijwiel aan de openbare weg parkeerden op een plek waar dat volgens de wijkagent was toegestaan. (En die rechter hoort ook nog bij de bedenkers van Fokke en Sukke!).
In hun uitspraak over Nawijn getuigden de Haagse rechters van eenzelfde autoriteitenvrezende, ‘de rector heeft altijd gelijk’ mentaliteit. Zij nemen unverfroren de term ‘beperking van de vrijheid van meningsuiting’ in de mond. Daarna stellen ze vast dat voor die beperking goede gronden bestaan.
In de eerste plaats is de beperking van de vrijheid van meningsuiting bij wet voorzien in artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht. Bovendien is de beperking in het belang van de bescherming van de goede naam en rechten van anderen, namelijk in deze zaak het belang dat [aangever] niet in een ongunstig daglicht gesteld wordt en niet geschaad wordt in zijn eer en goede naam. Ten slotte is de beperking van de uitingsvrijheid noodzakelijk in een democratische samenleving. Het bepaalde in artikel 266, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, namelijk dat niet als een eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit, biedt in casu geen bescherming aan verdachte, nu verdachte in zijn uitingen veel verder is gegaan dan geboden was door de aard en strekking van zijn kritiek. Het gebruik van het woord ‘racist’ gaat veel verder dan nodig was voor de kritiek van de verdachte en is ook geenszins van toepassing op het standpunt dat aangever heeft ingenomen tijdens de raadsvergadering. De uitlating ‘racist’ is dan ook onnodig grievend jegens de aangever.
"In de eerste plaats is de beperking van de vrijheid van meningsuiting bij wet voorzien in artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht. Bovendien is de beperking in het belang van de bescherming van de goede naam en rechten van anderen, namelijk in deze zaak het belang dat [aangever] niet in een ongunstig daglicht gesteld wordt en niet geschaad wordt in zijn eer en goede naam. Ten slotte is de beperking van de uitingsvrijheid noodzakelijk in een democratische samenleving.
Het bepaalde in artikel 266, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, namelijk dat niet als een eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit, biedt in casu geen bescherming aan verdachte, nu verdachte in zijn uitingen veel verder is gegaan dan geboden was door de aard en strekking van zijn kritiek. Het gebruik van het woord ‘racist’ gaat veel verder dan nodig was voor de kritiek van de verdachte en is ook geenszins van toepassing op het standpunt dat aangever heeft ingenomen tijdens de raadsvergadering. De uitlating ‘racist’ is dan ook onnodig grievend jegens de aangever."
Het bepaalde in artikel 266, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, namelijk dat niet als een eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit, biedt in casu geen bescherming aan verdachte, nu verdachte in zijn uitingen veel verder is gegaan dan geboden was door de aard en strekking van zijn kritiek. Het gebruik van het woord ‘racist’ gaat veel verder dan nodig was voor de kritiek van de verdachte en is ook geenszins van toepassing op het standpunt dat aangever heeft ingenomen tijdens de raadsvergadering. De uitlating ‘racist’ is dan ook onnodig grievend jegens de aangever.
‘Geitenneuker strafbaar’ Wat Recep Erdogan maar wilde zeggen. Op grond van deze redenering zijn in ieder geval in ons land de aantijgingen ‘geitenneuker’ en ‘pedofiel’ strafbaar omdat wie zulke uitspraken doet veel verder gaat dan geboden wordt door de aard en de strekking van zijn kritiek. Ook is er geen bewijs dat Erdogan met regelmaat geiten of kinderen binnenhaalt in zijn nieuwe 1500 vertrekken tellend paleis.
Die kunnen behalve SP-raadslid Feijen maar ook, Böhmermann, Hans Teeuwen en Ebru Umar in hun zak steken. De beste vrienden van de Turkse president zijn niet zozeer in de moskeeën van Dyanet te vinden als wel in het Paleis van Justitie te ‘s-Gravenhage, de mooie stad waar de koning in woont.
Dit zijn geen fijne dagen voor de vrijheid van meningsuiting.