Een gevoelig punt is de behandeling van religieuze minderheden
Wanneer we ons wereldbeeld baseren op de media, zullen we niet zelden concluderen dat een van de grote problemen van deze tijd ‘de islam’ is. Voorbeelden te over: lijfstraffen voor kritische burgers, vervolging van religieuze minderheden door IS en sektarisch wapengekletter. Invloedrijke moslimorganisaties en individuele moslims nemen geregeld in woord en daad afstand van deze misstanden, maar dat nieuws bereikt in onvoldoende mate onze huiskamers – laten we daar ook open over zijn. Uiteindelijk gaat het natuurlijk niet om mediaberichtgeving. Het gaat om de vraag hoe moslims in diverse lagen van de samenleving, van gezin tot moskee, van netwerkorganisatie tot politiek, structureel kunnen werken aan de bevordering van mensenrechten. Het gaat daarbij dus ook om de wezenlijke vraag hoe mensenrechten en pluriformiteit opnieuw gegrond kunnen worden vanuit de theologische bronnen zelf.
De belangrijkste islamitische bronnen zijn de Koran en de vele tradities over het leven van Mohammed, de soennah. Als deze zo geïnterpreteerd worden dat ze aanleiding geven om misdaden te plegen en om mensenrechten te schenden, dient op basis van die bronnen ook een weerwoord geformuleerd te worden. Een weerwoord, dat doorsijpelt naar de samenleving en daarmee drager wordt van een nieuwe cultuur. Dit is ook de veelgehoorde oproep aan ‘de islamitische gemeenschap’, die met de opmars van IS en de recente aanslagen in Parijs, wereldwijd steeds luider klinkt. De islamitische wereld blijkt, gelukkig, niet doof voor deze oproep.
In september 2014 was er een belangrijke stellingname van honderden geleerden, die vanuit theologisch perspectief minutieus verwoordden dat IS zijn handelwijze juist niét op de islamitische bronnen kan baseren. Deze analyse werd samengevat in een open brief aan de zelfbenoemde leider van IS: A Letter To Baghdadi. In december 2015 kwamen daar 70.000 (!) geleerden uit India bij. Tijdens een jaarlijkse bijeenkomst van Zuid-Aziatische moslims werd hun afwijzing van IS ondertekend door maar liefst 1,5 miljoen aanwezige moslims. Ook Europa, de Verenigde Staten en landen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten roerden zich. Islamitisch geïnspireerd terrorisme kan op steeds meer openlijke en omvangrijke ‘interne’ kritiek rekenen.
Een gevoelig punt is de behandeling van religieuze minderheden, zoals christenen en Yezidi’s, in moslimlanden. Vorige week werd in het Marokkaanse Marrakesh over dit thema een conferentie gehouden. Meer dan 250 vooraanstaande soennitische en sjiitische moslimgeleerden en intellectuelen waren aanwezig, samen met vertegenwoordigers van andere levensovertuigingen. Dat heeft geleid tot de Marrakesh Declaration. De aanwezigen stellen daarin ondubbelzinnig vast dat de veiligheid en rechten van religieuze minderheden gewaarborgd moeten worden. De verklaring is geworteld in het islamitische recht en verwijst naar het Handvest van Medina , waarin de profeet Mohammed en de Arabische stad Medina exact 1400 jaar geleden afspraken maakten over de vrijheid van godsdienst.
Deze link tussen islam, burgerschap en ‘seculiere’ wetten is dus niet nieuw, maar dit werd de laatste jaren altijd gedaan vanuit de Cairo Declaration of Human Rights (1990). De ‘Caïro-verklaring’ hanteerde de Shari’a als norm. Wat bijzonder is aan Marrakesh is dat het nu de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) als norm gebruikt voor de Shari’a. Daarmee vervalt eindelijk het kunstmatige onderscheid tussen ‘Westerse’ en ‘islamitische’ normen en waarden. Mensenrechten worden namelijk herbevestigd als de bodem onder elke op vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid gerichte samenleving. Wat dat betreft waait er opnieuw een stevige humanistische wind in de islamitische wereld, zoals dat in het verleden meerdere keren gebeurde.
Enis Odaci – voorzitter van Stichting Humanislam, denktank voor islamitisch humanisme Arnold Yasin Mol – Islam and Human Rights Institute, docent islamitische rechtsfilosofie FAHM instituut Jonas Slaats – christelijk theoloog, schrijver en actief in de internationale interreligieuze dialoog