Liever een nieuw zingevend elan dan een nieuw bestuurlijk plan.
“Man is born free; and everywhere he is in chains.”
Het is de openingszin van het meest befaamde essay van Jean Jacques Rousseau, de intellectuele peetvader van de Franse Revolutie. Dat essay is Du contrat social gaan heten en is sindsdien te pas en onpas als campagnetitel gebruikt door politici uit verschillende ideologische huize, om aan te geven dat zij de ware vaandeldragers zijn van een nieuw politiek tijdperk. Ook bij de aankomende verkiezingen in Nederland wordt deze associatie actief ingezet door Pieter Omtzigt en zijn adepten met de titel van hun kersverse partij Nieuw Sociaal Contract*.
Toch is het geen koud kunstje om Rousseau's diepgaande cultuurkritiek te volgen, laat staan om het om te zetten tot een partijprogramma. Wat hij bepleit is niets minder dan het bevrijden van de mens uit de schaduwzijde van een materialistische cultuur en bezit-zucht. Wat hij aankaart en vooruitziet is dat doordenderende moderniteit op den duur, naast alle welvaart en welzijn dat dit met zich meebrengt, de mens alsmaar meer ongeluk zal bezorgen en hem de ware vrijheid ontneemt. Dat een materialistische cultuur gepaard gaat met een op prestatie en prestige geënte zienswijze die angst voor statusverlies met zich meedraagt. Dat het hebzucht, egocentrisme, ongelijkheid, permanente mentale onzekerheid (ben ik goed genoeg, doe ik het goed genoeg?) en eenzaamheid van een “me, myself and I” met zich mee zou brengen.
Dat nutsdenken en een daarmee gepaard gaande benadering van de natuur als zielloze materie de vernietiging van de aarde met zich mee zou brengen. Dat het verdringen van het wezenlijke menselijke verlangen een onderdeel van de natuur te willen zijn, ten gunste van moderne manieren van de natuur te willen overmeesteren, tot een diepe vervreemding en gevoelens van zinloosheid zou leiden. Met als gevolg dat dit permanente onbehagen, de ingehouden frustratie en passief agressieve grondhouding, de menselijke conditie zou gaan kenschetsen. Verweesd en weerloos, in een materialistische oververzadigde cultuur en toch voortdurend worstelend met een leegte, een gemis en een innerlijk onrust. Omdat de prijs van materialisme en een hoog complexe moderne samenleving een gekooide mensenziel is.
Samen met de denkers die opkomst van het Europees fascisme in de vorige eeuw hebben willen doorgronden, voeg ik er hieraan toe: omdat de moderne mens is verleerd innerlijk vrij te zijn, leidt onze fundamentele onrust veelal tot het externaliseren en projecteren. We externaliseren en projecteren het onbehagen in onze cultuur maar al te graag op andere externe redenen buiten onszelf. Die drang tot externaliseren en projectie is een voedzame grond voor degenen die xenofobische politiek bedrijven.
Nederland anno nu lijkt in vele opzichten precies aan de schaduwzijde van de moderniteit beland, zoals Rousseau het voorzag en ervoor waarschuwde. Het land is een schoolvoorbeeld geworden van dit collectief onbehagen en kampt met het gevoel van gevangen zijn in - om het met de woorden van een andere grote Europese denker, Max Weber te zeggen- ‘ijzeren kooi van moderniteit’.
Bureaucratische complexiteit, ego-logische politiek en het economiseren van alle facetten van het leven van de afgelopen drie decennia, heeft de samenleving ontzield. Het grote onbehagen is paradoxaal, als je alleen op economische cijfers en op ruim driekwart eeuw vrede en materiële vooruitgang afgaat. Ik noem het ‘chagrijn in Albert Heijn’.
Aan de vooravond van onze parlementaire verkiezingen zie ik een aanzienlijk deel van het electoraat, in het bijzonder de PVV- en VVD-stemmers, zeggen op basis van xenofobische motieven te gaan stemmen. De dwaalweg van projecteren en externaliseren: kiezen voor de partijen die bij het oplossen van nagenoeg alle problemen, van wooncrisis tot aan bestaanszekerheid en zorgcrisis, asiel en immigratie tot een halt roepen als oplossing aanwijzen.
Hoe ironisch dat juist in dezer dagen het magnum opus van de Nederlandse migratiesocioloog Hein de Haas is verschenen. Hij ontkracht in zijn boek vele onheilsverhalen, mythes en onzin die de afgelopen decennia over grootse en destructieve gevaren van migratie door xenofobische politici is uitgekraamd en ons politiek debat heeft gedomineerd en ons migratie-, asiel- en integratiebeleid heeft bepaald.
Maar de diepe collectieve gevoelens van onbehagen zijn niet enkel met rationele en feitelijke bespiegelingen uit te wissen. Nog eens wat schuiven in formele bestuurlijke ordeningen van dit land zoals NSC beoogt, biedt onvoldoende soelaas.
De stemmers die massaal de simplistische en xenofobische oplossingen van de VVD en PVV gaan belonen, doen dat niet omdat ze per se in de simplistische oplossingen van deze twee partijen geloven. Maar als een uitlaatklep voor het diepe onbehagen dat het land al jaren in zijn greep houdt. De stembus wordt voor de zoveelste keer als boksbal gehanteerd; het slaat nergens op om xenofobisch te stemmen maar het voelt gewoon lekker om af te reageren
Want wat die kiezers gemeen hebben die in afgelopen decennia massaal op Fortuyn, Wilders, vervolgens Baudet, BBB en woensdag zo goed als zeker weer op Wilders stemmen en de VVD riant gaan belonen voor de huidige xenofobische campagne, is niet een gedeeld socio-economisch profiel of hetzelfde praktische ongenoegen, maar een gevoel: het gevoel van onbehagen.
Er is een groot verlangen naar verbondenheid en saamhorigheid. Maar bij gebrek aan verbindende, bezielde verhalen om een nieuw-wij tot leven te brengen, dreigt de xenofobische politiek er opnieuw met de winst vandoor te gaan: het uitsluiten van de Ander als een platform voor een gedeeld wij-gevoel.
Er waait aan de vooravond van de verkiezingen een ijzige xenofobe wind door de Nederlandse politieke arena. Het kan bewaarheid worden, zoals elders in Europa in onze tijd al is voorgevallen. Maar het aan de macht komen van een VVD-PVV-coalitie zou geen soelaas brengen op den duur. De diepe eenzaamheid van een materialistische cultuur en de sociale en emotionele ravage die het meebrengt, zou niet minder worden als onze grenzen potdicht gaan.
Wat te doen?
Het vergt om te beginnen kijken met mededogen en niet met minachting naar het xenofobisch electoraat. En het vergt benul van een collectief bewustzijn als zijnde een niet uitsluitend rationeel maar vooral emotioneel bewogen entiteit. Om dan het achterliggende verlangen verscholen achter het huidige xenofobische stemgedrag/symptoom te begrijpen.
Ik denk ook niet dat de grootste culturele uitdaging van onze tijd, zo briljant door Roseau geformuleerd, namelijk ons ontketenen uit de materialistische en ego-logische dwangbuis, vanuit zittende politici aangezwengeld, gaat worden. Het is een veel te uitdagende boodschap voor de stembus van 2023.
Maar het is wel degelijk de meest wezenlijke uitdaging van onze tijd. Hoe om te gaan met het alsmaar toegenomen onbehagen in een ontzielde cultuur? Hoe kunnen we onze samenleving opnieuw van bezieling voorzien?
Het land is meer aan een nieuw zingevingselan toe dan een nieuw bestuurlijk plan.
*“Sociaal Contract” is als idioom ouder dan Rousseau en door onder andere Hobbes en vervolgens Locke ieder op andere wijze ingezet en heeft een andere connotatie. Maar het is ongetwijfeld Rousseau's gedachtegoed dat voor vele grote groepen mensen wereldwijd tot de verbeelding heeft gesproken.