Alles bij elkaar is er reden genoeg om deze trieste mislukking net zo serieus te behandelen als wat er in Srebrenica gebeurde
In Kaboel staan lange rijen voor de kantoren waar paspoorten worden verstrekt. De kosten bedragen het equivalent van zestig euro. Voor de meeste Afghanen is dat onbetaalbaar. Of je er de grens mee over komt is zeer de vraag. Het Afghaanse paspoort is een reisdocument van de zeer ongewensten. Een ander land zal er niet gauw een toegangsvisum in stempelen, vooral Westerse niet.
De overwinning van de Taliban bewijst opnieuw dat binnenlandse bondgenoten door de Navo-lidstaten aan hun lot worden overgelaten zodra het echt mis gaat. De eigen burgers worden wel opgeroepen het land zo snel mogelijk te verlaten. Met hun rijkeluislandenpapieren zal dat ze geen moeite kosten. Ook onze ambassade heeft opgeroepen tot zo’n ijlingse vlucht.
Dat is het resultaat van twintig jaar oorlog waaraan Nederland met politieke en militaire steun aan meedeed. Onze soldaten maakten deel uit van een bezettingsregime in de provincie Uruzgan. In Kunduz trainden zij leger- en politie-eenheden, die in het zicht van de Taliban uiteenstoven en een goed heenkomen zochten.
Vijfentwintig Nederlandse soldaten vielen. Soms kon je op de televisie zien hoe hun stoffelijke overschotten met militaire eer het vliegtuig uit werden gedragen. Hoeveel Afghanen het leven verloren als gevolg van de Nederlandse interventie is onduidelijk. Wel leidde één incident – de slag bij Chora uit 2007 – volgens het Kamerlid Jasper van Dijk en onderzoeker Jip van Dordt – tot zestig à zeventig burgerslachtoffers. Het totaal aantal doden als gevolg van de Nederlandse interventies zal daarvan ongetwijfeld een veelvoud zijn.
De politiek stond massaal achter de deelname van Nederland aan de militaire expeditie naar Afghanistan. Toch kregen de strijdkrachten allerlei opdrachten mee die hun militaire handelingsvrijheid beperkten. De hoofdtaak was (zogenaamd?) om mee te helpen aan de wederopbouw. In de praktijk liepen de Nederlandse strijdkrachten tijdens hun patrouilles een kans van vijftig procent op vuurcontact met de Taliban, zo legt luitenant kolonel Marcel Duvekot uit op een webpagina van de Nederlandse Officierenvereniging. Hij komt in dat kader met een verhaal dat strijdende partijen waar ook ter wereld altijd over elkaar vertellen: de vijand nestelt zich tussen de burgerbevolking om later propaganda te kunnen maken met de vernielde huizen en de slachtoffers onder de non-combattanten.
Verleden jaar publiceerde oud-militair Nikko Nolte een ontluisterend boek over zijn tour in Afghanistan, Onvoorspelbaar Verleden. Zijn stelling: de Nederlanders creëerden door hun optreden zélf hun vijand. In een interview met Het Parool verklaarde hij dat onze soldaten niet werden beschoten door de Taliban maar door boerenzonen met opium op hun akkers. Defensie nam hier na verschijnen van het boek onmiddellijk afstand van.
Niet dat dit ministerie kritiek uit eigen gelederen weert. Luitenant-kolonel Mirjam Grandia is gepromoveerd op een uiterst kritisch onderzoek naar de besluitvorming rond de expeditie naar Uruzgan. Ze mocht het eerste exemplaar aan minister Bijleveld zelf overhandigen. Haar voornaamste conclusie: Nederland deed alleen maar mee in Afghanistan om zich militair te bewijzen. Dat is nogal wat. Dan zijn parlement en vooral het publiek grotelijks bedonderd.
De laatste weken heeft niemand in het Westen zich afgevraagd waarom de Taliban eigenlijk winnen en vooral ook om welke reden het ze zo weinig moeite kost. In tegenstelling tot de Vietcong destijds worden ze niet bevoorraad en gesteund door een wereldmacht. Ze moeten het op eigen kracht doen. Weliswaar geven de geheime dienst en de strijdkrachten van Pakistan de Taliban uitvoerig ondersteuning maar nu ontstaat toch de indruk dat ze daarmee hun eigen vijand creëerden. In het noorden van Pakistan – de beruchte Tribal Areas – voert een Taliban-beweging succesvol oorlog tegen het regeringsleger. Wie weet heeft het te maken met het feit dat de vele volkeren die Afghanistan bewonen nooit vreemde overheersers in hun midden hebben geduld. De eerste die dat aan den lijve ervoer was Alexander de Grote, al haalde hij er wel zijn verpletterend mooie echtgenote vandaan. Dit was voor de bevolking echter geen reden om niet na het vertrek van de wereldveroveraar meteen in opstand te komen.
De conclusie is onontkoombaar: het Westen heeft de oorlog in Afghanistan verloren en de Nederlandse inspanningen zijn op niets uitgedraaid. Uiteindelijk was het een grote verspilling van materiaal en mensenlevens – Nederlandse en vooral Afghaanse. Het ziet er naar uit dat binnenkort de Taliban steviger in het zadel zitten dan ooit.
Daarmee heeft Nederland na Srebrenica een tweede militair fiasco op zijn naam gebracht. In Bosnië konden de Nederlandse troepen een door de Servische milities geplande en gewilde massamoord niet verhinderen, in Afghanistan heeft men slechts vuur kunnen trekken van een alomtegenwoordige vijand. Luitenant-kolonel Grandia benadrukt dat de verantwoordelijken voor de missie heel erg geprobeerd hebben lessen te trekken uit het Joegoslavische drama. Dat blijken de verkeerde lessen te zijn geweest.
Alles bij elkaar is er reden genoeg om deze trieste mislukking net zo serieus te behandelen als wat er in Srebrenica gebeurde. Daarvoor is een groot onderzoek nodig, geen parlementaire enquête want dan wordt de vraagstelling teveel beïnvloed door de politieke belangen van nu terwijl getuigen die onder ede gehoord worden, een grote neiging vertonen tot geheugenverlies. Zeker nu premier Rutte keer op keer heeft aangetoond hoe ver je daarmee kunt komen als je bezig bent je huid te redden.
Daarom is het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies de aangewezen instantie om dit karwei te klaren, zoals het dit aan het begin van de eeuw met Srebrenica heeft gedaan. In alle onafhankelijkheid, met toegang tot alle bronnen, met ruime financiering. Anders sturen straks slecht geïnformeerde maar ideologisch zwaar gemotiveerde politici opnieuw onze jongens en meisjes het vuur in voor een hopeloze missie.
Dat de huidige lichting parlementariiërs slecht geïnformeerd is, althans de aanhangers van de regeringspartijen staat buiten kijf. Ze steunen het beleid om uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoekers terug te sturen omdat hun land veilig genoeg is. Vanwege de aanzuigende werking en zo. Ons land behoort tot de kwalijke zes – lidstaten die het advies van de Europese Commissie naast zich neer leggen om zulke asielzoekers niet in de armen van de Taliban te jagen. Tegelijkertijd, zo blijkt uit een artikel in het AD van dinsdag maakt ons land allesbehalve haast bij het in veiligheid brengen van tolken en ander personeel van de Nederlandse strijdkrachten. De Taliban maakt nu al jacht op deze mensen en hun gezinnen. Dat is geen argument voor spoed. Een en ander leidt tot grote ergernis onder Afghanistan-veteranen maar ook dat maakt bij Rutte of Bijleveld geen indruk.
Zo’n onderzoek naar wat er werkelijk gebeurd is in dat ongelukkige land, wat de Nederlandse rol was en wat de werkelijke gevolgen zijn, is daarom absoluut broodnodig. Onwetendheid in de hoogste kringen is in deze verwarde tijd extra gevaarlijk. Beluister hier een boeiende uitzending van BNR waarin Bernard Hammelburg spreekt met Mirjam Grandia en voormalig minister van Defensie Elmert van Middelkoop.
Wat betekent het voor soldaten van een bezettingsleger in Afghanistan te worden gestationeerd? Dat toont de film Rota9 , het Russische antwoord op Full Metal Jacket van Stanley Kubrick. Bekijk hier op Youtube een legendarische gevechtsscene.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.