Het kabinet én de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) hebben de belangen van Groningers “structureel genegeerd en hun problemen stelselmatig onderschat”. Beiden hebben “een ereschuld” aan Groningers te betalen. Dat zijn enkele van de conclusies in een vernietigend eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie. De commissie laat daarnaast weinig heel van de rol die premier Mark Rutte heeft gespeeld.
Volgens de commissie had veel ellende voorkomen kunnen worden, wanneer de aardbevingsproblematiek vanaf het begin af aan serieus was genomen. Dat dit niet is gebeurd, is “een ongekend systeemfalen”. Volgens de commissie gebeurde het ontsporen van het Groninger gasdrama volledig onder de hoede van Mark Rutte die sinds zijn aantreden als premier in 2010 de ernst van de situatie structureel heeft onderschat, verzuimde bij te sturen en op geen enkele wijze het verschil heeft gemaakt. Dat hij in 2019 namens het kabinet excuses aanbood, bracht ook geen wezenlijke verandering teweeg.
"Boven alles" staat nu de morele verplichting van het kabinet om zijn eigen belofte na te komen: uiterlijk 2024 moet het Groningenveld echt dicht. De commissie zegt ook dat de NAM eigenlijk zijn claim moet laten vallen op het gas dat nog in de Groningse bodem zit. Daarover loopt momenteel nog een arbitragezaak. De afgelopen zestig jaar verdienden de staat en oliebedrijven ruim 400 miljard euro in Groningen. Maar Groningen hield er zelf behalve forse schade nauwelijks iets aan over.
De conclusie is nu dat er “veel meer geld naar de regio” moet, vooral voor toekomstperspectief. Het leef- en vestigingsklimaat moet worden verbeterd, en er moet meer politieke en maatschappelijke aandacht voor de regio komen. Partijen die decennialang hebben geprofiteerd van de gaswinning, moeten Groningen kortom "netjes achterlaten".
Belangrijk is verder dat de schadeafhandeling "milder, makkelijker en menselijker" moet. Het kabinet liet eerder al doorschemeren ook die kant op te willen. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) moet meer wettelijke mogelijkheden krijgen, prioriteiten stellen en veel coulanter met schadeclaims omgaan. De commissie oordeelt ook vernietigend over de "zwalkende versterkingsaanpak", de volkomen onderschatte versterkingsoperatie van de huizen. De Groningers moeten snel duidelijkheid krijgen over het lot van hun huizen en dorpen.
De commissie oordeelt ten slotte dat zowel de positie van de toezichthouder als die van de Tweede Kamer steviger moet worden en dat ministeries beter op het publieke belang moeten letten. ‘De kloof tussen beide werelden is diep en het vertrouwen is bij veel Groningen volledig verloren gegaan,’ aldus de commissie.