Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hebben we te weinig, of juist teveel empathie in ons vluchtelingenbeleid?

  •  
24-08-2017
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
248 keer bekeken
  •  
Schermafbeelding-2017-08-24-om-17.58.58
"Meer empathie is niet de oplossing. We hebben meer rationele compassie nodig"
Het Nederlandse vluchtelingenbeleid wordt, net als dat van veel omringende landen, geregeld bekritiseerd vanwege het feit dat het te hardvochtig zou zijn. We zouden te hard zijn tegenover vluchtelingen en ons te weinig kunnen verplaatsen in hun positie, waardoor we onvoldoende in staat zijn om hen goed op te vangen. Het zou ons aan empathie ontbreken. Empathie, het vermogen om ons in te leven in anderen en te voelen wat zij voelen, zou leiden tot een betere samenleving die op een betere manier omgaat met vluchtelingen en hen dus ook beter op kan vangen.
Empathie wordt hier dus opgevoerd als een cruciale emotie die we eigenlijk voor een groot deel missen, of misschien wel kwijtgeraakt zijn. Maar is empathie wel iets wat noodzakelijk is om in staat te zijn om vluchtelingen wereldwijd goed op te vangen?
Recentelijk stelde de Amerikaanse Yale-hoogleraar Paul Bloom zich deze vraag in zijn boek Against Empathy. Zijn boek is een betoog tegen het voelen van empathie, het vermogen om te voelen wat de ander voelt. Ondanks dat Bloom van mening is dat empathie zeker ook positieve kanten kent is hij desondanks van mening dat de negatieve kanten ervan veel groter zijn. Dit omdat we volgens Bloom vooral in staat zijn om empathie te voelen voor individuen en niet voor groepen, en vooral voor individuen die onze naasten zijn. Als gevolg hiervan nemen we dankzij empathie beslissingen die voor sommige personen misschien goed zijn, maar waar vervolgens veel anderen niet van mee kunnen profiteren, of zelfs onder moeten lijden.
In plaats van empathie beargumenteert Bloom dat rationele compassie datgene is wat ons handelen zou moeten leiden: het zorg dragen voor anderen, proberen hun levens te verbeteren, op basis van feiten en cijfers, maar zonder daarbij (proberen) te voelen wat zij voelen.
Bloom heeft op zijn werk veel kritiek gekregen, maar ook veel positieve reacties. Los van hoe je empathie precies interpreteert, het kan niet ontkend worden dat we soms vanuit onze emoties handelen op een manier waarop we denken goed te doen, maar daarmee misschien maar een enkeling helpen, en juist veel anderen daardoor niet.
Ons Europese vluchtelingenbeleid is daar een voorbeeld van. Het richt zich namelijk primair op de opvang van vluchtelingen die hier in Europa aangekomen zijn. En dat zijn dus diegene met middelen. De gemiddelde vluchteling is niet in staat hiernaartoe te komen, dat zijn eigenlijk alleen diegene met geld. En zelfs zij worden verleid tot het neme van grote risico’s, met een aanzienlijke kans Europa levend te halen, om hier vervolgens het beloofde opvangparadijs te kunnen bereiken. Onze wijze van opvangen van vluchtelingen trekt vooral de lucky few aan, maar laat de unlucky many in de kou staan.
De grote massa’s, diegene die niet de middelen hebben om hierheen te komen, die blijven achter in vluchtelingenkampen in het Midden-Oosten of Afrika, waar zij veelal in miserabele omstandigheden moeten leven. Er zijn slechts beperkte middelen beschikbaar om hen op te vangen, laat staan dat er middelen zijn voor hen om daar een betere toekomst op te kunnen bouwen.
Nu kan er gezegd worden dat we naast het opvangen van vluchtelingen hier ook ons meer in zouden moeten zetten voor het opvangen van vluchtelingen elders, of dat we misschien wel veel meer vluchtelingen van daar naar hier zouden moeten halen. Maar zo werkt het niet in de realiteit, en dat is mede dankzij empathie. Onze gevoelens over hoe we vluchtelingen op moeten vangen worden voor een belangrijk deel ingegeven door empathie. Denk bijvoorbeeld aan hoe de foto’s van het dode lichaam van het Koerdische jongetje Aylan Kurdi de stemming in heel Europa beïnvloedde. Dankzij empathie willen we vluchtelingen die hiernaartoe zijn gekomen hier zo goed mogelijk opvangen, en hier een betere toekomst voor hen opbouwen. En wanneer we daarin slagen voelen we ons daar vervolgens heel erg goed over.
Maar we vergeten soms dat daar een schaduwkant aan zit. Want de vluchtelingen die hier in Europa aangekomen zijn individuen, in wezen onze naasten. Zij zijn diegene die wij helpen, diegene met middelen. Maar de grote massa’s, zonder middelen, zijn voor ons anoniem. Zij blijven achter. En voor hen doen wij bij lange na niet wat wij voor vluchtelingen hier doen. Want zij staan immers veel verder van ons af dan diegene die hier zijn gekomen, en voor wiens welzijn wij ons verantwoordelijk voelen.
Zou het niet veel eerlijker, en veel rechtvaardiger, zijn wanneer wij in ons doen en laten ten opzichte van de opvang van vluchtelingen ons niet langer zouden laten leiden door empathie, maar in plaats daarvan door rationele compassie? Wanneer wij ernaar zouden streven om de middelen die we inzetten voor de opvang van de vluchtelingen hier, onze naasten, aan te wenden om de levens van alle vluchtelingen beter te maken? Hier én daar?
Met het geld waarmee we hier één vluchteling opvangen kunnen we een veelvoud tot zelfs tientallen vluchtelingen opvangen én een betere toekomst bieden in het Midden-Oosten of Afrika. Opvang van vluchtelingen die gedreven wordt door rationele compassie zou zich dan ook vooral daarop moeten richten. We zouden ons daarbij niet langer moeten laten leiden door wat we voelen, of door hoe we ons in proberen te leven in wat anderen voelen, maar door feiten en cijfers. Voor wat beter is voor het grote geheel, voor de massa’s, en niet alleen voor de enkeling.
Dan zouden we ons misschien zelf in eerste instantie minder goed over onszelf voelen, maar zouden we tegelijkertijd wel in staat zijn om meer bij te dragen aan een betere wereld dan dat we dat op dit moment doen.
 
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor